Afbeelding
Wikipedia

Geruchten helpen om vuurvliegjes in kaart te brengen

26 jul 2016
Categorieën
Natuurbericht
Organisatie


De Kleine glimworm, beter bekend als het vuurvliegje, is vooral bekend van oude getuigenissen en verhalen. De voorbije decennia boerde de keversoort sterk achteruit in onze contreien, maar kennis over de precieze verspreiding ontbrak. De Glimwormenwerkgroep van Natuurpunt besloot oude en minder oude geruchten van de zwevende lichtjes te verifiëren. Met succes: deze zomer werden populaties ontdekt in Tervuren, Bertem, Tienen en Tongeren.

Het vuurvliegje is altijd een tot de verbeelding sprekend kevertje geweest. De mannetjes geven tijdens het vliegen een geelgroenig licht vanuit het achterlijf. Wanneer honderdtallen vuurvliegjes rondvliegen in een donker bos, waan je jezelf gemakkelijk tussen de elfjes in een sprookjesbos. Maar de Kleine glimworm is in Vlaanderen een zeldzame soort waarvan de verspreiding tot voor kort zo goed als niet gekend was.

Ten noorden van Samber en Maas zijn populaties van Kleine glimworm al lang gekend in grote delen van het Zoniënwoud en Kanne in Limburg. Ten oosten van de Maas is het vuurvliegje veel algemener. Historisch gezien kwam de Kleine glimworm waarschijnlijk voor in alle provincies. De vliegende lichtjes duiken over heel Vlaanderen op in de verhalen over vroeger, maar het is onwaarschijnlijk dat al die populaties vandaag nog bestaan.

De Glimwormenwerkgroep van Natuurpunt besloot het uit te zoeken. Door geruchten te achtervolgen en gerichte zoektochten te ondernemen zijn de afgelopen jaren verschillende nieuwe populaties van Kleine glimworm ontdekt. In 2007 werd een nieuwe populatie ontdekt in Hoegaarden, twee jaar later in Zelem en Landen. Daarna volgden nieuwe waarnemingen in 2011 in Ukkel-Verrewinkel, in 2014 in Munsterbilzen en een jaar later in Veltem-Beisem, nabij Leuven. Maar 2016 blijkt het absoluut recordjaar van nieuw gevonden populaties.

In Vlaams-Brabant werd het vuurvliegje gevonden in het arboretum en park van Tervuren, Bertem, Tienen en Ottenburg. Met laatstgenoemde vondst stijgt de hoop om in de bossen rond de Dijle, IJse en Laan ook nieuwe populaties te vinden. In Limburg gaat het om onder andere Maaswinkel en De Kevie in Tongeren. Een larve werd gevonden in Zussen vlak bij gekende populaties aan de Maas, wat doet vermoeden dat er zich daar ook een populatie bevindt.

De Kleine glimworm is in Vlaanderen heel wat zeldzamer dan zijn inheemse verwanten: de Grote glimworm en de Kortschildglimworm. Hij stelt namelijk hogere eisen aan de omgeving en is vaker te vinden in bosbeken, bosweiden, bosranden, open bosplekken en beboste holle wegen. Vaak vinden we ze in vochtige beukenbossen met een dikke, vochtige strooisellaag die ontzettend belangrijk lijkt voor de vrouwtjes en larven die zich nestelen tussen het bladstrooisel, mos en humus. Zonder strooisellaag geen populatie dus. Het verdwijnen van de Kleine glimworm komt mogelijk door het kappen van bossen en kleine landschapselementen zoals hagen waardoor de strooisellaag en bodem in de volle zon uitdrogen.

Kleine glimwormen hebben het bovendien moeilijk om zich te verspreiden. Waarschijnlijk gebeurt die verspreiding voornamelijk via de larven. De Kleine glimworm spendeert tot twee jaar in dit stadium, maar beweegt zich dan heel sloom. De volwassen exemplaren leven maar een paar weken, en enkel de mannetjes kunnen vliegen. Ze doen dit ook maar heel kort, hoogstens 45 minuten per nacht. Als je de dansende lichtjes wilt zien, ga je best tijdens deze periode (tussen 22u30 en 23u15) op zoek. Ze vliegen vooral uit rond 24 juni.

De piekperiode van de vliegende mannetjes is voor dit jaar dus voorbij, en daarmee verdwijnt de gemakkelijkste manier om een nieuwe populatie te vinden. Vrouwtjes zullen er ook niet veel meer zijn, en eitjes of larven vinden is allesbehalve eenvoudig. De Glimwormenwerkgroep kijkt dus halsreikend uit naar het volgende vliegjaar om meer nieuwe locaties te vinden. Wil je hierbij helpen? Geef het zeker door op [email protected] of via de Facebookgroep. Uw eigen waarnemingen kunt u doorgeven op waarnemingen.be, liefst met foto en alle informatie die u kan geven zoals datum, uur, soort, stadium, geslacht en exacte vindplaats.

Op 23/4 wijdde Radio 1-programma Interne Keuken een aflevering aan vuurvliegjes
Meer informatie over hoe je de verschillende soorten glimwormen kan herkennen

Tekst: Raphaël De Cock, Glimwormenwerkgroep Natuurpunt & Simon Degryse, Natuurpunt
Beeld: Wikipedia