Afbeelding
Late eikenmineermot
Jan Mees

Waar komen de groene eilandjes in afgevallen bladeren vandaan?

24 nov 2017
Categorieën
Natuurbericht
Nachtvlinders

De herfst lijkt niet meteen de uitgelezen vlindertijd. Maar voor wie naar bladmijnen kijkt, valt er nog heel wat te beleven. Bladmijnen zijn kleine vraatgangetjes in het bladgroen, vaak veroorzaakt door rupsen van micro-vlinders. Een typische novembersoort is de Late eikenmineermot, die je nu kan vinden in afgevallen eikenbladeren.

Van enkele tientallen soorten micro-nachtvlinders leven de rupsen niet “op” bladeren van planten, maar erin: ze vreten gangetjes, soms met opvallende patronen, uit in het bladgroen. Vaak zijn ze minuscuul en vereisen dus oog voor detail. En ook heel wat plantenkennis, want vele micromotjes zijn gebonden aan specifieke plantensoorten. Op een Noorse esdoorn vind je andere bladmineerders dan op een Gewone esdoorn, bijvoorbeeld.

De vraatpatronen van die mineermotjes zorgen er soms voor dat het blad in de herfst niet helemaal kan ontkleuren. Ze veroorzaken groene eilanden in afgevallen blaadjes, waardoor de mijnen beter opvallen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de mijnen van de bladsteelmineermotten op verschillende populierensoorten. Op zomereik komen een hele serie microvlinders voor, die vaak niet gemakkelijk uit elkaar te houden zijn: een eik is een echt mijnenveld. Maar laat in het jaar is het uitkijken naar een bijzonder rupsje in afgevallen eikenbladeren: de Late eikenmineermot (Ectoedemia quinquella).

Na 2010 werd deze zeer zeldzame soort op uiteenliggende Nederlandse en Belgische locaties aangetroffen. In Vlaanderen komt de soort voor van De Panne tot in Houthalen, al blijft de verspreiding voorlopig beperkt tot een handvol vindplaatsen. Waarom deze soort precies zo zeldzaam is, is vooralsnog onduidelijk. Ook in Nederland is de verspreiding erg gefragmenteerd, al bleek uit recente inventarisaties wel dat deze soort door gericht te zoeken meer gevonden kan worden. Het vlindertje zelf is slechts enkele millimeters groot en is, wegens het voorkomen van enkele dubbelgangers, bovendien erg moeilijk herkenbaar.

Wie dezer dagen een boswandeling maakt, moet dus zeker eens tussen afgevallen eikenbladeren snuffelen. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat de rupsen niet te vinden zijn in eikenbladeren die nog aan de boom hangen te verdrogen.

Als je zo’n blad met groene eilandjes vindt, kijk dan eens of je ook het rupsje kan zien zitten (tip: dat zie je best bij doorvallend licht, bijvoorbeeld door het blad tegen de lucht te houden). Met wat geluk zie je dan ook de donkere stippenrij (de zogeheten ventrale platen) op de buik van de rups. Wie de Late eikenmineermot vindt, mag de waarneming met foto invoeren op www.waarnemingen.be.

Meer informatie over deze soort: http://bladmineerders.be/nl/content/ectoedemia-quinquella-bedell-1848

Tekst : Wim Veraghtert, Natuurpunt & Steve Wullaert, Werkgroep Bladmineerders V.V.E. Foto: Jan Mees.