Afbeelding
Dieder Plu

Vlaanderen (even) overspoeld… met Distelvlinders en Koolmotjes

16 jun 2016
Categorieën
Natuurbericht
Nachtvlinders
Vlinders

Juni is traditiegetrouw de maand waarin trekvlinders arriveren. In sommige jaren zijn die talrijk, in andere jaren nagenoeg afwezig. Meestal gaat het om enkele soorten die vanuit het zuiden naar West-Europa vliegen. De voorbije week arriveerden in ons land vele duizenden Distelvlinders en Koolmotjes. Maar waar komen die precies vandaan?

Doorgaans komen trekvlinders uit het zuiden. Bij de grote distelvlinderinvasie van 2009 werd Noord-Afrika als bronregio geïdentificeerd. Maar dat ze nu ook uit dezelfde regio zouden komen, lijkt onwaarschijnlijk. De massale aankomst van Distelvlinders startte begin juni. Dat de vlinders dan net heel Frankrijk doorgevlogen waren, is, omwille van het aanhoudende noodweer bij de zuiderburen, onwaarschijnlijk. Bovendien komen de overheersende winden de laatste twee weken constant uit het (noord)oosten. Daarbij komt dan nog dat het voorjaar in Noord-West-Afrika erg droog was, wat nefast is voor de voortplanting van Distelvlinders.

De kans is dus groot dat deze Distelvlinders een andere route hebben afgelegd: vanuit het Midden-Oosten, waar de omstandigheden in het voorjaar beter waren, naar het noorden en dan zo (via een omweg) naar West-Europa. Uit de gegevens in de databank van waarnemingen.be blijkt ook dat de Distelvlinders langs het oosten ons land zijn binnengekomen. Vergelijk het kaartje van Distelvlinder voor de periode van 30 mei tot 3 juni met dat van 5 en 6 juni.

Opvallend is dat de distelvlinderinvasie samenvalt met een ongeziene overrompeling door Koolmotjes. Deze micro-nachtvlinder heeft een vleugellengte van 7mm en is een veel minder krachtige vlieger dan de Distelvlinder. Desondanks staat de soort bekend om zijn plotse invasies. In Engeland werd dat fenomeen voor de eerste maal in 1860 gedocumenteerd. Als de wind sterk genoeg is, kan zo’n Koolmotje wel 1000 km per dag afleggen. Van eerdere invasies werd overigens aangenomen dat ze niet uit Zuid-Europa maar vanuit Finland en Rusland afkomstig waren. Wellicht maken we nu een gelijkaardige situatie mee. Ook de Oostelijke witsnuitlibel komt uit het (noord)oosten.

Na het eerste weekend van juni namen de aantallen Koolmotjes en Distelvlinders overigens weer snel af. De grote 'bulk' is blijkbaar weer voorbij. Het slechte weer is daar wellicht niet vreemd aan.

Afbeelding
7790352.jpg

Met zijn vleugellengte van 7mm is het Koolmotje een veel minder krachtige vlieger dan de Distelvlinder. Toch vond er dit jaar een ongeziene invasie plaats. (foto: Leo Janssen)

Het Koolmotje staat in de landbouwsector bekend als een pestsoort. Het legt eitjes op allerlei planten van de kruisbloemigenfamilie. Bij invasies kunnen de dichtheden enorm hoog liggen. We tekenen momenteel de hoogste aantallen van de laatste tien jaar op. Diederik d’Hert berekende dat op een grasland in Veurne zo’n 115.000 exemplaren aanwezig waren op 5 juni. In mei 2016 ontvingen we 120 waarnemingen van deze soort, voor de eerste week van juni waren dat er al 496.

Tenslotte is het opvallend dat de hoge aantallen trekvlinders zich slechts beperken tot deze twee soorten. Van andere trekvlinders zoals Gamma-uil en Kolibrievlinder zijn de aantallen normaal tot eerder laag.

Tekst: Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie
Foto's: Dieder Plu en Leo Janssen