Afbeelding
Steppearend
René vander Linden

Nu ook steppearend in België!

2 jun 2020
Categorieën
Natuurbericht
Roofvogels
Vogels

Op 21 mei 2020 merkte Olivier Dochy een hoog overtrekkende steppearend op in Dranouter. Deze vogel werd even later gefotografeerd boven Brugge. Tegen de avond landde de arend in Nederland. Het is pas de vierde keer dat deze indrukwekkende soort in ons land werd waargenomen. Met waarnemingen van o.a. dwergarend, havikarend, keizerarend, slangenarend, steenarend, aasgier, vale gier en grijze wouw, is 2020 nu al een historisch jaar voor zeldzame roofvogels in België.

Op 21 mei 2020 pikte Olivier Dochy om 16:23 in de buurt van het gekende festivaldorpje Dranouter een ‘stipje’ op, tamelijk ver en boven Frankrijk. Toen de vogel dichterbij kwam vielen de lange en brede vleugels met een brede lichte achterrand op. Het ging om een grote roofvogel en de lichte band onderaan de vleugels maakten duidelijk dat dit enkel een jonge steppearend kon zijn. Om 17:27 kon ook Mathieu Decoene in Sint-Andries (Brugge) vanuit zijn kot deze arend onderscheppen. Hij slaagde er zelfs in om enkele bewijsfoto’s te maken. De steppearend vloog toen nog steeds vrij hoog. Omdat de vogel richting Nederland vloog, werd ook in Zeeland stevig naar de hemel getuurd. Thomas Luiten, grensoverschrijdend gealarmeerd door de berichten uit België, posteerde zich in Walcheren op het ‘arendbaantje’. Veel grote roofvogels die uit het zuiden komen, steken de Westerschelde over nabij Breskens en doorkruisen dan vrijwel diagonaal Walcheren richting oost-noordoost. Thomas vatte post nabij Middelburg en zag de steppearend om 18:30 komen aanvliegen. Gezien het late uur en het snel verzwakken van de thermiek was de kans groot dat de vogel ergens in Zeeland naar beneden zou komen om er te overnachten. Na enig zoekwerk werd de vogel dan ook gevonden op een akker in Wolphaartsdijk, vlakbij het Veerse Meer. De volgende ochtend was de steppearend hier nog steeds aanwezig en kon door honderden sociaal distantiërende vogelaars worden bewonderd. Toen het warmer werd, ging de vogel op thermiek en zeilde rond 10:45 verder Nederland in. Het ging om de 6de waarneming van deze soort voor Nederland. Het volledige verhaal (met een fraai filmpje) vind je hier.

Voor België was het pas de 4de waarneming van deze soort. De vorige waarnemingen (in 1998, 2007 en 2016), vielen in juni of augustus. Er werden ook enkele waarnemingen van steppearenden geregistreerd die waren ontsnapt uit de kooien van valkeniers. Deze vogel vertoonde echter geen sporen van gevangenschap (pootringen, beschadigingen aan snavel of tenen, gesleten veertoppen). Op basis van het verenkleed kon worden vastgesteld dat het ging om een vogel die uit het ei kwam in 2019.

Kenmerken
De steppearend broedt in vrijwel boomloze steppegebieden vanaf het uiterste zuidoosten van Europa (Zuid-Rusland) via Kazakhstan tot voorbij Mongolië. Het is de vierde grootste arend van Europa (enkel zeearend, steenarend en keizerarend zijn groter). In het normale verspreidingsgebied leeft de soort vooral van grotere knaagdieren zoals siesels. De meeste steppenarenden overwinteren in Oost- en zuidelijk Afrika waar het dieet van knaagdieren wordt aangevuld met aas, nestjongen van roodbekwevers en uitzwermende termieten. Een steppearend is pas volwassen na 4 jaar. Steppearenden trekken normaal van de zuidelijke overwinteringsgebieden via de flessenhals van Suez en Israël naar de broedgronden. De laatste jaren blijven steeds meer vogels hangen op huisvuilstorten in het Midden-Oosten, waar ze zich vooral tegoed doen aan gedumpt slachtafval. De populatie gaat in Europa erg snel achteruit. De oorzaken zijn veelvoudig. Doordat steppegebieden op grote schaal worden omgezet in akkerland gaat heel wat geschikt leefgebied verloren. In die akkers gedijen siesels niet, hun hoofdvoedsel. Deze arendsoort wordt ook bedreigd door vervolging, plezierjacht in het Midden-Oosten en elektrocutie op elektriciteitspalen die ze graag gebruiken als uitkijk.

