Afbeelding
Daas
Jan Soors

Inheemse planten lokken verrassend veel ongewervelden in de stad

20 jul 2020
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Insecten en ongewervelden
Natuur in de stad
Onderzoek

De achteruitgang van insecten blijft een belangrijk thema in het natuurbehoud. Her en der zien we allerlei kleine initiatieven, zoals het inzaaien van bloemen, in de hoop het tij te keren. Ook in stedelijke context kunnen zo’n kleinschalige acties biodiversiteitswinst opleveren. Dat wordt bevestigd in een recente studie uit Duitsland.

Bij aanplantingen op het openbaar domein maken overheden vaak gebruik van exotische dwergstruiken die de naam hebben onderhoudsvriendelijk te zijn. Voorbeelden zijn Symphoricarpus chenaultii “Hancock”, Mahonia aquifolium, Lonicera nitida, L. pileata en Cotoneaster-soorten –misschien zeggen de namen u weinig, tot u naar de foto’s kijkt. Dat type schaamgroen heeft op vlak van biodiversiteit doorgaans weinig te bieden. In het Duitse Riedstadt startte de lokale overheid tien jaar geleden een actie om daarin verandering te brengen. Op heel wat locaties werden de houtige exoten verwijderd om plaats te maken voor een bloemenrijke vegetatie met 40 inheemse planten.

Onderzoekers gingen in 40 proefvlakken na hoe de diversiteit aan ongewervelden zich in die bloemrijke stroken verhield tot de diversiteit onder exotische heesters (Mody et al. 2020). Ze maakten daarbij gebruik van bodemvallen (om bijv. mieren en loopkevers te bemonsteren) en een soort stofzuiger waarmee ondermeer sprinkhanen en andere beestjes werden opgezogen. Daarna werd voor 13 soortgroepen (van hooiwagens, spinnen en springstaartjes tot sprinkhanen, bladluizen en wantsen) nagegaan hoeveel exemplaren er per proefvlak werden aangetroffen. De aantallen kruipende ongewervelden, die in de bodemvallen belandden, lagen 212% hoger in de bloemenstroken dan onder de exotische heesters. Bij de andere bemonsteringsmethode was het verschil nog groter: 260% meer beestjes in de bloemrijke vegetatie. Enkel het aantal muggen was hoger in de heestervegetatie in vergelijking met het bloemrijk grasland.

Afbeelding
bloemen

Deze foto toont hoe weinig diverse groenzones met heesters werden omgevormd tot bloemrijke stroken.

De onderzoekers maken wel een belangrijke kanttekening bij het beheer van die bloemrijke vegetaties. Ze stelden vast dat waar 5 tot 10% van de vegetatie niet gemaaid werd, de aantallen insecten wel 63% hoger lagen in vergelijking met stroken die meer gemaaid werden. Het belang van gefaseerd maaien kan dus moeilijk overschat worden.

Ook opmerkelijk: de onderzoekers bekeken de financiële kant van het verhaal. Het vervangen van heesters door bloemen bracht geen meerkost met zich mee, integendeel. Het onderhoud van deze bloemstroken was beduidend goedkoper dan dat van een houtige vegetatie.

Dit onderzoek toont aan dat zelfs het natuurvriendelijk inrichten van kleine oppervlaktes groen in de stad al op korte termijn tot biodiversiteitswinst leidt. Een voorbeeld dat ongetwijfeld ook in Vlaanderen op heel wat plaatsen kan worden nagevolgd.

Tekst: Wim Veraghtert

Bronnen: Mody K. et al. (2020). Flower power in the city: replacing roadside shrubs by wildflower meadows increases insect numbers and reduces maintainance costs. PlosOne.