Afbeelding

Hoogspanningsleiding in Diepenbeek erg gevaarlijk voor overvliegende vogels

10 dec 2018
Categorieën
Natuurbericht
Organisatie
Energie
Inventarisatie & monitoring
LIFE BNIP
Natura 2000
Ruimtelijke Ordening
Vogels

Een hoogspanningsleiding tussen het Albertkanaal en de Boudewijnlaan in Diepenbeek kost jaarlijks het leven aan honderden vogels. Dat blijkt uit een onderzoek dat Natuurpunt dit jaar uitvoerde in opdracht van Elia, de beheerder van het hoogspanningsnet. Voor België wordt geschat dat er zich dagelijks minstens 466 vogels te pletter vliegen tegen hoogspanningskabels. Nu de belangrijkste knelpunten gekend zijn, vraagt Natuurpunt om alle ‘zwarte lijnen’ te voorzien van bakens om zo het aantal draadslachtoffers te doen dalen.

België wordt doorkruist door een dicht netwerk aan bovengrondse hoogspanningsleidingen: in totaal gaat het om 5.614 km. Voor vogels vormt dat netwerk vaak een levensgevaarlijke hindernis. Vooral de dunne aardingskabels bovenaan elke leiding vormen een obstakel. Vogels vliegen er (onder andere tijdens het schemerduister en bij slechte weersomstandigheden) met een klap tegenaan en raken daardoor dodelijk gewond of gedood. Het probleem is groot: naar schatting vallen in België elk jaar minstens 170.000 ‘draadslachtoffers’, goed voor 466 per dag.

Er bestaan oplossingen om het risico op zulke ‘aanvliegingen’ aanzienlijk te verkleinen. Zo kunnen de hoogspanningsleidingen worden voorzien van bakens. Dit kunnen ronde (vaak wit of rood gekleurde) bollen zijn die de zichtbaarheid van de hoogspanningsleiding verhogen. Ook vogelkrullen werken goed. Dit zijn spiralen die aan de leidingen kunnen worden bevestigd. Vogelkrullen zijn al goed ingeburgerd in Frankrijk en Spanje en werden door Elia al met succes aangebracht op een ‘zwarte lijn’ in Oudenaarde.

In 2013 gaf Elia aan Natuurpunt en Natagora de opdracht om alle gevaarlijke lijnen in kaart te brengen. Uit deze studie bleek dat 3,4% van het Belgische hoogspanningsnet een hoog risico vormt voor vogels. Medewerkers van Natuurpunt en Natagora bezochten in 2014 elk van deze risicolijnen en stelden een ranking op van de meest gevaarlijke hoogspanningsleidingen in België. Daaruit bleek dat een traject van 4.785 meter tussen het Albertkanaal en de Boudewijnlaan in Diepenbeek erg gevaarlijk was voor (water)vogels die dagelijks pendelen langsheen het Albertkanaal. Vooral meeuwen kruisen de ‘zwarte lijn’ van Diepenbeek bij schemerduister, wanneer ze van de slaapplaats aan de sluis van het Albertkanaal in Genk naar de foerageergebieden in de omgeving vliegen. ’s Ochtends heen, ’s avonds terug, steeds in slechte lichtomstandigheden, soms in de mist. De kans op een aanvlieging met de hoogspanningsleiding is dan ook reëel. Voor alle duidelijkheid: de slachtoffers worden niet geëlektrocuteerd. Daarvoor zou een vogel twee lijnen tegelijk moeten aanraken. Bij grote vogels met lange vleugels (reigers, ooievaars) zou dat kunnen maar de vleugelspanwijdte van de meeste vogelsoorten die regelmatig in België voorkomen, is te klein om een risico op elektrocutie te lopen.

 

Afbeelding
11.jpg

Situering van het opgevolgde traject en van 24 draadslachtoffers die tussen 1 februari 2018 en 31 maart 2018 werden aangetroffen tussen pyloon 9 en pyloon 14 onder de ‘zwarte lijn’ van Diepenbeek.

Tussen 1 februari 2018 en 31 maart 2018 werd 2.053 meter van de ‘zwarte lijn’ van Diepenbeek dagelijks afgewandeld door vrijwilligers van Natuurpunt Diepenbeek, op zoek naar draadslachtoffers. Deze zoektocht leverde 24 draadslachtoffers op, verdeeld over 10 soorten. Concreet ging het om houtduif (7), spreeuw (3), zwarte kraai (3), stadsduif (2), bergeend (1), houtsnip (1), kauw (1), kokmeeuw (1), slobeend (1) en vink (1). Van drie draadslachtoffers konden de restanten niet aan een specifieke soort worden toegekend.


Afbeelding
12.jpg

Deze houtsnip werd als draadslachtoffer gevonden tijdens een opleidingssessie op 27 januari 2018. Ook op 10 februari 2018 werd op het traject een dode houtsnip onder de hoogspanningsleiding gevonden (foto: Koen Thonissen).

Deze aantallen zijn een absoluut minimum. Draadslachtoffers kunnen immers snel worden verwijderd door aaseters (vos, everzwijn, buizerd, …) die in de gekwetste of dode vogels een makkelijke hap vinden. Bovendien worden ook niet alle draadslachtoffers gevonden, bijvoorbeeld omdat ze in hoge vegetatie neervallen. Een minimum van 24 slachtoffers op 59 dagen op een traject van 2.053 meter is in elk geval een verontrustend hoog aantal. Naast de pendelende meeuwen kan de ‘zwarte lijn’ van Diepenbeek ook een bedreiging vormen voor een aantal zeldzame broedvogels van de Maten van Diepenbeek. De Maten is namelijk één van de weinige gebieden in België waar jaarlijks (meerdere) territoria worden vastgesteld van roerdomp en woudaap.

Nu het probleem in kaart gebracht is en efficiënte oplossingen bekend zijn, roept Natuurpunt netwerkbeheerder Elia op om deze ‘zwarte lijn’ van Diepenbeek op korte termijn te voorzien van bebakening. Eerder werd ook de problematiek van de ‘zwarte lijn’ van Kallo al aangekaart door Natuurpunt. Daar sneuvelden onder andere zeldzame en Europees beschermde soorten als lepelaar, roerdomp en woudaap.

Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie