Afbeelding
Wim Dirckx

Opinie - Natuurherstelwet: waarom iedereen het veld op moet

11 mei 2023
Categorieën
Natuurbeleid

Deze opinie verscheen in De Standaard op 12 mei 2023.

De natuur herstellen is een schot voor open doel. Het is 5 voor 12 voor het milieu, het klimaat en de biodiversiteit in ons land. De vraag is enkel hoe we de bal erin krijgen. Door landbouwers, ondernemers en natuurbeschermers in hetzelfde team te laten spelen en hetzelfde doel voor ogen te houden: een gezond, levend, klimaatrobuust Vlaanderen waarin alle functies samen floreren. Met de juiste natuurhersteltactiek komen alle spelers tot scoren.

Het speelveld is groot genoeg

De natuurherstelwet die nu in Europa op tafel ligt en waarover de lidstaten in juni moeten stemmen, stelt sterke targets: de lidstaten moeten 30% van hun gedegradeerde ecosystemen herstellen tegen 2030, met 90% van de ecosystemen hersteld  tegen 2050. Ook in steden moet er meer groen komen. Rivieren moeten opnieuw vrij kunnen meanderen en overstromen. Er komen doelen voor bijen en andere bestuivers, akker- en weidevogels, koolstofrijke landbouwbodems en meer natuurlijk beheerde bossen. Dat zijn bindende doelen. Gedaan met het eindeloos gedribbel dat niet tot doelpunten leidt. Tijd om vooruit te voetballen. 

Natuurpunt gelooft dat dit kan en baseert zich op cijfers uit wetenschappelijk onderzoek. Onderzoekers stellen dat er in Vlaanderen nog een gigantische taakstelling openstaat om te werken aan meer en betere natuur binnen de bestaande, voor natuur bedoelde gebieden. Voor ongeveer een kwart van Vlaanderen gelden juridisch gezien reeds Europese en Vlaamse natuurhersteldoelen, maar ze worden helaas niet ingevuld zoals het zou moeten. Als we deze doelen nu eindelijk ernstig aanpakken, samen met niet-gebiedsgerichte opgaven rond waterlopen en waterkwaliteit, dan is het speelveld in Vlaanderen groot genoeg om de oppervlaktedoelen van de natuurherstelwet te realiseren. Andere sectoren zoals landbouw moeten dus niet massaal terrein prijsgeven bovenop hetgeen reeds afgesproken is. De voedselproductie komt niet in het gedrang. De natuurherstelwet zal ervoor zorgen dat de reeds geldende plannen ook effectief worden uitgevoerd. Omdat de doelen gelden voor de hele Europese Unie en de lidstaten er op gelijkwaardige manier aan moeten bijdragen, is voldoende flexibiliteit verzekerd.

Zones van de waarheid

De beste tactiek om de bal aan het rollen te krijgen is om het speelveld op te delen in duidelijke zones. In regio’s met veel (potentiële) topnatuur kunnen we robuuste natuurgebieden creëren die door hun oppervlakte minder kwetsbaar worden voor externe milieudrukken zoals stikstof. Die grote natuurgebieden kunnen we naar een ‘goede staat’ brengen, zoals de natuurherstelwet het voorschrijft, met specifieke maatregelen om de milieudrukken (vermesting, verdroging, verontreiniging)  uit de omgeving te beperken. Dat kan grotendeels door natuur te herstellen in gebieden met een natuurdoel, maar ook - zij het beperkter - daarbuiten. We hebben immers ook daar meer overstromingsgebieden nodig om ons te beschermen tegen  extreme regenval. Deze doelstellingen buiten de beschermde gebieden, kunnen passen in de Vlaamse wetgeving van  VEN-IVON gebieden die we nog moeten afbakenen op basis van beslist beleid uit 1997.

Het grote voordeel van die robuuste zones? Grote, verbonden natuurgehelen in combinatie met een goede milieukwaliteit, zijn minder kwetsbaar. En minder bedreigde natuur leidt tot meer rechtszekerheid voor de economische actoren. Als er voldoende robuuste natuur is, goed verdeeld over Vlaanderen en met elkaar verbonden, dan kunnen we minder streng zijn voor de vele verspreide natuursnippers elders in Vlaanderen. Het volstaat dan om deze in een ‘zo goed als mogelijke staat’ te brengen, zonder dat dit leidt tot strenge beperkingen voor bedrijven in hun buurt. Europa voorziet trouwens een soepelere regeling als je de ‘goede staat’ niet haalt buiten de Speciale Beschermingszones. Ook rond de kleine, losstaande natuurgebieden zal de rechtszekerheid en dus ook het toekomstperspectief stijgen.

In onderling overleg met alle sectoren, moeten we invullen wat die ‘goede staat’ betekent. Uiteraard op basis van wetenschappelijke criteria door Europa goedgekeurd. Goed gehandhaafde ambitieuze generieke milieunormen volstaan. Iedereen heeft toch baat bij propere lucht, water en bodem? Die transitie moeten we als Vlaanderen sowieso maken.

Antwerpse haven inspireert

Of die tactiek werkt? Ja, dat is al bewezen in het Antwerpse havengebied. Daar hebben economie en natuur afspraken gemaakt en zones verdeeld. Resultaat: duidelijkheid en zekerheid, waarmee iedereen zijn doelstellingen kan halen. Door een proactieve aanpak met een wetenschappelijk onderbouwde strategie, krijgt de natuur continu haar plaats binnen een economisch groeiende regio. De spelers geven elkaar de ruimte. Wat in die lokale competitie werkt, zal ook op nationaal niveau werken.

Tactisch plan

Met de vogelrichtlijn uit 1979, habitatrichtlijn en de kaderrichtlijn water is er al decennialang sterke Europese wetgeving, maar eigenlijk werden ze nooit omgezet in een overkoepelend plan met heldere doelen en timing. Gevolg: constant trekken en duwen. Van het ene debacle in het andere. Met de natuurherstelwet krijgen we de broodnodige verlengingen om het nu slim en geïntegreerd aan te pakken.

Het scenario ligt op tafel in Europa. Aan onze coaches om er een tactisch plan van te maken dat werkt voor ons team. De lidstaten moeten zelf hun huiswerk maken over hoe ze de natuurherstelwet uitvoeren. We moeten het doen met de spelers die we hebben. Elkaar in de ogen kijken. Een goed gesprek voeren in de kleedkamers. En samen het veld op stappen. Wie weet worden we toch nog Europees kampioen.

 Jos Ramaekers, diensthoofd Beleid Natuurpunt