Afbeelding
Touwbruggen
Goedele Verbeylen

Touwbruggen voor eikelmuizen kunnen de soort vooruithelpen

19 okt 2022
Categorieën
Natuurbericht
Soorten
Zoogdieren

Voor boombewonende zoogdieren, zoals eekhoorns en eikelmuizen, is het belangrijk om veilig te kunnen oversteken. Voor eekhoorns worden al jarenlang touwbruggen opgehangen en ze gebruiken die ook gemakkelijk. Maar voor eikelmuizen is dit niet zo vanzelfsprekend. Zij blijven bij het foerageren en achtervolgen van potentiële partners liefst op veilige plekken, waar ze beschut zijn tegen roofdieren zoals steenmarters, huiskatten en uilen: in braamstruweel en ander dicht struikgewas en in bomen met een dicht bladerdek en goed verbonden kruinen. Kunstmatige luchtbruggen kunnen helpen om veel sneller de broodnodige verbinding te maken.

Eikelmuizen komen – in tegenstelling tot eekhoorns – liever niet op de grond. Ze hebben niet enkel goede luchtverbindingen nodig om gevaarlijke wegen over te steken, maar ook om andere open stukken binnen hun territorium veilig te overbruggen, zoals een kaal grasveld of een gebetonneerd plein. Dergelijke onderbrekingen in de natuurlijke, goed verbonden struik- en boombegroeiing komen ze spijtig genoeg nog steeds vaker en vaker tegen. Wegens de slechte toestand in het te uitgeklede landbouwgebied, lijken ze zich meer en meer terug te trekken in sommige van onze verstedelijkte gebieden waar nog wat opgaand groen te vinden is in de vorm van onderling verbonden kleine bosjes, tuinen met struiken en bomen, en beboste weg- en spoorwegbermen. Ook daar echter gaat de bouwwoede onverminderd voort, en zijn op verschillende plaatsen waar eikelmuizen leven grote bouw- en infrastructuurwerken gepland.

De eikelmuis gaat sterker achteruit dan eender welk ander knaagdier in Europa, en in Vlaanderen is ze als ‘bedreigd’ en in Brussel als ‘vrij zeldzaam’ geklasseerd. Daarom moet er alles aan gedaan worden om het tij te keren voor het te laat is. Dit betekent haar habitat in stand houden en verbeteren en waar mogelijk uitbreiden en beter verbinden. In het kader van een duurzaam biodiversiteitsproject werken we hier alvast aan in de provincie Vlaams-Brabant. Maar ook in andere provincies worden allerlei maatregelen genomen om de beschermde eikelmuis te helpen, door verschillende overheden en organisaties en niet in het minst door vele vrijwilligers.

Luchtbruggen

Als er ten gevolge van onvermijdelijke bouw- of snoeiwerken toch een onderbreking in de eikelmuishabitat dreigt te komen, moet er zo snel mogelijk – en liefst op voorhand – gezorgd worden voor een functioneel alternatief. Maar wat houdt dat juist in? Een nieuwe natuurlijke verbinding via bomen en struiken draagt vanzelfsprekend de voorkeur weg, maar valt meestal niet zomaar in een-twee-drie te realiseren. Daarom kunnen kunstmatige luchtbruggen helpen om veel sneller de broodnodige verbinding te maken. Maar voor eikelmuizen is hier nog helemaal geen ervaring mee (in tegenstelling tot hazelmuizen, waarvoor zelfs al een gecommercialiseerde luchtbrug bestaat).

De theorie over hoe zo’n luchtbrug voor eikelmuizen er moet uitzien bestaat al, en het afgelopen jaar konden we ook een allereerste praktijktest uitvoeren. In een parkgebied in de groene rand rond Brussel werden in het kader van het Vlaams-Brabantse duurzame biodiversiteitsproject eikelmuizen opgevolgd met zenders. Er woonden twee eikelmuiswijfjes, die zich uitsluitend ophielden in de kruinen van de hoge bomen. Ze kwamen zelden op het kale grasveld eronder, waar vaak huiskatten rondlopen, en gebruikten enkel de delen van het park waar de boomkruinen elkaar raken (of bijna raken, want een afstand van een 30-tal cm kunnen eikelmuizen vrij gemakkelijk springend overbruggen).

Afgelopen winter hielden de twee eikelmuiswijfjes hun winterslaap samen in een boomholte net onder de kruin van een van de hoge bomen. De boom werd echter per ongeluk geknot tijdens een veiligheidssnoei, waardoor hij niet meer via de kruinen verbonden was met de bomen ernaast (die op een afstand van 5 m staan). Op ons advies maakte de gemeente kunstmatige verbindingen via touwen (synthetische hennep van 1 cm dik). Een deel van de touwen bekleedden we met hulsttakken (omdat we hoopten dat de dode blaadjes hier lang aan zouden blijven hangen en dus zo lang mogelijk beschutting zouden bieden).

Na de winter bleken de eikelmuiswijfjes de geknotte boom verlaten te hebben, maar wisten we nog steeds niet of ze daarbij de touwen gebruikt hadden. Nadien sliepen ze nooit meer in die boom, en gebruikten ook nooit meer de nestkasten in het parkgedeelte ten westen van die boom, dus vlot heen en weer lopen tussen beide delen van het park deden ze in ieder geval niet meer. Ze kwamen wel soms nog in het westelijke deel om te foerageren. Op één na staan alle zomereiken in dat deel van hun territorium, wat vanaf dat de eikels rijp waren een stimulans was om toch tot ginder te gaan (Amerikaanse eiken staan er wel meer in het oostelijke deel, maar die eikels met meer looizuren eten eikelmuizen minder graag). Ze geraakten daar met wat moeite ook via een andere weg dan de touwen: hoog boven de gekortwiekte boom raken de kruinen van de naburige bomen elkaar bijna. Die afstand springend overbruggen is echter wel risicovol, want als de eikelmuizen zich mispakken, kunnen ze van zeer hoog naar beneden vallen en gekwetst geraken.

Praktijktest

Om te testen of ze de touwen wilden gebruiken, werden de eikelmuiswijfjes deze zomer meermaals in de buurt van de geknotte boom gevangen en telkens op de boom of op het touw vrijgelaten om te kijken wat ze zouden doen. Daaruit bleek dat één wijfje helemaal niet vrijwillig over het touw wilde lopen, en nog liever via de onveilige grond naar een naburige boom spurtte. Het tweede wijfje liep wel spontaan een van de touwen op, maar enkel de helft die bekleed was met hulsttakken, om dan rechtsomkeer te maken. Ook zij stak daarna via de grond over, en een volgende keer maakte ze een grote sprong (geschat op 40-50 cm) vanaf de top van de geknotte boom naar een afhangende tak van een naburige boom.

Het eikelmuiswijfje loopt drie keer tot midden op het touw, waar de hulstbekleding stopt, en maakt daar telkens rechtsomkeer. Uiteindelijk spurt ze via de grond naar een naburige boom.

Nadat we de rest van het touw ook met hulsttakken bekleedden en dit aan het tweede wijfje toonden door haar op dat gedeelte van het touw te laten lopen, maakte ze de volledige oversteek wel spontaan vanaf de geknotte boom. Hieruit kunnen we besluiten dat dergelijk dun touw voldoende is voor eikelmuizen om vlot over te lopen en dus als eenvoudige oplossing kan dienen om korte afstanden via de lucht te overbruggen, maar dat een veilige bekleding wel belangrijk is. Daarna hoopten we dat het tweede wijfje het touw ook zonder dwang in haar dagelijkse routine zou gaan gebruiken en dat ze daarbij genoeg geursporen zou achterlaten om het andere wijfje te stimuleren er ook over te lopen. Maar helaas, ze werd gepredeerd vooraleer het zover was …

Het eikelmuiswijfje steekt over via het touw nadat het volledig bekleed werd met hulsttakken.

De volledige test met meer filmpjes en uitleg kan je bekijken op facebook.

Tekst, foto’s en filmpjes: Goedele Verbeylen (Natuurpunt Studie/Zoogdierenwerkgroep)