Afbeelding
bootcamp
Hendrik Moeremans

Landbouwers en natuurbeschermers onder één dak voor boerennatuur

3 apr 2019
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Biotopen en habitats
Dag van de Boerennatuur
Landbouw
LIFE BNIP
Natura 2000


Het lijkt niet evident om landbouwers en natuurbeschermers met elkaar te verbinden. Na de tweede wereldoorlog evolueerde de landbouwsector in sneltempo richting intensiever en grootschaliger. De boerennatuur, die oorspronkelijk bij de landbouw hoorde, ging hiermee sterk achteruit en natuurbescherming drong zich op. Nochtans hebben beide partijen iets dat hen bindt: het gebruik van het land. Daarbij staat het behoud van de schaarse resterende open ruimte voorop.

Vandaag zet de landbouwsector al een goed beentje voor. Zo sluiten individuele landbouwers, op vrijwillige basis, overeenkomsten af om de biodiversiteit op hun percelen te verhogen, en krijgen een vergoeding voor de bijbehorende kosten of inspanningen. De beheerovereenkomsten van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) zijn hier een voorbeeld van. Een andere vorm van samenwerking betreft de gebruiksovereenkomsten die Natuurpunt als terreinbeheerder afsluit met lokale landbouwers in het kader van regulier graslandbeheer (maaien, begrazen), een win-win voor beide partijen.

Reconnect Farmers & Nature

Het Europees project ‘Reconnect Farmers & Nature’ bracht op 19 en 20 januari 2019 landbouwers en natuurbeschermers samen onder één dak te midden van de akkerplateaus in de gemeente Landen. Op Kasteelhoeve Wange konden zij vrijuit praten over hoe en waar kansen voor boerennatuur zich voordoen. Na een ronde speeddates ter kennismaking, werden andere onderwerpen bespreekbaar. Hieronder een korte bloemlezing met een blik op de toekomst.

  • Het behoud van soortenrijke graslanden binnen natuurgebied vraagt een afgestemd beheer. Afhankelijk van de bodemgesteldheid, worden deze terreinen geregeld door professionele beheerploegen beheerd (bv. maaien van veengraslanden met hoge kweldruk, moeilijk bereikbare hellinggraslanden) of door lokale landbouwers (bv. begrazing in vochtige komgronden, hooilandbeheer op de drogere valleiflanken). Waar maaibeheer of (opvolgend na-)begrazing door een kudde grote grazers voorzien is, lijkt het logisch dat de terreinbeheerder lokale landbouwers aanspreekt voor een transparante samenwerking. In natuurgebieden zijn daar strikte voorwaarden aan verbonden in functie van natuurbehoud zoals: het niet gebruiken van pesticiden, nulbemesting, niet slepen van de bodem of de maaidata. Dit bespaart de terreinbeheerder heel wat moeite en de landbouwer wint bij het gratis gebruik. Een goede dialoog tussen boer en natuurbeschermer vormt de basis, en brengt op die manier landbouw en natuur dichter bij elkaar via een model van wederzijdse waardering. Zo gebeurt het nu ook al op vele plaatsen. Zo had Natuurpunt in 2018 gebruiksovereenkomsten lopen met maar liefst 740 lokale landbouwers. Zonder dubbels mee te tellen (sommige blokken worden gemaaid door de ene landbouwer, en nabegraasd door een andere) bestreken deze gebruiksovereenkomsten een totale oppervlakte van 4.530 hectare, verdeeld over 258 natuurgebieden. Uiteraard, graslanden onder natuurbeheer verschralen onder de nulbemesting, en bijgevolg daalt de biomassaproductie geleidelijk. Hoe een landbouwer dergelijke evoluties op een rendabele manier kan inbouwen in zijn bedrijfsvoering kan dan onderling verder bekeken worden, een uitdaging voor de toekomst.

