Afbeelding
Windmolens op zee
Jesse De Meulenaere

Windenergie op onze Noordzee: wat met de vogelmigratie?

10 okt 2023
Categorieën
Natuurbericht
Energie
Noordzee
Vogels
Windturbines


Minister van Energie Tinne Van der Straeten sprak de ambitie uit om 8 GW aan offshore windcapaciteit te plaatsen in het Belgisch deel van de Noordzee. Daaraan gekoppeld is er de huidige ruimtevraag voor een derde offshore energiezone. Een derde windpark op de Noordzee voor onze kust lijkt echter onmogelijk. Geen van de vijf zones die zijn onderzocht blijken geschikt, zegt het consultancybureau dat de overheid heeft ingeschakeld. Er zijn telkens mogelijke conflicten met andere activiteiten. Daarnaast zou dit tot een ongekende impact op de Noordzeenatuur leiden. Natuur die nu al onder druk staat door alle activiteiten op, in en naast ons stukje van de Noordzee.  

Het Belgisch deel van de Noordzee wordt zeer intensief gebruikt. Het is zoeken naar een zone waar geen conflicten zijn met andere gebruikers. Op de geïntegreerde kaart van het huidig marien ruimtelijk plan (MRPII - 2020-2026) zien we dat het zoeken met een vergrootglas is naar rustgebieden voor natuur:


Afbeelding

 

We pleiten resoluut tegen een derde energiezone in natuurgebied op zee. De Prinses Elisabeth-zone overlapt al grotendeels met het beschermd Habitatrichtlijngebied Vlaamse Banken en het geplande Prinses Elisabeth-eiland zal eraan grenzen. Voor alle huidige en toekomstige generaties is het onze plicht om beslissingen te nemen die goed zijn voor natuur én energie, ook op zee.

Wat met de impact van windenergie boven het wateroppervlak? 

De schaarse “open” zones buiten Natura 2000-gebieden, waar nu ook andere activiteiten ruimte innemen, zijn essentiële migratieroutes voor migrerende soorten (denk aan vogels, zeezoogdieren, vissen en vleermuizen), zoals bevestigd door onderzoek dat gedaan wordt sinds 2009. De reeds in het huidig marien ruimtelijk plan (2020-2026) afgebakende offshore energiezones (de grotendeels operationele oostelijke zone en de nog te ontwikkelen Prinses Elisabeth-zone), het aangrenzende Nederlandse Borssele gebied en een gepland windpark voor Duinkerke hebben bezorgdheid gewekt over mogelijke cumulatieve barrière-effecten op trekkende en lokale zeevogels (cf. EDEN2000 onderzoek). 

Barrière-effecten veroorzaakt door windparken treden op wanneer vogels er de voorkeur aan geven om rond een windpark heen te vliegen in plaats van het te doorkruisen, wat leidt tot langere vliegreizen tijdens de trek of wanneer ze pendelen tussen kolonies en foerageergebieden. Hierdoor gebruiken ze meer energie, wat de individuele overleving en voortplanting verder beïnvloedt. Bovendien kan in het geval van uitgebreide barrière-effecten de toegang tot onbebouwde gebieden worden afgesneden door windparken, waardoor geschikt mariene habitat niet meer beschikbaar is voor zeevogels.

Door de ruimtelijke plaatsing van windenergie in het Belgisch deel van de Noordzee, gecombineerd met de ingeplande windparken bij onze buurlanden, blijven er nu reeds slechts enkele vogelmigratieroutes over die vogels kunnen gebruiken om te migreren naar het centrale deel van het Belgisch deel van de Noordzee. Ook het geplande Prinses Elisabeth-eiland zal een effect hebben op vogels, door de ligging vlakbij beschermd natuurgebied en Habitatrichtlijngebied Vlaamse Banken. De overgebleven corridors voor migratieroutes van vogels situeren zich op twee belangrijke locaties in het Belgisch deel van de Noordzee. Enerzijds tussen de twee huidige afgebakende offshore energiezones in. Anderzijds in de kustzone (15 tot 20 km uit de kust) waar we een belangrijke migratiecorridor aantreffen voor zeevogels, steltlopers en zangvogels. Deze zone dient absoluut gevrijwaard te worden van windturbines.

Beschermd zeegebied voor vogels is noodzakelijk

Er moeten voldoende ruime migratiecorridors voorzien worden tussen de oostelijke zone en de Prinses Elisabeth-zone en dwars door de Prinses Elisabeth-zone voor het garanderen van migratie naar het centrale deel van het Belgisch deel van de Noordzee. Dit voor soorten die mijdingsgedrag vertonen ten opzichte van windturbines zoals zeekoet, alk en Jan Van Gent. Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden om geen extra sterfte bij deze soorten te veroorzaken, niet in het minst omdat storende menselijke activiteiten op belangrijke locaties voor deze soorten worden ingepland. 


Afbeelding

Jan-Van-Gent (foto: Gert Vanautgaerden)

Ter compensatie van het verlies van geschikte habitat door windturbines, is een beschermd zeegebied voor vogels noodzakelijk. Dit beschermd zeegebied is een absoluut rustgebied, waar geen plaats is voor scheepvaart, visserij, militaire oefeningen, commerciële activiteiten en windturbines. Een dergelijk absoluut rustgebied biedt bescherming voor een aantal zwemmende vogelsoorten met beschermingsstatuut onder de Vogelrichtlijn en het RAMSAR-verdrag die erg verstoringsgevoelig zijn, zoals roodkeelduiker en zwarte zee-eend. Er liggen drie Vogelrichtlijngebieden en een RAMSAR-gebied bij de kust. Die zijn afgebakend om vogelsoorten te beschermen en te ondersteunen. Met een derde energiezone, of het nu dichtbij of ver van de kust of tussen de twee huidige offshore energiezones zou komen, zullen de meeste vogels er simpelweg niet meer heen gaan en verzaken we dus aan een heleboel internationale en Europese verplichtingen.

Als we een win-win willen voor natuur, biodiversiteit, klimaat en samenleving, dan is onderstaand geïntegreerd plan voor natuur en energie het streefdoel en meteen ook het optimum:


Afbeelding

 Auteurs: Sarah Vanden Eede (WWF België) en Sarah Tilkin (Natuurpunt vzw)




Afbeelding


Afbeelding