Afbeelding
Wim Declercq

Laatste West-Vlaamse populatie Heidesabelsprinkhaan nog niet verdwenen

7 sep 2015
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden
Inventarisatie & monitoring
Natura 2000

Het voormalige munitiedepot Vloethemveld in Zedelgem, dat beheerd wordt door het Agentschap voor Natuur en Bos, is al langere tijd de enige locatie in West-Vlaanderen waar de Heidesabelsprinkhaan voorkomt. In 2009 werd deze soort het laatst waargenomen en er werd gevreesd dat het lot van deze heidebewoner bezegeld was. Begin augustus 2015 werd er door Saltabel, de Sprinkhanenwerkgroep van Natuurpunt, een excursie georganiseerd, om gericht te zoeken naar deze sprinkhaansoort. Met succes.

De Heidesabelsprinkhaan is een overwegend bruine sabelsprinkhaan met een groen halsschild en groene vleugels. Hij lijkt sterk op bepaalde andere sabelsprinkhanen zoals de Greppelsprinkhaan, maar kan onderscheiden  worden door de beperkte witte omzoming aan het halsschild. Zijn habitat bestaat vrijwel uitsluitend uit heideterreinen. Zowel natte als vrij droge heide komen in aanmerking, maar ook in dichte, monotone grasmatten van Pijpenstrootje komt deze soort volop voor. Hij zit vaak goed verscholen in dit terrein waardoor hij moeilijk te vinden is. Een batdetector, waarmee je behalve vleermuizen ook de zang van een sprinkhaan kan registreren, vergemakkelijkt het waarnemen van de soort aanzienlijk. De soort komt in heel Europa voor, overwegend op zandgronden. In Vlaanderen valt het hoofdareaal samen met de verspreiding van heideterreinen: de Kempen en slechts enkele kleinere, verspreid liggende heiderelicten hierbuiten.

Het Vloethemveld is een relict van de typische middeleeuwse wastine in de streek tussen Brugge en Gent, de zogenaamde Noord-Vlaamse Veldzone. In 1924 legde de Belgische staat een militair domein aan op 180 ha van het gebied. Door het gevoerde beheer bleven belangrijke relicten van het middeleeuwse wastinelandschap bewaard. Dat beheer verhinderde namelijk elke boomopslag, maar niet het voortbestaan van de heiderelicten. In 1980 nam Waters en Bossen de helft van het munitiedepot over en in 2008 werd ook de andere helft verworven. In die overnameperiode verboste opnieuw een belangrijk gedeelte van het gebied, maar vanaf 2004 en vooral vanaf 2008 werden ernstige inspanningen geleverd door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) om de heide en de heischrale graslanden te herstellen, mede dankzij een Europees LIFE project.

Behalve in Vloethemveld was er in West-Vlaanderen slechts één andere plaats, in Bulskampveld in Hertsberge, op de grens met Oost-Vlaanderen, waar Heidesabelsprinkhanen voorkwamen. Daar is de soort echter al meer dan 25 jaar verdwenen, meer bepaald nadat de heide er omgezet ward naar woongebied... Door de sterke verbossing in de jaren 80 en 90 in Vloethemveld werd daar hetzelfde gevreesd. Het heideherstel leek net te laat te komen. Bij de monitoring van het heideherstel in 2009 werd door Natuurpunt slechts één vrouwtje Heidesabelsprinhaan gevonden in het grootste (bij de werken uitgespaarde) vochtige heiderelict. Hoewel deze waarneming een lichtpuntje was, werden er de volgende jaren geen waarnemingen meer gedaan.

Begin augustus 2015 organiseerde Saltabel, de sprinkhanenwerkgroep van Natuurpunt, een excursie met als doel de Heidesabelsprinkhaan terug te vinden. De excursie startte met sleepvangsten door een gebied met afwisselend Struikheide en Rode dopheide. Een ideaal terrein voor Heidesabelsprinkhanen, maar zonder resultaat. Kort nadien werden, in een hoger stukje Struikheide, maar liefst drie vrouwtjes Heidesabelsprinkhaan gevonden. Dit was op dezelfde plaats als waar ze in 2009 nog voorkwam. Een mooie bevestiging van de populatie die dus nooit verdwenen is geweest uit West-Vlaanderen.

Naast deze zeer mooie vondst werd –onverwacht, want het was niet bekend dat de soort in de directe omgeving voorkwam- ook nog een Blauwvleugelsprinkhaan gevonden. Deze soort komt van nature ook in heide en duinen voor, maar is dankzij zijn lange vleugels veel mobieler dan de Heidesabelsprinkhaan en kan dus makkelijker nieuwe gebieden koloniseren. De Heidesabelsprinkhaan is kort gevleugeld en kan niet vliegen. Dit maakt de soort zeer kwetsbaar voor versnippering van de heide.

Opgepast: het voormalige munitiedepot is niet vrij toegankelijk. Maar het omliggende domeinbos is het ideale decor voor een zondagse uitstap. Vorig jaar werd de nieuwe uitkijktoren gebouwd die een prachtig zicht biedt op het voormalig militair domein.

Tekst: Robbe Cool, Saltabel en Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM) &  Jorg Lambrechts, Saltabel en Natuurpunt Studie
Foto: Wim Declercq