Afbeelding
tangwesp
Garben Logghe

In de ban van de tangwesp

27 feb 2020
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden

De meesten onder ons kennen wespen alleen maar als die vervelende geel-zwarte insecten waar we niets van moeten weten. Maar dan hebben we het maar over een miniem deel van de wespenfamilie: de plooivleugelwespen. Er zijn in totaal meer dan 5.000 wespachtigen en die vervelende groep maakt daar maar 1% van uit. Maak kennis met de tangwesp, een boeiend beest met een akelig groot vangorgaan om zijn gastheer in de tang te houden. 

Een juweeltje onder de parasieten

Tangwespen zijn parasitaire soorten die voor hun voortbestaan afhangen van een gastheer. De tang van de tangwesp dient dus niet om noten te kraken of om sloten open te breken. Vrouwtjes van de tangwesp hanteren ze handig om hun gastheren bij de lurven te grijpen en te fixeren: cicades. Het abnormale vangorgaan bestaat uit een uit de kluiten gewassen klauw die veel groter is dan gezond kan zijn. Het ganse parasitaire proces is niet zo appetijtelijk. Nadat de jonge cicade klem zit, zet de vrouwelijke tangwesp haar eitje af. Vervolgens groeit de larve uitwendig op de gastheer. De ectoparasiet zorgt uiteindelijk voor aansluiting op de bloedbaan van de gastheer, waarna deze finaal het loodje legt. Eenmaal volgroeid spint de larve een cocon om in alle rust tot volle ontwikkeling te komen.

In België en Nederland zijn er ongeveer veertig verschillende soorten tangwespen. Sommige zijn bijzonder klein en komen voor op plaatsen waar je het niet zou verwachten, bijvoorbeeld op brandnetels. De bekendste soorten zijn groter en vind je wel eens op open terrein of duingebieden. 

Gonatopus lunatus, ‘nieuw’ voor Vlaanderen

Dat er in België nog heel wat te ontdekken valt, bewees masterstudent Garben Logghe in augustus 2019. Samen met enkele van zijn vrienden vond hij in het natuurgebied ‘De Fonteintjes’ bij Blankenberge een vreemde wespachtige. Na een korte verplaatsing met de briefpost en enkele maanden engelengeduld bleek het over een vrouwtje van de tangwesp Gonatopus lunatus te gaan. Deze is goed herkenbaar onder de microscoop door de vorm van de tang en het borststuk. Hoewel dit de eerste vondst voor Vlaanderen is, is de kans groot dat deze soort al lang in ons land voorkomt. 

De vondst kadert binnen een onderzoek van de UGent onder leiding van professor Dries Bonte. Met deze studie probeert men een idee te krijgen over hoe de structuur van het voedselweb in helmduinen eruitziet. Dit academisch project levert concrete en nuttige informatie op over onze biodiversiteit. Een biodiversiteit die ons af moet helpen van het stereotiepe beeld van wespen. Een biodiversiteit die ons moet motiveren om meer aandacht te schenken aan de verborgen en kleinere groepen, in de oprechte hoop om ons ecosysteem beter te begrijpen, en beschermen.

Het parasitaire leven als de norm

Hoe kunnen we ons belabberde beeld over wespen bijstellen? Misschien moeten we meer oog hebben voor die grote groep wespen die ons géén kwaad doen. Die wespen, waartoe ook de tangwespen behoren, zijn meestal kleiner, diverser gekleurd, leven alleen (solitair) en zijn vaak parasitair. De groep parasitaire wespen bestaat trouwens uit ruim 3500 soorten waardoor ze ongeveer 60-70% procent uitmaken van de wespachtigen. Parasitisme moet dus niet bekeken worden als iets uitzonderlijk, nee, het is de norm.

Afbeelding
geparasiteerde bladwesplarve

Ectoparasitaire larven van een sluipwesp (Adelognathus sp.) op een bladwesplarve (Allantus viennensis) – © Fons Verheyde

Dit betekent ook dat we een relatief hoge biodiversiteit hebben. Parasieten leven namelijk in voortdurende strijd met hun gastheer, balancerend tussen uitsterving en overbevolking. Vele dieren zijn specialistisch. Zonder die ene gastheer komt het parasitaire organisme in de penarie. De dieren zijn dus belangrijke indicatoren om aan te duiden hoe goed (of slecht) het met ons ecosysteem gesteld is.

Tekst: Fons Verheyde - Validator Hymenoptera/Insectenwerkgroep Natuurpunt De Bron/Aculea

Foto’s: Garben Logghe & Fons Verheyde