Afbeelding
Oesterbank
Udo van Dongen

Tijd om de Noordzeenatuur zijn fundament terug te geven

28 mrt 2021
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
LIFE BNIP
Natura 2000
Noordzee
Strand en zee


Mooie riffen spotten is niet exclusief voorbehouden aan verre snorkelvakanties aan de Australische kust. Het grijze water van onze Noordzee herbergt zijn eigen riffen. 

Naast zandbanken, scheepswrakken en windmolensokkels, vind je in het westelijk gedeelte van de Belgische Noordzee ook grindbedden, met keien en zelfs heuse rotsblokken die verspreid over de zeebodem liggen. Mosselen en oesters kunnen zich er vasthechten en de grindbedden vormden de perfecte ondergrond voor grote populaties van de Europese platte oester. Die oesterbanken vormden op hun beurt dan weer een leefgebied voor andere soorten. Vroeger was een vijfde van het Belgische deel van de Noordzee bedekt met platte oesterbanken, maar door visserij, ziektes en vervuiling zijn die nagenoeg geheel verdwenen. Vooral de visserij met de boomkor (bodemberoerende visserij) is funest voor deze oesterriffen.

Oesterriffen en kustbescherming

Het verdwijnen van deze trekpleister voor onderwaterleven is zeer spijtig. Oesterriffen en mosselbanken filteren het zeewater schoon en vormen een rust- en paaigebied voor vissen als schol, kabeljauw en zeebaars. Die trekken op hun beurt haaien, roggen, bruinvissen en zeehonden aan. De schelpdierbanken bieden een harde ondergrond waar bijvoorbeeld de dodemansduim, een zacht koraal, zich op kan vestigen. Haaien, roggen, kleinere vissen en ook de zeekat (een inktvis) kunnen er hun eieren op af zetten. Daarnaast komen allerlei zeevogels af op de vele kleine visjes en garnalen die op en rond schelpdierbanken leven. De soortenrijkdom in oesterriffen is tot wel zestig procent hoger dan op nabijgelegen zandige bodems.

Oesterriffen dragen ook bij tot de broodnodige kustbescherming. Het klimaat verandert en extreme weersomstandigheden nemen toe. De zeespiegel stijgt ook bij ons. Studies werken verschillende scenario’s uit en voorspellen dat tegen 2100 het zeepeil tussen de 14 en 93 cm hoger zal zijn aan onze Belgische kust. Hoeveel het water stijgt hangt onder andere af van het zoutgehalte van het water, van de diepte waarop het water zich bevindt en van de begintemperatuur, naast de totale hoeveelheid water in de oceanen. Om de gevolgen van klimaatverandering aan te kunnen, moet de natuur aan onze kust versterkt worden. De kracht van de stijgende zee is immers zo groot dat ze niet enkel kan worden opgevangen met hogere dijken, opgespoten stranden of eilanden. We vergroten onze weerbaarheid ook door embryonale duinen de kans te geven uit te groeien tot stevige buffers, maar ook de onderwaternatuur kan hierbij helpen. Door de golfslag te breken en bodemdeeltjes in te vangen verminderen oesterbanken de kracht van het water en verhogen ze de bodemstabiliteit. Een extra dienst bovenop hun bijdrage tot een goede waterkwaliteit, door het filteren van het water.

‘s Werelds eerste oesterwieg staat in Nederland, de tweede wellicht in België?

Herstel van harde substraten op de zeebodem zou een speerpunt in het beleid moeten zijn. In Nederland zijn er reeds enkele succesvolle herstelacties aan de gang. Wageningen Marine Research werkt daar samen met andere partijen aan het herstel van platte oesterriffen. Recent werd daar de eerste ‘oesterwieg’ te water gelaten: “deze afbreekbare ‘wieg’ vol oesterschelpen is de eerste van vele wiegen die samen een belangrijk doel dienen: de Noordzeenatuur een geweldige boost geven”. Dit gebeurt door gekweekte oesterlarfjes op lege oesterschelpen te laten hechten. De schelpen met daarop de larfjes worden in zee geplaatst. Zo bootst men met de oesterwieg een natuurlijk proces na: ook de in zee rondzwevende oesterlarfjes vinden in bestaande oesterschelpen de stevige, vaste ondergrond die ze nodig hebben om zich aan te hechten. Zo vormen oesterschelpen de basis voor de volgende generatie oesters.  Ook in België worden momenteel de voorwaarden voor herintroductie van de platte oester in de Noordzee geïdentificeerd en worden proefprojecten gepland. We kijken hierbij naar de ‘lessons learned’ uit Nederland en naar andere internationale ervaringen. In dit kader organiseerde KBIN, samen met ILVO en UGent op 24 november 2020 de eerste ‘Belgische Platte Oesterdag’. 

Toch is er nog werk aan de winkel voor we de platte oesterbanken kunnen laten terugkeren. Mogelijke uitzetlocaties zullen gevrijwaard moeten zijn van bodemberoerende visserij. Denk aan uitzetten en experimenteren nabij scheepswrakken, olie- en gasplatforms en offshore windparken. Ook toekomstige gesloten gebieden, de mariene reservaten, zijn mogelijk geschikt. Om deze vorm van natuurontwikkeling en –herstel te kunnen realiseren moet in het Marien Ruimtelijk Plan in geschikt gebied (bij voorkeur in Natura 2000-gebied) een voldoende grote zone (of zones) voorzien worden, waar alle bodemberoerende activiteiten uitgesloten zijn. Vanuit Europa wordt gepleit voor 30% beschermd gebied op de Belgische Noordzee, met wettelijk bindende doelstellingen voor natuurherstel. Vanuit Natuurpunt vragen we om daarvan 10% af te bakenen als ‘no go zone’. Op deze manier geven we het onderwaterleven zijn fundament weer terug en bouwen we aan een broodnodige en duurzame kustbescherming.

Auteurs: Sarah Tilkin (NP Beleid) en Kelle Moreau (KBIN)