Afbeelding

PWG VA+ Verslag: Inventarisatie van het Paddenbroek (Kluisbergen) en omgeving, 18 & 25 juni

25 mei 2023
Categorieën
Lokaal nieuws

Inventarisatie van het Paddenbroek (Kluisbergen) en omgeving, 18 & 25 juni

Deelnemers: 18 juni:  Karel De Waele, Marie-Anne De Geest, Dominiek Decleyre & Katrijn Vannerum; 25 juni: Karel De Waele, Dominiek Decleyre, Monique Erzeel, Frans Van Doorselaer & Philippe Moreaux

Gids, verslag en soortenlijsten: Henk Coudenys, met assistentie van Karel De Waele

Er loopt een grens tussen twee kwartierhokken (E2 47 13 en E2 46 24) doorheen het Paddenbroek te Kluisbergen en aangezien onze plantenwerkgroep per kwartierhok inventariseert, hebben we onze inventarisatie van dit moerassig natuurreservaatje in twee beurten uitgevoerd.  Dit gaf ons tevens de gelegenheid om de ruime omgeving van het Paddenbroek eens grondig te bekijken.  Kwartierhokken waarbinnen een natuurgebied gelegen is, lijden namelijk meestal aan eenzelfde euvel: er worden veel gegevens verzameld binnen dit interessante stukje en alles daarbuiten wordt verwaarloosd.

Het Paddenbroek

Op een druilerige zondag 18 juni verkennen we het oostelijk deel van het gebied, gelegen in  E2 47 13 en op de snikhete volgende zondag 25 juni het westelijke deel in E2 46 24.  De beboste rand van het reservaat langs de Paddestraat bevat naast te verwachten houtige gewassen zoals Vlier, Eenstijlige meidoorn, Schietwilg, Basterdkraakwilg, Hulst, Ratelpopulier, Winterlinde en Witte abeel ook uit tuinafval verwilderde soorten zoals Buxuskamperfoelie, Bastaardhyacint, Brede lathyrus en Grote maagdenpalm.

Het grootste gedeelte van het Paddenbroek bestaat uit zeggemoeras, met als dominante soorten Oeverzegge, Moeraszegge, Scherpe zegge en Rietgras. Daartussen groeien en bloeien onder meer Valse voszegge, Poelruit, Wilde bertram, Moerasspirea, Pijptorkruid, Grasmuur, Zeegroene muur, Gele lis en het uitgesproken zeldzame Moeraskruiskruid.  In de waterpartijen vinden we Grote en Kleine lisdodde, Gele waterkers, Grof hoornblad, Witte en Roze waterlelies (nog zo’n ontsnapte tuinplant), Gele plomp, Klein en Dwergkroos en een aquatische populatie van Rode waterereprijs.  Het soortenrijkste subbiotoop is een recent afgegraven gedeelte dat daarenboven begraasd wordt.  Hier zien we Gele waterkers, Moeraskers, Akkerkers, Zomprus, Watertorkruid, Zwart en Veerdelig tandzaad, Moeras- en Zompvergeet-mij-nietje, een terrestrische populatie van Rode waterereprijs en tal van andere plantensoorten.  Hier en daar vinden we als ongenode indringers Japanse duizendknoop en Reuzenbalsemien.

Onder de wilgen in het moeras bevinden zich enkele zuivere Kraakwilgen (tegenwoordig Turkse kraakwilg genoemd), naast veel Grauwe wilgen en bastaarden van de Grauwe en de Geoorde wilg.  Een jong exemplaar van de Krulwilg is er wellicht komen groeien vanuit een afgewaaide tak van een oude Krulwilg die ooit aan de rand van het reservaat werd aangeplant en reeds een hoge ouderdom heeft bereikt.

 De omgeving van het reservaat valt uiteen in een landelijk gedeelte - waar we ons vooral bezig houden met de inventarisatie van de wegbermen - en de dorpskern van Kluisbergen.  Hier en daar zijn de bermen enigszins bloemenrijk met onder meer Vogel-, Ringel en Vierzaadwikke, Veldlathyrus en Rode klaver, maar over het algemeen leveren ze weinig spectaculairs op, wegens te hoge stikstofgehaltes in de bodem. 

Het stedelijk gedeelte staat uiteraard garant voor heel wat zich snel inburgerende nieuwelingen zoals Kruipklokje, Stippelklaverzuring en Italiaanse aronskelk.  Enkele bizarre vondsten toch ook: een  solitair exemplaar van Knolpeterselie, groeiend in een kier tussen het beton van een flatgebouw en even verderop een al even eenzaam exemplaar van het zeldzame Lancetbladige basterdwederik.  Aan de overkant van de straat, eveneens tussen de stoeptegels, groeit Duist.

Op de muren van en rond de kerk is het vruchteloos zoeken naar Muurvaren.  Uiteindelijk ontdekken we twee exemplaartjes op het gebedsgrotje naast de kerk.  Op een brokkelig parkeerterrein groeien zeer grote Koningskaarsen.  Maar over het algemeen is de dorpskern van Kluisbergen te proper om botanisch interessant te zijn.  Daarenboven waren de bermen van de fietssnelweg op de oude spoorwegberm net gemaaid. 

Al bij al vonden we tijdens onze eerste excursie 195 herkenbare soorten en ondersoorten en 231 tijdens de tweede en in totaal meer dan 40 waarnemingen van soorten die nog niet eerder in de onderzochte kwartierhokken werden geregistreerd.  Tijdens de twee excursies samen, herkenden we 273 verschillende planten.