Strand ligt bezaaid met Engelenvleugels

21 feb 2018
Categorieën
Natuurbericht
Strand en zee

Na de laatste stormen lag het strand van onze oostkust bezaaid met doubletten van tweekleppige schelpen: engelenvleugels. Normaal leven deze weekdieren ingegraven in veen, hout of klei op de zeebodem. De woelige zee had hen losgewoeld van hun veilige plek en naar het strand gestuwd, waar ze ten prooi vielen aan vogels.

Onder de engelenvleugels kan je meerdere soorten aantreffen: de algemeenste zijn de inheemse Witte boormossel en de exotische Amerikaanse boormossel. Ze lijken misschien wel op elkaar, maar zijn helemaal niet verwant. Door een identieke leefwijze hebben ze toevallig, en los van elkaar, zeer gelijkende kenmerken ontwikkeld, zowel qua vorm als qua kleur.

De Witte boormossel wordt tot 65 mm lang en is geelwit tot grijs. De schelp is heel dun en teer. Het dier houdt zelf de schelpen samen en er is nog een derde schelpstukje aanwezig nabij de top. Na de dood van het dier komen de drie schelpstukken los van elkaar en van deze soort zal je dus nooit lege doubletten vinden. Een duidelijk kenmerk van deze soort is dat er aan de bovenrand van de schelp een gladde omslag zit.

Afbeelding
witte_boormossel_twee_kleppen_binnen-_en_buitenzijde_hdb.jpg

Witte boormossel: van deze soort zal je nooit lege doubletten tegenkomen (foto: Hans De Blauwe)

De Amerikaanse boormossel is gelijkend qua vorm, kleur en afmetingen, maar heeft die omslag niet, en evenmin een derde schelpstukje. Lege doubletten blijven nog lang met elkaar verbonden door middel van een bruine slotband. De kleur varieert van vuilwit tot vleeskleurig roze. De schelp is heel wat steviger dan die van de Witte boormossel.

Afbeelding
amerikaanse_boormossel_doublet_met_bruine_slotband_hdb.jpg

De Amerikaanse boormossel: een flink pak steviger, maar ongeveer even groot. (foto: Hans De Blauwe)

Het oorspronkelijke leefgebied van deze Amerikaanse boormossel bevindt zich aan de oostkust van Noord- Amerika: van Canada tot in de Golf van Mexico. De soort is rond 1890 aan de Britse zuidkust per abuis ingevoerd met de Amerikaanse oester. Daarna verspreidde de soort zich snel over de Europese en West-Afrikaanse kustwateren. De eerste waarneming in België dateert van 1899 in Nieuwpoort. De Amerikaanse boormossel leeft nu vooral in klei- en turfbanken bij Raversijde en in de kustzone tussen Zeebrugge en de Scheldemonding.

Een larve die een turf-, veen- of kleibank vindt, boort daar een gaatje in en blijft er zijn hele leven in wonen. Als zijn siphonen (buizen voor in- of uitstroom van water, voedsel en afvalstoffen) door zandafzetting bedolven worden, sterft hij. Beide soorten leven naast elkaar in hetzelfde substraat, vanaf de getijdenzone tot op een diepte van 15 meter. Gaatjes boren doen ze door hun kleppen te bewegen.

Stormen of baggerwerken op de kustbodem maken weleens turfblokken los. Wanneer zulke blokken aanspoelen, vertonen ze vaak gaten die het werk zijn van boormosselen. Soms zitten er nog levende exemplaren of lege doubletten in. Het levert een unieke blik op al dit fascinerend onderwaterleven.

Tekst: Hans De Blauwe, Strandwerkgroep
Foto's: Hans de Blauwe