Afbeelding
Leo Janssen

Volop trekvlindertijd

15 jun 2015
Categorieën
Natuurbericht
Vlinders

Hoewel de vliegtijd van een aantal echte lentevlinders erop zit, zijn het toch spannende tijden voor vlinderliefhebbers. De klassieke trekvlinders zoals Distelvlinders en Gamma-uilen zijn in groten getale aan het aankomen. Bovendien worden ook zeldzame trekvlinders gemeld.

Oranjetipje, Landkaartje, Bont dikkopje: enkele weken geleden vlogen ze volop, nu zijn ze niet meer of amper nog te bespeuren. Op de massa Bruine zandoogjes en zomersoorten zoals Oranje zandoogje of Heivlinder is het nog even wachten. We zitten momenteel in de befaamde juni-dip: een korte periode in het jaar tussen lente en hoogzomer dat er minder dagvlinders te bespeuren vallen. Dit jaar wordt die dip deels gecompenseerd door de aankomst van trekvlinders. Vooral de hoge aantallen Distelvlinders springen in het oog.

Trekvlinders zijn erg apart. Het gaat om een beperkt aantal dag- en nachtvlinders die in Vlaanderen niet kunnen overwinteren, maar zowat elk jaar West-Europa opnieuw koloniseren vanuit het Zuiden. Daarbij halen ze straffe toeren uit: een Distelvlinder kan bijvoorbeeld 5000km vliegen op twee weken. Als hij hier aankomt, zet hij eitjes af en sterft hij (of beter: zij). De nakomelingen die daaruit voortkomen, vliegen in het najaar dan weer terug naar het Zuiden. Voor elke trekvlinder betekent de lange vlucht 'enkele rit': pendelen tussen het Middellandse-zeegebied en West-Europa zit er niet in (in tegenstelling tot langerlevende trekvogels).

De eerste Distelvlinders lieten zich dit jaar al eind april opmerken. Stilletjes druppelden ze binnen, maar vanaf 20 mei ging het sneller. Voor de maand mei stond de teller al op zo’n 990 exemplaren. De eerste helft van juni ging het nog harder, met 2040 op de teller op 15 juni.

De Gamma-uil is ook een klassieker onder de trekvlinders. Deze soort organiseert jaarlijks een heuse volksverhuizing. Terwijl de soort zich in het winterhalfjaar voortplant in het Middellandse Zeegebied, met name in Noord-Afrika, verhuist de hele populatie in het voorjaar naar (Noord-)West-Europa. In de eerste helft van juni werden meer dan 600 Gamma-uiltjes gemeld: ook dat is een pak meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Toen volgde de piek van deze soort pas vanaf juli. Nog een dagactieve nachtvlinder die ook tot de trekvlinders behoort, is de Kolibrievlinder. Ook die is weer volop van de partij.

Ook zeldzamere nachtvlinders laten zich opmerken. Het vermelden waard is de Vlekdaguil, waarvan momenteel een kleine invasie plaatsvindt. Van die soort werd zowel in 2013 als in 2014 geen enkel exemplaar genoteerd. In 2015 staat de teller intussen op 30. Ook soorten die nauwelijks in Vlaanderen gezien worden, zijn er weer. Het Wit weeskind dook op in een tuin te Gent, en dat was de eerste Vlaamse waarneming sinds 2006.

Afbeelding
724042.jpg

De Vlekdaguil, momenteel bezig aan een topseizoen. (foto: Wim Veraghtert)

Overigens valt het op dat in Nederland de voorbije weken al meer zeldzame, zuidelijke trekvlinders zijn waargenomen dan bij ons. Zo werden daar onder meer drie Gestreepte pijlstaarten en een Ni-uil genoteerd. Het kan haast niet anders of die zijn ons land overgevlogen. Bovendien werd het Prachtpurperuiltje aan de Nederlandse lijst toegevoegd. Dat juweeltje werd in juli 2014 voor het eerst in België waargenomen, in Edegem.

Pak je vlindernet mee, speur bloemen af en ga ’s avonds met de zaklamp op zoek, want er is heel wat te beleven op vlindergebied. Tot slot: maak het de wetenschap deelachtig via www.waarnemingen.be.

 

Wim Veraghtert, Vlinderwerkgroep van Natuurpunt