Afbeelding

Waarom kleuren kastanjebomen nu al bruin?

8 sep 2017
Categorieën
Natuurbericht
Nachtvlinders


Het is nog maar begin september en de bladeren van de paardenkastanje kleuren al helemaal bruin. Is de herfst al in het land? Nee, toch niet. Paardenkastanjes hebben sinds het begin van de eeuw last van een minuscuul nachtvlindertje: de Paardenkastanjemineermot. Die is zo massaal aanwezig dat de bladeren bruin kleuren door de rupsenvraat.

20 jaar geleden was dit mini-vlindertje nog een nobele onbekende. Pas in 1999 gebeurden de eerste meldingen van de Paardenkastanjemineermot in België. In het jaar 2000 volgde dan de grote doorbraak, met talrijke waarnemingen in alle provincies. Een opmerkelijke opmars. Het beestje dook voor het eerst op in 1985 in Macedonië, nabij de stad Ohrid (vandaar de Latijnse naam: Cameraria ohridella), waar paardenkastanjes inheems zijn. Aangezien het motje totaal onbekend was, werd het in 1986 beschreven als een nieuwe soort voor de wetenschap. Wellicht is het beestje afkomstig uit Azië.

Vanuit de Balkan begon de soort aan een spectaculaire opmars. In 1996 werd Duitsland bereikt, in 1999 ons land en nadien koloniseerde de mineermot delen van Zweden en Finland. Intussen is het een wijdverbreide soort die in ons land zeer algemeen is. Typisch voor mineermotten is dat de rupsen niet op, maar wel in bladeren leven. Ze leven van het bladgroen en veroorzaken typische vraatpatronen op hun gastheren, of waardplanten.

Afbeelding
6500464.jpg

Het nachtvlindertje zelf heeft een mooie vleugeltekening. (foto: Erik Moonen)

In Vlaanderen komen tientallen soorten inheemse mineermotten voor. Op de paardenkastanje vind je enkel de uitheemse Paardenkastanjemineermot. De rups veroorzaakt vlekken met een oppervlakte van 4 tot 8 cm². Waar het bladgroen is weggevreten, verkleurt het blad. Er kunnen echter vele tientallen rupsen in één blad leven, zodat de bladeren van paardenkastanjes in de hoogzomer al volledig bruin worden.

Geen blijvende schade
Het ziet er indrukwekkend uit, maar kastanjebomen kunnen tegen een stootje. Zelfs na ernstige aantastingen herstellen de bomen in de daaropvolgende lente. Aantastingen door de schimmel Guignardia aesculi (bruine vlekken met gele rand op de bladeren) zijn een stuk schadelijker dan die van de mineermot.

Het vlindertje zelf is met z’n 4mm pieklein. Het heeft een mooie vleugeltekening, al heb je wel een loep of macrolens nodig om dat te zien. De motjes komen op licht af maar kunnen overdag gemakkelijk gevonden worden door de stammen van kastanjes af te speuren.

De spectaculaire opmars van deze vlinder is te verklaren zoals die van andere exotische soorten: een massaal voedselaanbod (paardenkastanje is een veelgebruikte sierboom in parken en lanen), een geschikt klimaat (de poppen van de mineermot kunnen temperaturen tot -23°C overleven) en het nagenoeg ontbreken van vijanden (mezen eten maar weinig van de rupsen; de soort wordt sporadisch geparasiteerd door inheemse sluipwespen maar dat gebeurt niet systematisch).

Afbeelding
20170908_122906.jpg

Vanuit esthetisch oogpunt is de plaag problematischer dan op vlak van gezondheid van de bomen. (foto: Hans Verboven)

Bestrijden?
Bestrijding van deze mineermotten is geen evidente zaak. Om de plaag in te dijken worden meestal verschillende methodes gecombineerd, die jaar na jaar herhaald moeten worden:

- Feromoonvallen: vangpotten in de bomen die de geurstoffen van vrouwelijke mineermotten verspreiden en op die manier mannetjes aantrekken. Deze verdrinken dan in een vloeistof in de pot.

- Lijmbanden op de stammen. Mineermotjes (vooral de vrouwtjes) kruipen vaak over de stammen en blijven op de lijmband kleven. Helaas is dat geen selectieve vangmethode.

- Het afvoeren en verbranden van afgevallen bladeren. In de afgevallen bladeren bevinden zich poppen waaruit in de lente nieuwe vlindertjes verschijnen.

Kastanjes kappen is eigenlijk niet nodig. Vanuit esthetisch oogpunt is de plaag problematischer dan op vlak van gezondheid van de bomen. Wie wil vermijden dat z'n bomen worden aangetast, kan beter kiezen voor een andere boomsoort, zoals bijvoorbeeld Haagbeuk of Winterlinde. 

Tekst: Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie
Foto's: Hans Verboven & Erik Moonen