Merelbeke wil de biodiversiteit op haar grondgebied zo goed mogelijk in kaart brengen. Hiervoor worden vrijwilligers maximaal ondersteund door het gemeentebestuur. Alle inventarisatiewerk toonde aan dat in Merelbeke heel wat soorten voorkomen. Eerder werd al bericht over de hoge aantallen amfibieën. Recent werd ook de kaap van 1.000 soorten nachtvlinders overschreden.
Nachtvlinders bleven lang onder de radar. Het aantal determinatiewerken was beperkt, de meeste soorten hadden enkel een wetenschappelijke naam en het was niet zo gemakkelijk om deze soortgroep op een gestandaardiseerde manier te onderzoeken. Met de publicatie van een Nederlandstalige veldgids en het beschikbaar worden van handige nachtvlindervallen kwam hierin een ommekeer. Op korte tijd nam het onderzoek naar nachtvlinders een hoge vlucht, ook in Merelbeke.
De eerste gedocumenteerde waarneming van een nachtvlinder in Merelbeke dateert van 16 augustus 1908: toen werd een oranje agaatspanner ingezameld, een soort die sindsdien niet meer in de gemeente werd opgemerkt. In de 20ste eeuw werden in Merelbeke slechts 53 soorten geregistreerd. Het gros van deze soorten werd vastgesteld door een handvol waarnemers. De inventarisatie van nachtvlinders kwam pas echt in een stroomversnelling toen het gemeentebestuur de vrijwilligers voorzag van degelijk onderzoeksmateriaal. Door de aankoop van een aantal nachtvlindervallen, een stroomgenerator, biobrandstof en enkele haspels startte een klein groepje enthousiaste onderzoekers met grondig inventarisatiewerk.
Met de hulp van de gemeenten, werd ook een ‘service’ aangeboden aan de inwoners van Merelbeke om in de tuinen nachtvlinders te inventariseren. Dat was vaak ook een goede gelegenheid om de buurt eens uit te nodigen voor een ‘ontbijt met nachtvlinders’ (foto: Dominique Verbelen).
Intussen telt de Merelbeekse checklist van nachtvlinders 1005 soorten. In Vlaanderen werden slechts in 27 gemeenten meer soorten vastgesteld. In Oost-Vlaanderen moet Merelbeke enkel Gent en Oudenaarde laten voorgaan (met resp. 1283 en 1204 soorten). Deze aantallen moeten enigszins worden genuanceerd: niet elke gemeente is immers even groot en niet overal werden nachtvlinders even intensief geïnventariseerd (hoe meer er wordt gezocht, hoe meer er vaak wordt gevonden). Toch is de Merelbeekse soortenlijst veelzeggend, vooral omdat er heel wat soorten voorkomen die typisch zijn voor zeldzamere biotopen.
Aantal soorten nachtvlinders die in Merelbeke werden waargenomen per jaar en cumulatief over de jaren heen (grafiek: Hugo Van Doorslaer)
Merelbeke doet het vooral goed met moerassoorten. Dat is niet zo verwonderlijk. Natuurpunt werkt - in nauwe samenwerking met de gemeente - sinds 1996 aan de uitbouw van een ecologisch erg waardevol natuurgebied in de vallei van de Boven-Schelde. De mix van natte hooilanden, grote zeggevegetaties, rietruigtes, begeleidede wilgenkoepels en elzenbroeken vormt een geschikt leefgebied voor heel wat soorten. In Vlaanderen zijn 33 soorten macro-nachtvlinders typisch voor dit soort moerasvegetaties. Tijdens de inventarisaties in de Merelbeekse Scheldemeersen werden intussen al 22 (van de 33) soorten ‘moerasnachtvlinders’ vastgesteld. Dit is best veel, vooral omdat het gros werd geregistreerd tijdens amper 24 vangstnachten (hoofdzakelijk in juni, juli en augustus) op één hooiland. Een aantal van deze soorten is ook opgenomen op de Rode Lijst van de macro-nachtvlinders van Vlaanderen. De zeldzaamste soort is zondermeer de splinterstreep. In de 20ste eeuw was dit nog een gewone soort die in allerlei vochtige biotopen te vinden was. De geschatte historische achteruitgang bedraagt -51% en ook de voorbije 10 jaar blijft de soort het slecht doen (-78%). Daarom werd de splinterstreep opgenomen in de categorie ‘Ernstig Bedreigd’.
De vallei van de Boven-Schelde is één van de biologische hotspots in de regio (foto: Norbert Huys)
Uit de categorie ‘Bedreigd’ werden o.a. moeraswalstrospanner, witkraagrietboorder en zilverhaak opgemerkt. Ook de pijlkruidspanner (eveneens een moerassoort uit de Rode Lijst-categorie ‘Bedreigd’) is het vermelden waard. Deze soort is altijd al zeldzaam geweest in Vlaanderen en vertoont t.o.v. de periode 1980-2012 een afname in verspreiding met -47%. De voorbije tien jaar ging de soort verder achteruit (-85%). De soort is weinig mobiel en wordt buiten natuurgebieden weinig waargenomen. In Merelbeke werden pijlkruidspanners vooral waargenomen in het Provinciaal Domein ‘Het Gentbos’, met een maximum van 25 ex. op 13 juni 2011.
Naast de Scheldevallei zijn ook de Makegemse Bossen één van de biodiversiteitshotspots van de gemeente. Dit oud boscomplex werd vooralsnog minder goed onderzocht op nachtvlinders maar enkele zeldzamere soorten (bruine groenuil, coureurmotje, donkere jota-uil, drievlekdwergspanner, kleine slakrups, reehoefbladroller) laten wel vermoeden dat verder onderzoek zeker de moeite zou kunnen lonen. De aanwezigheid van de bruine groenuil is belangwekkend. Deze soort - die in de Rode Lijst van de macro-nachtvlinders van Vlaanderen is opgenomen in de categorie ‘Bedreigd’ - leeft vooral in (vochtige) loofbossen en struwelen. De bolwerken van deze soort liggen in Vlaams-Brabant en de Vlaamse Ardennen. De historische afname in het areaal wordt op -35% geschat, maar vooral de voorbije 10 jaar is de trend zorgwekkend (-98%). In Merelbeke werd de soort al herhaaldelijk gevangen in het Gentbos, het Harentbeekbos, het Makenbos en de Scheldevallei.
Veel inventariseren levert ook soms echte verrassingen op. Zo ving Hugo Van Doorslaer op 3 juli 2009 in zijn tuin in het centrum van Merelbeke het eerste klein geel weeskind voor Vlaanderen. En ook de waarneming van een heideschaaruil op 21 mei 2020 in het Makenbos is de enige Vlaamse waarneming van deze soort die normaal enkel in Hoog-België voorkomt.
De komende jaren zal de inventarisatie van nachtvlinders in Merelbeke worden verdergezet. Een deel van de gemeente werd nog niet of nauwelijks onderzocht. Nieuwe natuurontwikkelingsprojecten in de rand van de Makegemse Bossen staan alvast op de onderzoeksagenda.
Deze inventarisaties worden mogelijk gemaakt dankzij de blijvende ondersteuning vanuit de gemeente.
Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief