Afbeelding
Wim Debruyne

Velduilen beleven opnieuw topjaar aan de Vlaamse Westkust

11 okt 2019
Categorieën
Natuurbericht


De polders van de Vlaamse Westkust zijn een graag geziene broedplaats voor velduilen. Normaalgezien broeden in Vlaanderen 1 of 2 paartjes velduilen per jaar, maar soms zijn er uitzonderlijke jaren. 2014 was er zo één en ook 2019 staat in de lijst. Dat ligt hoofdzakelijk aan het grote aantal veldmuizen dat er in die jaren voorradig was. Daarnaast was ook een goede samenwerking tussen plaatselijke vogelaars, landbouwers en overheidsdiensten cruciaal om er een succesverhaal van te maken. Die brachten de broedparen in kaart en troffen de nodige maatregelen om de nesten te beschermen. 

2014 en 2019 waren erg goede muizenjaren, met vooral veel  veldmuizen.  Als het voorjaar overwegend warm en droog is, vergroot dat de overlevingskansen van de muizenpopulaties. En zowel 2014 als 2019 voldeden aan die criteria. Dat de muizenpiek van 2019  vijf jaar na de vorige piek (van 2014) valt, past in de natuurlijke cyclus van de veldmuis, waarbij pieken en dalen elkaar om de twee à vijf jaar afwisselen. Nomadische soorten als de velduil kunnen heel snel reageren op plotse, gunstige voedselomstandigheden. Niet alleen de velduil profiteerde van het hoge aantal muizen,  maar ook andere roofvogelsoorten. Aan de Westkust werden records opgetekend van bruine kiekendief, kerkuil en ransuil en ook andere Vlaamse regio’s lieten een uitstekend jaar voor uilen optekenen.

13 territoria, 6 gevonden nesten, minstens 9 uitgevlogen jongen
De meeste broedgevallen van de velduil werden vastgesteld in het Komgrondengebied in Lampernisse, net als in 2014. In het centrale deel van dit uitgestrekte graslandencomplex werden 10 territoria geregistreerd, alle dicht bij elkaar. Een elfde territorium situeerde zich nabij Zoutenaaie. Daarnaast werden er in het grootschalige, open akkergebied van De Moeren bij Adinkerke nog twee territoria gevonden. 

Afbeelding
Nest velduilen

 Foto: Goed verstopt nest velduilen - Dieter Coelembier

In Lampernisse konden - na veel zoekwerk - vijf nesten worden gelokaliseerd. Drie broedsels waren succesvol (met vier, drie en twee uitgevlogen jongen). Twee nesten werden om ongekende redenen vroegtijdig verlaten. In de overige territoria werd telkens broedindicerend gedrag vastgesteld maar konden er - ondanks tientallen uren van observaties en zoekacties - geen nesten worden gevonden. Vaak bleef het onduidelijk of de vogels er effectief hebben gebroed. Helemaal op het einde van het broedseizoen werd in één van deze territoria wel nog een juveniele vogel gezien en was er dus wellicht sprake van een vierde succesvol broedgeval. In De Moeren werd eind mei één nest gevonden en daar zijn later zo goed als zeker ook jongen succesvol uitgevlogen. Het tweede territorium werd er vrij vroeg in het voorjaar verlaten. 

Nestbescherming noodzakelijk
Jonge velduilen zijn doorgaans pas vliegvlug vanaf eind juni of juli. Tot dan zijn nesten en jongen heel kwetsbaar voor verstoring door maai- en oogstactiviteiten, zelfs op percelen waar al beheerovereenkomsten met een verlate maaidatum van kracht zijn. Het is dus van cruciaal belang dat nesten zo snel mogelijk gelokaliseerd worden, zodat gepaste maatregelen genomen kunnen worden.  Maar het vinden van nesten is erg arbeidsintensief door het heimelijke gedrag van broedende velduilen. Vier nesten zaten verstopt in hooilanden en twee in akerrandzones. De bedrijfsplanner van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) contacteerde de eigenaars en gebruikers van elk van de ‘nestpercelen’. Met alle betrokkenen werden de nodige afspraken gemaakt om de nesten te beschermen. Doorheen de broedperiode werd nauw contact gehouden met de landbouwers en werd voortdurend gepolst naar de geplande landbouwactiviteiten om die - indien nodig - nog wat uit te stellen. 

Akkervogelprojecten boeken succes 
Het is niet toevallig dat er velduilen komen broeden in De Moeren. De Moeren zijn immers één van de gebieden waarin de voorbije jaren heel wat beheerovereenkomsten voor akkervogels met landbouwers werden afgesloten in uitvoering van het Vlaams soortbeschermingsplan ‘Grauwe Kiekendief’. In het gebied werd door de Vlaamse Landmaatschappij o.a. het concept van de ‘vogelakkers’ geïntroduceerd, in navolging van de aanpak in Groningse akkerbouwgebieden. In die vogelakkers worden luzernestroken afgewisseld met stroken die bestaan uit grassen, granen en kruiden. Door een aangepast en gefaseerd maaibeheer vormen dergelijke akkers een ideaal biotoop voor muizen die op hun beurt als voedsel dienen voor roofvogels. In Groningen bleek al dat dit concept niet alleen een gunstig effect heeft op de vestiging van broedende grauwe kiekendieven maar ook van velduilen. Naast de vogelakkers ligt er in De Moeren ook een heel netwerk aan akkervogelvriendelijke maatregelen bestaande uit beheerovereenkomsten ‘voedselgewas’ en ‘gemengde grasstroken’. Het was in zo’n gemengde grasstrook dat voor het eerst een nest van velduilen werd gevonden. Ook in enkele grootschalige akkergebieden in Vlaams-Brabant lijken vergelijkbare maatregelen een positief effect te hebben op de aanwezigheid van velduilen, met meerdere broedpogingen in 2018 en 2019. Deze ontwikkeling betekent alvast een flinke opsteker voor de lopende akkervogelprojecten in Vlaanderen en krijgt hopelijk een vervolg in de komende jaren.   

Tekst: Koen Devos, Dieter Coelembier, Wim Debruyne & Wim Bovens