Afbeelding
Steppearend Jurri? Van Deijk

Steppearend (foto: Jurriën Van Deijk)

Al veel zeldzame roofvogels in ons land dit jaar
2020 is nu al een historisch jaar voor zeldzame roofvogels in België. Op 18 maart werd in Braine-le-Château een steenarend gefotografeerd en op 31 mei vloog er een steenarend over Holsbeek (17de en 18de  geval voor België), op 12 april trok een keizerarend over Heule en Hussevelde (1ste geval voor België) en op 17 april werd een gezenderde havikarend opgemerkt boven Loppem (9de geval voor België). Een slangenarend werd op 18 april gemeld boven Zolder en op 19 april vloog er een exemplaar in noordoostelijke richting over de trektelpost van de Gentbrugse Meersen. Een dwergarend werd op 26 april opgepikt boven de trektelpost aan de bezinkingsputten van Tienen, tussen 6 en 21 mei werd er eentje gesignaleerd op verschillende plaatsen in West-Vlaanderen, op 22 mei vloog er één over Nismes, op 23 mei werd er een dwergarend gespot in Torgny en op 30 mei kon een exemplaar worden gefotografeerd boven Oedelem. Grijze wouwen waren er o.a. op 5 april in Merkem, op 6 april in Doel, op 7 april is Wiesme, op 11 april in Raversijde en van 21 tot 23 mei 2020 in Westmalle. Ook de waarneming van een pleisterende aasgier op 4 en 5 mei in Buissonville en een ander (overtrekkend) exemplaar op 21 mei in Lichtervelde waren erg verrassend. Het ging om resp. de 6de en 7de waarneming van deze soort voor ons land. Een vale gier trok op 6 april over Etterbeek en twee exemplaren werden op 29 mei opgemerkt in Olmen. Een indrukwekkend lijstje.

Waarom zien we zoveel roofvogels dit voorjaar?
Het is onduidelijk waarom zoveel zeldzame roofvogels dit voorjaar afdwalen naar België. Door een betere bescherming neemt het aantal van sommige soorten op heel wat plaatsen toe, waardoor ook de kans op een afgedwaald exemplaar in België stijgt. Dit geldt vooral voor keizerarend, havikarend en grijze wouw, maar niet voor steppearend en aasgier. Mogelijk kon de langdurige noordoostelijke wind met veel thermiek meer roofvogels westelijk of in elk geval verder doen afdwalen. Door de lockdown troepten vogelkijkers en trektellers niet samen op gekende kijkpunten voor roofvogeltrek, maar tuurden ze elk apart, verspreid over het hele land, de hemel af. Hierdoor nam de kans op opmerkelijke waarnemingen zeker toe. Hoe het ook zij: bijzondere roofvogels kunnen eender waar voorbijkomen. Heeft u zelf een arend of een gier waargenomen, meld dit dan zeker op www.waarnemingen.be, bij voorkeur vergezeld van een foto zodat experten de determinatie kunnen bevestigen.

Tekst: Olivier Dochy (Vogelwerkgroep Zuid-West-Vlaanderen) & Dominique Verbelen (Natuurpunt Studie)

Foto: René vander Linden & Jurriën Van Deijk (Zeeland)