Afbeelding
Landkaartje
Paul Wouters/Marianne Horemans

Komt het nog goed met de netelvlinders?

1 jul 2019
Categorieën
Natuurbericht
Klimaat
Vlinders


Normale jaren bestaan niet meer, dat wordt nog maar eens geïllustreerd door 2019. Na redelijke aantallen vlinders in het voorjaar, volgde een wisselvallige meimaand die de ontwikkeling van zomervlinders vertraagde. Heel wat soorten startten dus wat later aan hun vliegseizoen. Maar of het dit jaar nog goed komt met de vlinders die aan netels gebonden zijn, is zeer de vraag.

Na het record-droge en warme 2018 was het spannend uitkijken naar de effecten op de vlinders. De geschiedenis leert ons dat warme jaren wel eens gevolgd worden door rampjaren. Zou dat dit jaar ook zo zijn?

2019 ging veelbelovend van start. Citroenvlinders kwamen zonder kleerscheuren de winter door en vlogen (of vliegen nog steeds) massaal. Een tiental jaren geleden zaten ze nog in een diep dal, maar daar zijn ze nu helemaal uitgeklommen. Het groentje vloog in mooie aantallen. Het oranjetipje kende een bovengemiddeld vliegseizoen. Ook de zeldzame veldparelmoervlinder beleeft een topjaar. 

Als de vliegtijd van die lentesoorten erop zit, volgen, normaliter vanaf eind mei, de zomersoorten, zoals dikkopjes en zandoogjes. Het merendeel van die soorten kende een verlate start van de vliegperiode. Maar nu blijken ze er toch te zijn. De ene soort (groot dikkopje) scoort slechter dan in een gemiddeld jaar, de andere beter (bruin zandoogje). 

Netelvlinders
Een aparte categorie onder de dagvlinders zijn de netelvlinders: vlindersoorten die hun eitjes enkel (of voornamelijk) op brandnetels leggen: kleine vos, landkaartje, dagpauwoog, atalanta en gehakkelde aurelia. Voor enkele van die soorten lijkt de toestand dramatisch. Kleine vos zit al enkele jaren in een sukkelstraatje en lijkt daar maar niet uit te komen. Maar dagpauwoog en landkaartje, twee algemene soorten, hebben enorme klappen gekregen door de zomerdroogte van 2018. Netels zijn toen verdord, waardoor rupsen verdroogd of verhongerd zijn. Dat resulteerde al in lage aantallen dagpauwogen in september vorig jaar, en ook nu nog zijn de aantallen abnormaal laag. En dat terwijl de dagpauwoog een courante tuinvlinder is, die al meer dan eens op nummer één stond in de vlindertelling van Natuurpunt. Het landkaartje is een soort met twee generaties: ze vliegen in april-mei en daarna opnieuw in juli (een zomergeneratie). De lente was voor het landkaartje al rampzalig en ook van de zomergeneratie lijkt niet veel in huis te komen. 


Afbeelding
Trend Landkaartje 2019

Het Landkaartje beleeft een slecht jaar, zo blijkt uit deze trendberekening op basis van data uit waarnemingen.be. De getallen zijn weeknummers. 

Voor gehakkelde aurelia en atalanta ziet het er minder erg uit. Dat valt te verklaren doordat gehakkelde aurelia naast brandnetel nog andere waardplanten gebruikt (hop, iep, etc.). De atalanta is dan weer een vlinder die veel zwerft: de aantallen bij ons worden aangevuld door vlinders die aankomen vanuit Frankrijk. Nog een opmerkelijke trekvlinder, de distelvlinder, kent ook een topjaar. 

De vlindertelling van Natuurpunt, dit jaar van 6 tot 28 juli, belooft interessant te worden. Gaan we toch nog een zomer met dagpauwogen en landkaartjes hebben? Hoe zal het het oranje zandoogje vergaan (waarvan de vliegtijd nog moet starten)? Leveren tuintellingen opnieuw verrassingen op, zoals zeldzame weerschijnvlinders en keizersmantels?  Gaan de aantallen distelvlinders de piek uit recordjaar 2009 evenaren? 

Redenen genoeg om mee te tellen en uit te kijken naar al wat fladdert in je tuin!

Meer info: www.vlindertelling.be

Tekst: Wim Veraghtert