Afbeelding
Rode schorpioenmier
Marc Vandenberghe

Langverwachte mierensoort duikt eindelijk op in België

12 dec 2022
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden

Tot en met vorig jaar werden in België 97 soorten mieren uit 30 genera gevonden. Dit voorjaar kon daar, door een melding op waarnemingen.be, een nieuw genus aan toegevoegd worden. Deze waarneming is opnieuw een duidelijk voorbeeld van hoe burgerwetenschap en het registreren van ongedetermineerde fauna en flora een grote meerwaarde kunnen zijn voor het in kaart brengen of ontdekken van interessante soorten.

Een verwachte verrassing in Brussel

Op 2 maart 2022 vond Marc Vandenberghe een opvallende mier in Oudergem. Hij voerde ze in op waarnemingen als ‘mier onbekend’ en voegde foto’s toe omdat hij de soort niet meteen kon thuisbrengen.

Nog dezelfde dag merkte validator Augustijn De Ketelaere de foto’s op en zag al snel zag dat dit hoogstwaarschijnlijk over een Zuiderse soort ging die nog niet eerder gevonden was in België: de rode schorpioenmier (Crematogaster scutellaris). Aangezien er wereldwijd een groot aantal soorten Crematogaster voorkomen, was het nodig om een specimen microscopisch te onderzoeken. Wouter Dekoninck (Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) kon, nadat 2 miertjes opgestuurd werden door de ontdekker, bevestigen dat het inderdaad om de rode schorpioenmier ging, een soort die in België al langer verwacht werd. De soort is reeds bekend van Nederland sinds 1993 en is daar op 28 locaties gevonden.

Afbeelding
Rode schorpioenmier

Mogelijke herkomst

De rode schorpioenmier komt van nature voor in regio’s met mediterraan klimaat rond de Middellandse zee. De soort wordt geregeld geïntroduceerd in Noord-Europa, maar men verwacht dat ze zich door de klimaatopwarming ook op natuurlijke wijze verder noordwaarts zal kunnen uitbreiden. De introductie vindt voornamelijk plaats met goederen zoals hout, kurk, levende planten, etc.,  maar er zijn ook meldingen van kolonies die meereisden met caravans of auto’s in Zuid-Duitsland. Het grote nest in Oudergem is mogelijk enkele jaren geleden meegekomen met de balk van de poort, waar het huidige nest gesitueerd is. De komst van deze soort is niet meteen alarmerend want voor zover we weten is ze compleet ongevaarlijk. Tot op heden is er nog geen bewijs dat er een impact is op de lokale biodiversiteit.

Zonder twijfel zijn er nog meer zuiderse soorten te verwachten de komende jaren!

Bron: Bulletin de la Société royale belge d’Entomologie/Bulletin van de Koninklijke Belgische vereniging voor entomologie 158(2):175-182 en voor meer info: https://www.researchgate.net/publication/365792484_First_outdoor_record_of_Crematogaster_scutellaris_Olivier_1792_in_Belgium_Hymenoptera_Formicidae

Tekst: Augustijn De Ketelaere (validator waarnemingen.be voor wespen & mieren)