  • Appreciatie stroomt voort uit kennis, en begrip groeit via betrokkenheid. Wie begrijpt waarvoor hij werkt, kan hieruit extra motivatie putten. Binnen de samenwerking met landbouwers in functie van natuurbeheer is het steeds belangrijk de aandacht te vestigen op de natuurdoelstellingen, en hoe de beheermaatregelen daarin passen. Vaak leidt een onderling gesprek tot betere inzichten, zeker als de landbouwer de terreinen al langer kent (‘rotte plekken’, periode van sterkste groei,…).  De fierheid die de natuurbeschermer kan delen met de landbouwer werkt zelfs versterkend: nabegrazing in september voor de wantsenwasplaat, een extra vroege maaibeurt voor blauwe knoop in mei of een uitgestelde maaidatum voor graslanddagvlinders begin juli. Het delen van deze inzichten kan net dat duwtje in de rug geven voor de landbouwer om nabij het natuurgebied op eigen percelen versterkend te werken (bv. grasklaver inzaaien aan de rand van het natuurgebied in plaats van daar te akkeren) en zo ook in de eigen bedrijfsvoering soortgelijke maatregelen toe te passen. Het omgekeerde geldt voor natuurbeschermers: inzicht in hoe een landbouwbedrijf functioneert en wat de specifieke noden zijn, zicht op het machinepark, gecombineerd met respect voor inspanningen die een landbouwer dagelijks levert om zijn producten op de markt te brengen, brengt waardering voor de harde stiel. Deze betere verstandhouding en dialoog dragen vervolgens bij tot een betere afstemming qua terreingebruik: waar en hoe kan er met welke landbouwer best worden samengewerkt? Meer nog, wanneer zowel natuurbeschermer als landbouwer ook de consument informeren, betekent dit in de toekomst een meerwaarde voor het product (lokaal valleigras in plaats van geïmporteerde soja voor het rund, gecomposteerd maaisel en/of hakselhout voor de groententeelt) en draagt zo bij tot een duurzame, meer lokale afzetmarkt.


Afbeelding
Bootcamp boerennatuur

Meerwaarde

Centraal in het project staat telkens een lokaal netwerk van landbouwers en natuurbeschermers die elkaar kennen en (durven) vertrouwen. Beide partijen bevestigden tijdens het Reconnect-weekend dat het vandaag al plaats vindt, en zelfs mondjesmaat aan terrein wint. Dit bewijzen ook de langdurige gebruiksovereenkomsten in de natuurgebieden Uitkerkse Polder of in de Getevallei (Aronst Hoek, Grote Getevallei). Boerennatuur overschrijdt de grenzen van zowel het natuurgebied als het boerenland, en gaan idealiter naadloos in elkaar over. Waar een landbouwbedrijf parallel aan het natuurbeheer dat hij uitvoert er voor kiest  om natuurinclusieve landbouw op zijn eigen gronden toe te passen, ontstaat een meerwaarde voor beide partijen. Zeker waar deze gronden elkaar raken, kan werk worden gemaakt van een beter afgestemd beheer zoals het doorschuiven van grote grazers tussen verschillende beheerblokken.

Samenwerken

Dat dergelijke vergaande samenwerking nog deels in de kinderschoenen staat, hoeft geen betoog gezien de polarisatie die het open ruimtegebruik overal ten lande kenmerkt. Gebruik van gronden door landbouwers in natuurgebieden zal altijd onder strikte voorwaarden plaatsvinden en dus ten dienste van natuurbehoud en biodiversiteit. Omdat gebruik zonder toevoeging van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen finaal gepaard gaat met lagere opbrengsten, is het moeilijk dit in eender welke landbouwbedrijfsvoering in te passen. Het Reconnect-weekend toonde weliswaar dat een nieuwe lichting van zowel landbouwers als natuurbeschermers klaar staan raakvlakken op te zoeken en strategieën uit te denken, eerder dan de polarisatie ‘landbouw – natuur’ verder in stand te houden. Enkel zo zal een duurzame samenwerking rond de instandhouding van de resterende open ruimte in Vlaanderen mogelijk zijn. En waar natuur en landbouw samenkomen, kunnen prachtige dingen ontstaan. Dat weten wij als gedreven natuurbeschermers al langer dan gisteren… Let’s go!


Tekst:

  • Matthias Strubbe, Natuurpunt Beheer 
  • Katrien Degreef, Natuurpunt Beleid
  • Kevin Lambeets, Natuurpunt Beheer

Meer lezen:

* Natuur-inclusieve landbouw (Freek Verdonckt, Natuurpunt Beleid)

* Landbouw als partner in het beheer van de Uitkerkse Polder (John Van Gompel, Natuur.focus 2015-1)

 

Afbeelding
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie.

    

Reconnect Farmers & Nature is een project van Natuurpunt in samenwerking met Natagora en met de steun van de Europese Commissie