In Maasmechelen pleistert al geruime tijd een Bonte Kraai. Ook in De Haan, een heel andere uithoek van Vlaanderen is er deze winter nog een gesignaleerd. Van courante wintergast is deze nauwe verwant van onze Zwarte Kraai uitgegroeid tot een heuse zeldzaamheid in Vlaanderen.
Zwarte en Bonte Kraai werden vroeger zelfs aanzien als ondersoorten. De Zwarte is bij ons een heel gewone verschijning, toch komt die niet in heel Europa voor. Het valt mensen die op vakantie gaan in meer oostelijke delen van Europa vaak op dat de kraaien er daar anders uitzien. Ze zijn niet volledig zwart maar tweekleurig: zwarte vleugels, kop en staart contrasteren met een grijs lichaam. Zwarte Kraai komt inderdaad enkel in het zuidwesten tot noordwesten van Europa voor. Het verspreidingsgebied van Bonte Kraai is een pak groter en strekt zich uit van Italië, Duitsland (ten oosten van de Elbe) en Scandinavië tot diep in het oosten.
Vroeger was de Bonte Kraai een heel gewone wintergast in Vlaanderen. Ze prijken zelfs op de winterse taferelen van Pieter Bruegel de Oude. Rond 1900 reikte hun overwinteringsgebied tot in Zuid-Frankrijk. In de loop van de vorige eeuw begonnen de aantallen overwinteraars terug te lopen. Toch ging het zelfs enkele decennia geleden in onze contreien nog om nog flinke aantallen. Zo zag men in Kalmthout op 29 december 1981 nog 300 ex. samen en in het Zwin konden zelfs ca. 1000 ex. geteld worden op een slaapplaats. In Nederland overwinterden er begin jaren tachtig nog ca. 26.000 ex. Dat is ondertussen wel even anders. Als er nu nog ergens een Bonte Kraai opduikt komen vogelkijkers van heinde en verre er op af.
Je zou geneigd zijn om te denken dat het slecht gaat met de Bonte Kraai. Dat is gelukkig niet zo. Het gaat hen zelfs eerder voor de wind. Maar ze trekken gewoon niet meer zo ver weg. En nee, voor één keer lijkt klimaatverandering hier niet mee te spelen. De in hun broedgebied uiterst strenge winter van 1987 had kennelijk geen negatieve impact op de broedpopulatie in Finland. In Limosa (2017) geeft van Manen aan dat de mens hoogstwaarschijnlijk de oorzaak is voor hun gewijzigd trekgedrag: door de bevolkingstoename en grotere afvalstroom vinden ze voldoende voedsel in Scandinavië en moeten ze niet zo nodig meer die verre tocht ondernemen.
Het moge duidelijk zijn: wie nog een Bonte Kraai wil zien in België moet zich stilaan haasten. We mogen hopen dat de lokale jagers dit niet voor een gewone kraai aanzien.
Koen Leysen, Natuurpunt CVN
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief