Afbeelding
Kevin Feytons

Overleeft Merel nog een uitbraak van het usutuvirus?

23 jul 2018
Categorieën
Natuurbericht
Vogels

In 2016 werden 15% minder merels geteld na de uitbraak van het usutuvirus, vorig jaar verloren we zelfs meer dan de helft van de lijsterachtigen. Dat blijkt uit monitoring door Natuurpunt. Maar er lijkt nog meer onheil op komst: de afgelopen dagen kwamen er opnieuw verschillende meldingen binnen van zieke Merels. Natuurpunt en Vogelbescherming Vlaanderen roepen op om slachtoffers te melden via waarnemingen.be en zieke dieren binnen te brengen in een van de vogelopvangcentra om verdere verspreiding af te remmen. Het virus verspreidt zich via muggen en is niet te genezen.

Enkele vogelopvangcentra kregen de afgelopen dagen slachtoffers binnen. En ook elders worden veel verzwakte dieren gezien. Het gaat net als bij vorige uitbraken vooral om Merels. Officieel vastgesteld is het nog niet, maar het lijkt erop dat we voor het derde jaar op rij te maken krijgen met een usutu-uitbraak. De uitbraak komt zo’n 10 dagen vroeger dan vorig jaar.

Het usutuvirus is een arbovirus en alleen steekmuggen kunnen het verspreiden. In 1959 werd het ontdekt in Afrika. De eerste Europese uitbraak vond plaats in Oostenrijk in 2001. Daarna verspreidde het zich snel en waren er uitbraken in onder meer Spanje, Italië, Kroatië, Hongarije, Oostenrijk, Zwitserland, Tsjechië, Duitsland, België en Nederland.

In 2016 sloeg het virus vooral toe in de provincies Limburg en Antwerpen. In 2017 breidde het zich verder uit naar Oost-Vlaanderen en de oostelijke rand van West-Vlaanderen. Gevreesd wordt dat deze derde uitbraak heel Vlaanderen zal treffen.

Merels zijn hypergevoelig voor het virus, maar ook andere soorten, zoals Huismussen en uilen leggen hier en daar het loodje. In Duitsland werden 87 vogelsoorten uit 14 families als usutuslachtoffer geregistreerd. In 2013 stierven in Duitsland ook 2 Gewone dwergvleermuizen aan het virus. Vorig jaar werden in België ook enkele Gierzwaluwen geregistreerd als slachtoffer.

Rake klappen voor de Merel
Natuurpunt analyseerde de impact van het virus. Tijdens de eerste, vrij beperkte usutu-uitbraak in 2016, die zich voltrok in de oostelijke helft van Vlaanderen, zakte de meldingsfrequentie van Merels in augustus-september 2016 met 15%, in de lente van 2017 (na aankomst van noordelijke merels) bleef hun aantal 10% onder de normale waarde. In juli-augustus 2017 volgde een crash van meer dan de helft van de broedpopulatie. Dit keer over een groot deel van Vlaanderen. In het najaar van 2017 zagen we met de aankomst van noordelijke merels opnieuw een herstel, maar in de lente van 2018 viel de meldingsfrequentie terug tot nog eens 10% onder die van 2017.  

 

Afbeelding
1_0.png

Wat deze derde uitbraak zal betekenen, is nog niet duidelijk. Maar de vooruitzichten zijn slecht: het muggenseizoen kan nog lang aanhouden en hun aantal kan flink toenemen wanneer de regen zich aanbiedt. In juli-augustus kondigt zich bovendien de rui aan, dan vervangen Merels een groot deel van hun verenpak. Dat vraagt veel energie en een goede gezondheid. De merelhuid is op dat moment veel gemakkelijker bereikbaar voor steekmuggen, wat de verspreiding van het virus mogelijk versnelt.

De steekmug draagt de ziekte over en het slachtoffer dient als een soort ‘versterker’. Het usutu-virus verspreidt zich gemakkelijker in een stedelijke omgeving en tast daarom vooral echte stadsvogels (zoals de Merel) aan. Muggen die een drager van het virus steken, zorgen voor de verdere verspreiding.

Hoe herken je een vogel met usutu?

  • verzwakte of lusteloze indruk
  • verkramping
  • plotselinge sterfte
  • coördinatieproblemen
  • bol zitten
  • vermagering

    Let steeds op een combinatie van deze factoren. Een gezonde, ruiende merel ziet er rommelig uit en merels die een stofbad nemen (met gespreide vleugels en geopende snavel op de grond liggen) kunnen voor verwarring zorgen.

Wat te doen?
Waarnemers of wandelaars die duidelijk verzwakte vogels aantreffen reageren best snel. Hoewel slechts een deel van de slachtoffers gevonden wordt, kan het verwijderen van zieke, maar nog levende usutumerels de verspreiding helpen vertragen. Neem vermoedelijke slachtoffers op met een handschoen en stop ze in een goed verluchte kartonnen doos. Bezorg de slachtoffers zo snel mogelijk aan een van de erkende vogelopvangcentra en maak melding dat je vermoedt dat het om het usutu-virus gaat. Ontsmet eventuele wondjes op de handen en was je handen grondig na het vastnemen van een vogel.

In besmette gebieden in Italië bleek 6% van de onderzochte mensen antistoffen te hebben aangemaakt. Mensen kunnen het virus dus wel oplopen, maar worden er zelf niet ziek van. Bij het aanraken van wilde dieren is het hoe dan ook beter om voorzichtigheid aan de dag te leggen.

Je kan er ook voor zorgen dat steekmuggen zich minder massaal kunnen voortplanten rond de bewoning. In drogere jaren en warmere periodes zoals nu, blijft er vooral in kunstmatige (ondoordringbare) voorwerpen lang genoeg water staan voor de voortplanting van muggen (zoals emmers, vaten, tonnen en autobanden). Door die voorwerpen af te dekken, of leeg te kieperen verhinder je de voortplanting van muggen en kan je je steentje bijdragen in het tegengaan van de verdere verspreiding van het virus.

Breng mee de slachtoffers in kaart
We willen opvolgen waar de meeste slachtoffers vallen en hoe snel het virus zich verspreidt. Om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen, roept Natuurpunt waarnemers of vinders van slachtoffers op om hun vaststellingen (na een eenvoudige registratie) in te voeren op www.waarnemingen.be. Voer de exacte locatie in en kies in het venster ‘Gedrag’ voor ‘ziek/gewond’ of ‘vondst (dood)’ en gebruik het vak ‘Opmerkingen’ om duidelijk te maken dat het vermoedelijk/mogelijk om het usutu-virus gaat. Voeg hier eventueel een omschrijving van de waargenomen symptomen toe.

Tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt Studie & Frederik Thoelen, Vogelbescherming Vlaanderen
Foto: Kevin Feytons