Afbeelding
Zieke kraanvogel
Csaba Barkóczi

Vogelgriep teistert kraanvogelpopulatie

6 dec 2023
Categorieën
Natuurbericht
Vogels


De vraag was niet 'of' onze kraanvogels te maken zouden krijgen met de vogelgriep, maar eerder 'waar' en 'wanneer'. Twee belangrijke vragen want het antwoord op beiden bepaalt in hoge mate de impact op de populatie. De voorbije jaren was er al wel eens een uitbraak(je) hier en daar. Maar door de grote spreiding van kraanvogels op dat moment, werden alleen vrij beperkte, lokale groepjes het slachtoffer. Nu lijkt het een heel andere situatie te zijn. Er zijn al 20.000 à 30.000 kraanvogels gestorven. Doordat ze besmet geraakt zijn tijdens de migratie, dreigen ze het virus te verspreiden over een groot deel van de Europese populatie.

Wat weten we tot hiertoe?

De uitbraak heeft zich voorgedaan in de Hortobagy (Hongarije) bij kraanvogels die voornamelijk uit Finland kwamen. Eind oktober werden er op en het rond het meer maar liefst 194.750 kranen geteld. Een absoluut record want normaal verzamelen er op de migratiepiek ‘slechts’ rond de 100.000 tot 120.000 vogels. Niet veel later werden de eerste dode kranen opgemerkt. Het slechtst denkbare moment voor een uitbraak omdat er net op die plaats zoveel vogels verzameld zaten. De laatste cijfers geven een sterfte aan van 10 tot 20% van de herfstpopulatie in Hongarije, wat neerkomt op ongeveer 20.000 tot 30.000 kraanvogels. Vermoedelijk zal dat cijfer nog verder oplopen. 


Afbeelding
Vogelgriep

Op het eerste zicht lijkt dit weinig problemen op te leveren voor 'onze' kraanvogels op de West-Europese migratieroute want normaal overwinteren deze vogels vooral in Frankrijk en Spanje, en een kleiner aantal tot in Noord-Afrika. Maar sinds ongeveer 10-15 jaar zijn er twee verbindingen ontstaan tussen beide migratieroutes. 

Een eerste verbinding waarbij kraanvogels vanuit Hortobagy (de Centraal-Europese migratieroute) langs de noordkant van de Alpen vliegen en via Oostenrijk en Duitsland in Frankrijk belanden, om zo via de Rhône-vallei in de Camargue te belanden en dus in de West-Europese migratieroute terechtkomen. 

Een tweede route loopt eveneens vanuit Hortobagy langs de zuidkant van de Alpen over Noord-Italië naar de Camargue. Een deel van die kraanvogels trekt dan vanuit de Camargue via de Middellandse Zeekust verder door richting Spanje, naar Gallocanta. Laat Gallocanta nu net de belangrijkste verzamelplaats zijn van waaruit ook 'onze' kraanvogels zich nadien verder verspreiden over heel Spanje. 

Helaas zijn de eerste dode vogels ook al gevonden in Italië en afgelopen week ook in Gallocanta. Voorlopig is er nog geen uitsluitsel of het ook effectief gaat over vogelgriep, maar er lijkt weinig twijfel te zijn. Een aantal kadavers is voor onderzoek meegenomen.


Afbeelding

Migratieroutes kraanvogels - Gert Vandezande

Effecten van het virus

Het gaat over de hoog pathogene vorm (erg ziekmakende en snel verspreidende) H5N1-variant. Een besmette vogel vertoont al na enkele uren de eerste symptomen en is meestal binnen de 3 dagen dood. De vogels verzwakken enorm en sterven vaak door verdrinking omdat ze te zwak zijn om hun hoofd uit het water te houden. Het virus tast de ademhalingswegen, het spijsverteringsstelsel en het zenuwstelsel aan. De vogels maken vaak rare, ongecontroleerde bewegingen met de kop. Ze trekken zich terug in waterpartijen omdat ze zich daar veiliger voelen voor roofdieren en zijn daardoor vrijwel onbereikbaar voor menselijke hulp. Het virus kan in uitwerpselen (mest) gedurende 45 dagen overleven bij ongeveer 4°C. Als de temperatuur stijgt naar 37°C lukt dat nog 2 tot 6 dagen.
Als het virus zich verder verspreidt, kan de kraanvogelpopulatie gedecimeerd worden. Om een voorbeeld te geven: in 2021 was er een uitbraak op een meer in Israël met een winterpopulatie van 12.500 vogels. Nadien bleken slechts ca. 3.000 kranen het virus overleefd  te hebben. Deze video (niet voor gevoelige kijkers) van de uitbraak in Israël kadert het reële drama dat de vogelgriep aanricht bij kraanvogels.


Afbeelding
Dode kraanvogels in Hongarije

Een milde variant van de vogelgriep is endemisch bij heel wat vogelsoorten en vergelijkbaar met een griep bij de mens. De hoogpathogene variant van de vogelgriep is een aantal jaar geleden ontstaan in intensieve kippenkwekerijen in Azië. Van daaruit werden aanvankelijk vooral gekweekte vogels getroffen, maar op een bepaald moment is het virus “ontsnapt” naar wilde vogels. Via trekvogels en koloniebroedende vogels is het inmiddels wereldwijd verspreid en veroorzaakt echte ravages in de vogelpopulaties. Uit deze historiek blijkt dat mega-intensieve concentraties van landbouwdieren niet alleen problemen veroorzaken door vervuiling van lucht en water omwille van stikstof, maar ook een reëel risico vormen op de verspreiding van ziektekiemen vanuit de stallen.

Hoe moet het verder?

Op zeer regelmatige basis slachtoffers ruimen is de beste manier om vogelgriep in te dijken, maar in dergelijke uitgestrekte watergebieden is dat bijzonder moeilijk.

De grootste hoop is daarom gericht op een uiterst natte winter in Spanje en Frankrijk. Dan ontstaan er veel nieuwe maar kleinere slaapplaatsen op ondergelopen stukken land. In die kleinere overwinterende groepen kan de virusuitbraak sneller uitdoven, of toch zeker tegen dat de voorjaarsmigratie goed en wel terug op gang begint te komen. Vanaf begin februari beginnen de kraanvogels opnieuw te verzamelen voor de noordwaartse trek. Mocht het virus dan nog steeds rondgaan, dan zullen opnieuw grote aantallen vogels besmet worden en bestaat de kans dat de ravage niet te overzien is.

Een uiterst nat najaar kan op die manier toch nog een positief effect geven. Zo merken we in de regio rond Arjuzanx (zuidwest-Frankrijk) dat slechts 3410 kraanvogels in het reservaat komen overnachten, terwijl er vele tienduizenden in de omgeving verblijven. Door de vele regen van de voorbije maanden zijn heel wat gebieden ondergelopen, dit zijn ook ideale slaapplaatsen (bescherming tegen predatoren) geworden: de kranen zitten er verspreid in de wijde omgeving. Positief om de virusverspreiding tegen te gaan.

We moeten hopen dat de verspreiding van het virus binnen de perken blijft. Zoniet, dan kan de populatie kraanvogels op één winter volledig kelderen en zouden inspanningen van tientallen jaren snel uitgewist kunnen worden. Dit toont nogmaals het belang aan om soorten de kans te geven om robuuste populaties uit te bouwen, die enige weerstand kunnen bieden aan onvoorziene ziektes of andere bedreigingen.

Tekst: Gert Vandezande (European Crane Migration Network)

Foto's: Csaba Barkóczi