Kantelstuw in natuurreservaat het Paddenbroek

In het Paddenbroek in Kluisbergen is een kantelstuw gebouwd aan de overloop van de Molenbeek. Die stuw moet helpen om een optimaal waterpeil te behouden in het natuurreservaat. De werken werden in overleg met Natuurpunt gepland en deskundig uitgevoerd door de provincie Oost-Vlaanderen, beheerder van de beek.

Conservator Thijs Lietaer kan zelf de stuw instellen. Het is de bedoeling dat tijdens de winter zoveel mogelijk water in het natuurreservaat opgehouden wordt om te voorkomen dat het waterpeil van de beken en centrale vijver te snel daalt als er in de lente en zomer te weinig neerslag valt.

‘s Zomers zal de waterstand natuurlijk altijd verlagen door verdamping, maar een goed gebruik van de kantelstuw, mede door het nauwkeurig opvolgen van de peilbuizen zal zeker een positief effect hebben. 

Verdroging betekent sowieso een groot verlies aan biodiversiteit. Het Paddenbroek is van nature een moerasgebied, een restant uit de oude ijstijdvallei van de Schelde. Een hoge waterstand is onontbeerlijk om de typische moerasvegetatie in stand te houden. Dotterbloemen, poelruit, het zeldzame moeraskruiskruid en de verschillende riet- en zeggegebieden hebben een hoge winterse waterstand nodig. Door de droogte van afgelopen jaren zagen we dat de moerasplanten geleidelijk aan verdrongen worden door planten die niet in het gebied thuishoren. 

Met het verdwijnen van de oorspronkelijke flora, komen ook de insecten en andere dieren die van deze planten afhankelijk zijn in de problemen. We denken niet alleen aan de mooie populatie moerassprinkhaan, maar ook aan de vele soorten libellen die het Paddenbroek rijk is. Daarnaast is water onontbeerlijk voor de vele soorten amfibieën.

Insecten en amfibieën zijn op hun beurt belangrijk als voedsel voor de water- en trekvogels die in het Paddenbroek pleisteren. 

Trouwens ook voor het visbestand is het een goede zaak dat het waterstand ‘s zomers niet te veel zakt! De kantelstuw is overigens voorzien van een vistrap om paling toe te laten te migreren. Wie weet krijgen we deze soort opnieuw in het Paddenbroek?