Afbeelding
Roosmarijn Steeman

Parels sieren bermen E314

27 jun 2013
Categorieën
Natuurbericht

Het fileleed wordt deze dagen op vele plaatsen misschien toch wat verzacht door een bloemenpracht in de bermen. Sinds er in Vlaanderen aan ecologisch bermbeheer gedaan wordt, hebben de brandnetels en distels enerzijds of de gazons anderzijds in veel bermen plaats geruimd voor een kleur- en geurenpalet aan bloeiende planten. Niet alleen fijn voor de filerijder, maar ook voor vlinders, bijen en andere insecten die profiteren van deze nectarbronnen. In het kader van de opmaak van het bermbeheerplan voor de E314 van Bertem tot Maasmechelen werden dit voorjaar de autosnelwegbermen en afrittencomplexen bezocht wat een aantal bijzondere vondsten opleverde.

Bermen zijn er in alle maten en vormen, maar meestal zijn het langgerekte stroken parallel langs een weg, kanaal of spoorweg. Bermen kunnen zeer smal zijn, bijvoorbeeld een enkele bomenrij achter een vangrail of een geluidsmuur. De meeste autosnelwegbermen zijn echter breder en vormen een buffer tussen de weg en het omliggende landschap. Meer dan 10 meter brede bermen, grazig of beplant, zijn geen uitzondering. In Vlaanderen vormen bermen een enorme oppervlakte. Hoewel ze vooral om verkeerstechnische redenen belangrijk zijn, hebben ze vaak ook een (potentieel) aanzienlijke ecologische waarde. Ze vormen een belangrijk leefgebied voor dieren en bevatten vaak (zeldzame) planten van voedselarme bodem die in het omliggende landbouwlandschap geen kans meer krijgen.

Sinds 1985 is in Vlaanderen het Bermbesluit van kracht. Vanaf dan werden openbare besturen verplicht om een ecologisch verantwoord maaibeheer te voeren. Dat houdt ondermeer in dat ze bepaalde maaidata moeten respecteren op de bermen onder hun bevoegdheid en verplicht zijn het maaisel af te voeren. In hun ecologische bermbeheerplannen stelt het agentschap Wegen en Verkeer optimale maaidata vast op basis van een inventaris van de aanwezige vegetatie. Als een beheerplan eenmaal is goedgekeurd, kunnen de maaidata wel aangepast worden waar nodig.

Voor de meeste snelwegbermen in Vlaanderen zijn er inmiddels beheerplannen opgemaakt. Onder meer de bloemrijke bermen van de R0 (Ring van Brussel) zijn hier een fraai gevolg van. In opdracht van de Vlaamse overheid (Departement Leefmilieu, Natuur en Energie en het agentschap Wegen en Verkeer) maakt Natuurpunt Studie vzw momenteel een bermbeheerplan op voor de E314 van Bertem tot Maasmechelen. Tijdens de voorbereiding daarvan werden alvast een aantal pareltjes ontdekt in de autosnelwegbermen en afrittencomplexen.

Margriet, Knoopkruid, Veldlathyrus, Gewone rolklaver, Groot streepzaad, Grasmuur, Scherpe boterbloem en Wilde peen komen veel voor in de bermen van dit gebied. Zij geven kleur aan de omgeving en voorzien vlinders en bijen van nectar. Buiten bermen en natuurgebieden worden ze echter steeds zeldzamer.
De onderzoekers van Natuurpunt Studie vzw troffen in de bermen ook een aantal planten aan die ronduit zeldzaam zijn in Vlaanderen. zoals Bergnachtorchis, Gevlekte orchis, Geelhartje, Steenanjer, Bochtige klaver, Graslathyrus en Rankende duivenkervel.

De bloemrijke bermen vormen tevens een rijkelijk gedekte tafel voor een groot aantal insecten. Ook soorten die minder algemeen zijn, zoals het Boswitje, en hoge aantallen van bepaalde dagactieve nachtvlinders (Metaalvlinder, Sint-jansvlinder en het Vals witje), maken hier dankbaar gebruik van.

Ook voor zeldzame paddenstoelen blijken de bermen een belangrijke refuge. Begin juni werd een populatie van de in Vlaanderen zeldzame Puntmutswasplaat gespot in de zijberm van het afritcomplex van Tielt-Winge. Eén van de weinige andere vindplaatsen van deze soort is eveneens een snelwegberm. Wasplaten zijn niet alleen erg fraaie paddenstoelen maar ze zijn ook kenmerkend voor onbemeste, waardevolle graslanden. Ze worden daarom wel eens de ‘orchideeën onder de paddenstoelen’ genoemd.

Afbeelding
bloemrijkeberm3_0.jpg

Een bloemrijke berm langs de E314 (Foto: Roosmarijn Steeman)

Tekst: Roosmarijn Steeman en Jorg Lambrechts (0478 24 27 61), Natuurpunt Studie
Foto's: Roosmarijn Steeman