Afbeelding
Groot dikkopje op akkerdistel
Paul Wouters/Marianne Horemans

Verguisde onkruiden bijzonder waardevol voor bestuivende insecten

11 mrt 2022
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Insecten en ongewervelden
Landbouw

Het idee dat sommige planten en dieren ‘slecht’ zijn en dus bestreden moeten worden, leeft nog bij veel Vlamingen. Denk aan dieren zoals eksters of planten zoals distels. Recent Brits onderzoek werpt een nieuw licht op het belang van die planten. Het tolereren van distels en andere ‘onkruiden’ zoals jakobskruiskruid kan zelfs zorgen voor een hoger voedselaanbod dan het inzaaien van bloemenmengsels, besluiten de onderzoekers.

De voorbije jaren is het besef gegroeid dat gezonde gemeenschappen van bestuivers van belang zijn voor het functioneren van ecosystemen én landbouw. Her en der zaaien overheden en landbouwers (via tal van projecten en  beheerovereenkomsten) bloemenstroken in om het landschap geschikter te maken voor bestuivende insecten (met name bijen en zweefvliegen). Daartegenover staat dat sommige inheemse onkruiden nog steeds hun slechte naam houden. Dat is al jaar en dag zo bij de veelvoorkomende akker- en speerdistel. Daarnaast is er jakobskruiskruid, een giftige plant voor koeien, paarden en pony’s. Door haar sterke toename behoort ook die soort tot de planten die vaak vervloekt worden.

Welke insecten bezoeken welke bloemen?

Om te vergelijken hoe vaak deze drie onkruiden door insecten bezocht werden ten opzichte van ingezaaide bloemenmengsels, kozen onderzoekers zes locaties in Zuid-Engeland uit. Daar noteerden ze gedurende 226 bezoeken welke insecten, welke bloemen bezochten. Zo konden ze de ‘kwalijke’ planten (akker- en speerdistel, jakobskruiskruid) vergelijken met veertien andere inheemse plantensoorten die in bloemenstroken ingezaaid werden en vaak in aanbevolen mengsels voor bestuivers voorkomen. Van zo’n 770 insecten werd genoteerd op welke plant ze foerageerden: 49% daarvan warenbijen, wespen en hommels; 35% vliegen; 11% kevers en 5% vlinders. 

Afbeelding
figuur

Deze figuur uit het Britse onderzoek toont links hoeveel bestuivers er per plantensoort genoteerd werden en rechts de analyse uit de bestuiversdatabank. 

Hoewel we onder die veertien plantensoorten voor bestuivers heel wat erg interessante nectarplanten vinden (bijv. duizendblad, beemdkroon, knoopkruid, margriet, wilde marjolein en wilde peen), behoorden de drie ‘schadelijke’ planten tot de topplanten, zowel wat het aantal bezoekende insecten betreft als het aantal soorten. Samengenomen trokken deze ‘kwalijke onkruiden’ dubbel zoveel soorten en aantallen bloembezoekers aan dan een gemiddelde vaak ingezaaide plantensoort. Die gegevens werden ook getoetst aan een nationale bestuiversdatabank met insect-plant relaties. Als 387 plantensoorten gerangschikt worden volgens het aantal soorten insecten dat erop foerageert, dan komt akkerdistel op de vierde plaats, jakobskruiskruid op de zesde en speerdistel op de dertiende.

Verdraagzaamheid

Willen we onze bestuivers helpen, dan leert dit onderzoek vooral dat we voortaan ook wat meer verdraagzaamheid mogen tonen ten aanzien van distels en jakobskruiskruid. Ingezaaide bloemenstroken kunnen waardevol zijn -als ze de juiste plantensoorten bevatten; lees hier onze tips. Veel wilde bijen verkiezen specifieke plantensoorten waarop ze foerageren. Ook distels en jakobskruiskruid vervullen voor die wilde bijen een waardevolle rol. Het routinematig bestrijden van dergelijke ‘onkruiden’ kost vaak geld en energie, die doorgaans beter besteed kunnen worden. Om lokaal problemen te vermijden zijn vaak ook eenvoudige voorzorgen te nemen zoals het aanleggen van een vals zaaibed, de inzaai van bloemenstroken in het najaar in plaats van het voorjaar, een aangepast maaitijdstip of lokaal manueel uittrekken van jacobskruiskruid vlak voor het hooien. 


Afbeelding
Kruiskruidzandbij

De kruiskruidzandbij foerageert vaak op jakobskruiskruid (foto: Stefan Verheyen).

Distels bestrijden?

In Vlaanderen werd decennia geleden wetgeving uitgevaardigd die de bestrijding van vier distelsoorten verplichtte. Door een arrest van de Raad van State in 2017 werd die wetgeving op losse schroeven gezet en is algemene distelbestrijding niet meer verplicht. Toch bestaan er nog bepalingen rond verplichte bestrijding van distelhaarden in de Vlaamse uitwerking van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, waaraan boeren moeten voldoen om inkomenssteun te krijgen. Zelfs op landbouwgrond waar bv. aan biolandbouw wordt gedaan of waar biodiversiteitsdoelen worden nagestreefd blijft die bepaling vandaag gelden. Dat vindt Natuurpunt niet correct en zeker nu duidelijk onderbouwd is hoe belangrijk distels zijn voor bestuivers (en daarmee ook voor landbouw). Voor de bestrijding van jakobskruiskruid is er momenteel geen wettelijke basis. In natuurgebieden is bestrijding sowieso ongewenst. 

Tekst: Wim Veraghtert (NP Studie)


Bron: Balfour N.J. & Ratnieks F.L.W. 2022. The disproportionate value of ‘weeds’ to pollinators and biodiversity. Journal of Applied Ecology, https://besjournals.onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/1365-2664.14132