Afbeelding
Arrhenia discorosea
Lieve Jacobs

Nieuwe paddenstoel voor de Benelux in de Hagelandse vallei

9 nov 2020
Categorieën
Natuurbericht


In het natuurgebied Hagelandse vallei van Natuurpunt Holsbeek (Vlaams-Brabant) werden de afgelopen jaren al verschillende zeldzame paddenstoelen gevonden. Eind oktober werd  nog een topsoort aan het lijstje toegevoegd, Arrhenia discorosea, nieuw voor de Benelux. Deze soort is in Oost en Zuid-Europa gekend als opruimer van vermolmd hout in riviervalleien en werd hier in de vallei aangetroffen in een oud populierenbos. Vanwege de voorkeur voor vermolmd dood hout stellen we als Nederlandse naam Molmtrechtertje voor.

In de Hagelandse vallei werden de voorbije jaren al heel wat zeldzame paddenstoelen gevonden.  De afwisseling van oud-bosfragmenten, hooilanden en populieraanplanten in het uitgestrekte valleigebied zorgt ervoor dat talloze soorten met uiteenlopende levenswijzen er kunnen floreren. Ook dit jaar stelde het gebied niet teleur. Tijdens een wandeling eind oktober, merkte Lieve Jacobs enkele bekerzwammen op op een dode populierenstam langs het pad. Maar eenmaal bij de stam aangekomen viel haar oog op enkele opvallend paarsbruin gekleurde paddenstoelen die ze niet direct herkende. Na wat opzoekingswerk thuis kwam de naam Arrhenia discorosea uit de bus. Het is een opvallende paddenstoel, maar heeft toch geen Nederlandse naam, wat betekent dat de soort nog niet is waargenomen in Vlaanderen en Nederland.

Kenmerken

Het is een prachtig paarsbruin paddenstoeltje met zwarte schubjes op de hoed en roze zwamvlokresten die zichtbaar zijn aan de basis van de steel.  De plaatjes zijn rozerood en zijn breed aan de steel aangehecht. Het paddenstoeltje heeft op jonge leeftijd een bol hoedje, maar bij oudere exemplaren is het hoedje meer trechtervormig. De roze kleur van de sporen wordt duidelijk bij het maken van een sporenprint (de paddenstoel een nachtje op een papier laten liggen met de plaatjes naar beneden), die een kenmerkende lichtroze kleur heeft.

Vindplaats

Arrhenia discorosea is een zeldzame soort van bossen in riviervalleien in zuidelijk en oostelijk Europa, waar ze voorkomt op dikke, vermolmde stammen van bomen als ratelpopulier, iep en linde. De stammen moeten heel vochtig blijven, dus ze liggen vaak op natte plaatsen op de grond. Het voorkomen op vermolmd dood hout vormde de inspiratie voor de Nederlandse naam: molmtrechtertje. Aangezien de soort over heel het verspreidingsgebied zeldzaam is en dikke, vermolmde populierenstammen ook een zeldzaamheid zijn, is de soort opgenomen in het Global Fungal Red List Initiative, de wereldwijde Rode Lijst van bedreigde paddenstoelen. 

De vondst werd gedaan in een oude populierenaanplant, waar het bos na aankoop met rust gelaten werd. Door het aftakelen van de oude populieren kwam er al snel veel groot dood hout in het gebied waar deze soort duidelijk van profiteert. Naast heel wat paddenstoelen is groot dood hout ook belangrijk voor tal van insecten zoals aan hout gebonden zweefvliegen. De Hagelandse vallei is bijvoorbeeld een van de weinige gebieden in Vlaanderen waar je zowel hommelmallota als de 4 soorten woudzwevers kan aantreffen.


Afbeelding
Biotoop molmtrechtertje Ward Tamsyn

Op deze liggende populierenstammen groeit het molmtrechtertje tussen opvallende bekerzwammen (foto: Ward Tamsyn).

Populieren worden vaak verguisd door natuurbeschermers, omdat ze meestal zijn ingeplant op plaatsen waar vroeger bloemrijke dotterbloem- en blauwgraslanden waren. Maar in afwachting van de opbouw van een oud bos met inheemse soorten en veel dood hout, spelen populieren een belangrijke rol voor soorten die gebonden zijn aan groot dood hout. Want in onze  Vlaamse valleien staan door de decennialange populierenteelt nog weinig andere oude loofbomen.

Wil je zelf ook deze soort vinden? Ga dan op zoek naar dikke, liggende populieren (op vochtige bodem) waarvan de schors al verdwenen is en het hout al wat vermolmd is. Voer je waarneming zeker in op waarnemingen.be!

Auteurs: Margaux Boeraeve (KU Leuven, onderzoeksgroep Plant Conservation & Population Biology) en Ward Tamsyn (Natuurpunt Studie).