Afbeelding
Hommelkoningin
Henk Wallays

Ontwakende hommelkoninginnen gaan op huizenjacht

29 mrt 2017
Categorieën
Natuurbericht


De hommelkoninginnen zijn ontwaakt uit hun winterslaap. Ze zijn nu naarstig op zoek naar een nestplek om een nieuwe kolonie te stichten en leggen een voedselvoorraad aan voor zichzelf en hun toekomstige kroost. Maar de tijd dringt, dus liggen dakloze koninginnen op de loer om het nest van de ander op te eisen: een gevecht op leven en dood.

Zag je met het vroege lenteweer de eerste hommels al rondvliegen? Het lijkt wel alsof ze groter zijn dan anders. Niets is minder waar. In het vroege voorjaar zie je enkel koninginnen, en die zijn een flink stuk groter dan hun werksters. De eerste werksters moeten nog worden uitgebroed door de koninginnen en verschijnen pas later in het voorjaar.

Tussen februari en juni ontwaken de hommelkoninginnen uit hun winterslaap. Die houden ze ingegraven onder de grond. Wanneer ze precies ontwaken, verschilt per soort. De Aardhommel en Weidehommel zijn er weer vroeg bij, maar ook de eerste Steenhommels, Tuinhommels en Akkerhommels zijn al gespot.

Huisje, tuintje, kindje

Rustig wakker worden is geen optie voor de koningin. Om een nieuwe kolonie te stichten, gaat ze meteen op zoek naar een geschikte nestplaats, zoals een oud muizennest, of onderin een dikke graspol. Hiervoor vliegt ze traag heen en weer over de grond en kruipt ze in mogelijk geschikte holtes: in bermen en houtwallen of ruige hoekjes en kanten. Een voldoende ruim aanbod van nestplaatsen is erg belangrijk voor de hommel.

Van zodra de koningin een goed nestplekje gevonden heeft, bekleedt ze het met fijn materiaal zoals grasstengels, haren, smalle bladeren of mos, en maakt ze een zogenaamde honingpot. Dit is een pot van was gevuld met nectar, die dient als haar persoonlijke voedselvoorraad. Daarna verzamelt ze stuifmeel in een zogenaamde eibeker, waarop ze het eerste eipakket legt. Dat zal ze hoogstpersoonlijk uitbroeden, en zo worden de eerste werksters geboren.

Om zichzelf en haar eerste kroost te kunnen voeden, heeft de koningin voldoende nectar en stuifmeel nodig. De vroege hommels halen die uit vroeg bloeiende planten zoals Boswilgen, Bosanemoon, Sleedoorn of Paarse dovenetel, maar ook uit (de veel in tuinen aangeplante) Winterheide, Longkruid of Narcissen. Een landschap met heel wat van die vroegbloeiende struiken en kruiden is voor de hommelkoningin dus absoluut noodzakelijk om de eerste cruciale fase in het stichten van haar nieuwe kolonie tot een goed einde te brengen.

Kapers op de kust

De tijd dringt, want het voorjaar vliegt voorbij. Hommelkoninginnen die na een tijdje nog steeds geen nestplaats gevonden hebben, proberen al eens het nest van een andere koningin over te nemen. Hierdoor kunnen ze meteen ook de voedselvoorraad van die koningin bemachtigen. Natuurlijk gaat dat niet zonder slag of stoot. De al aanwezige koningin zal tot de dood vechten om haar nest te verdedigen.

Met het aanhoudende lenteweer zal het wellicht niet lang meer duren voor de eerste werksters verschijnen. En de koningin, die trekt zich terug in haar nest. De werksters nemen het werk van hun moeder over en gaan op zoek naar nectar en stuifmeel voor hun opgroeiende zusjes.

Tekst: Pieter Vanormelingen, Natuurpunt Studie & Han Lagring, Natuurpunt
Foto: Henk Wallays