Natuurpunt herstelde deze zomer de Paddevijver, een waardevolle vijver gelegen in het Bos t’Ename in Oudenaarde. De vijver was vrijwel volledig dichtgeslibt door aanvoer van slibrijk water via het bronbeekje dat de vijver voedt. Om de waterbuffering in de vijver te verhogen en ook de biodiversiteit te bevorderen werd een groot deel van het slib geruimd en de bres in de dam hersteld. Zo kan er opnieuw zo’n 2000 m³ water geborgen worden in de vijver. Deze maatregel zorgt ervoor dat ook in droge zomers steeds water beschikbaar blijft in het bos.
Paddevijver bijna uitgedroogd
De Paddevijver werd aangelegd in 1970 door het afdammen van één van de bronbeekjes die door het Bos t’Ename loopt. Het bronbeekje voedt de vijver met water, maar ook met heel wat geërodeerde bodemdeeltjes. Vooral bij hevige regenval komt er vanuit het hoger gelegen erosiegevoelig akkercomplex veel slib in het systeem. Het slib in de beek begon zich jaar na jaar verder op te hopen. Waar er ooit een open vijver was met helder water en tal van waterplanten en amfibieën, had zich nu een meter diepe slibslaag gevormd. Daarbovenop was er ook nog eens een bres in de dam ontstaan die normaal het water tegenhoudt. Door het verdwijnen van het open water was de vijver nog amper geschikt voor amfibieën, libellen en waterkevers.
Om de waterbuffering in de vijver te verhogen en ook de biodiversiteit te bevorderen werd een groot deel van het slib geruimd en de bres in de dam hersteld. Zo kan er opnieuw zo’n 2000 m³ water geborgen worden in de vijver. Deze maatregel zorgt ervoor dat ook in droge zomers steeds water beschikbaar blijft in het bos.
(c) Matthias Strubbe
Slib ook belangrijk voor biodiversiteit
Het was belangrijk om bij de werken niet te rigoureus te werk te gaan. Hadden we alle slib afgevoerd, dan was hiermee ook een deel van de insecten en planten verdwenen die aan dit slib gebonden zijn. Er werd daarom bij de herstelwerken speciale aandacht gegeven aan het behoud van een deel van het slib. Twee kenmerkende soorten voor dit slib die we zeker niet wilden kwijtspelen waren de slanke zegge en de slankpootvlieg Hercostomus nigrilamellatus.
De slanke zegge groeit in en langs bronbeekjes en kwelplekken met kalkhoudend water en komt enkel en alleen nog voor in oude bossen. De plant wortelt van nature in relatief voedselrijke bodems, zoals bijvoorbeeld aangeslibd materiaal.
De slankpootvlieg Hercostomus nigrilamellatus is een insect dat specifiek leeft op het slib. De soort werd pas in België voor het eerst ontdekt in 1994 en dat was op deze locatie. Voorzichtigheid bij de werken was dus gepast om de populatie niet kwijt te geraken.
Deze werken worden mogelijk gemaakt dankzij steun van de Vlaamse overheid en Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).
Tekst: Matthias Strubbe (Natuurpunt Beheer)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief