Afbeelding
Kegelmorielje
Erwin Derous

Wisselvallige lente zorgt voor veel paddenstoelen

8 mei 2023
Categorieën
Natuurbericht
Paddenstoelen


Het echte paddenstoelenseizoen is de herfst, maar ook in de lente kan je paddenstoelen zien. Een minderheid van soorten verschijnt enkel in het voorjaar. Als het tenminste nat genoeg is, en daar knelde het schoentje de afgelopen jaren al eens. Maar 2023 is nat genoeg: sommige minder algemene voorjaarspaddenstoelen worden op een recordaantal locaties gemeld.

Exclusieve lentepaddenstoelen

Enkele tientallen soorten paddenstoelen kan je enkel in de lente zien. Het gaat ondermeer om een resem kluifzwammen, morieljes, een aantal bekerzwammen en een variatie aan plaatjeszwammen, waaronder de voorjaarspronkridder, voorjaarssatijnzwammen, voorjaarsbreeksteeltje, etc. De lentesoorten leven vooral als opruimers.

Een wijdverbreide soort is de voorjaarspronkridder (Calocybe gambosa). Ook in de buurlanden verwijst de naam van deze zwam naar de verschijningsperiode: Maipilz in het Duits, St. George’s mushroom in het Engels (naar de feestdag van St. George, op 23 april). Een forse witte paddenstoel die vaak in groepen groeit en te herkennen is aan de sterke meelgeur. De voorjaarspronkridder is dit jaar al uit 231 kilometerhokken gemeld; enkel in 2021 waren dat er meer. Uit die hoge cijfers kunnen we echter niet afleiden dat deze soort toeneemt. Door de sterk toegenomen populariteit van apps zoals ObsIdentify is vooral het aantal waarnemers gestegen.

Minder algemeen zijn de morieljes en aanverwante soorten. Dat zijn exclusieve lentepaddenstoelen waarvan de langgerekte hoed een honingraatachtig patroon bevat. Morieljes staan bekend als delicatessen en zijn dus om culinaire redenen gegeerd. Omdat ze vooral op kalkrijke bodems groeien, komen ze in grote delen van Vlaanderen maar nauwelijks voor. In Vlaanderen komen verschillende soorten morieljes voor: gewone morielje, hersenkronkelmorielje, duinmorielje, kegelmorielje en kapjesmorielje. De groeiplaatsen van morieljes zijn “afgeschermd” op waarnemingen.be om culinaire plukkers op afstand te houden. Als je in je tuin een morielje vindt is de kans groot dat het om de kegelmorielje gaat, deze soort groeit vaak tussen houtsnippers en zelfs tussen kiezels. 


Afbeelding
Vingerhoedje

Vingerhoedje (foto: Erwin Derous)

Een bijzonder geval is het vingerhoedje: familie van de morieljes, maar op de witte steel staat een eenvoudig, kapvormig hoedje. Net een vingerhoedje dus. Die soort is van oudsher bekend van een beperkt aantal gebieden (vooral in de kalkrijke kustduinen of opgespoten terreinen rondom Antwerpen). Dit jaar dook ze echter op nieuwe plekken op en lijken ze wat forser dan normaal -zo werd ook in Nederland opgemerkt. Tot nog toe werd het vingerhoedje in maximaal 7 kilometerhokken per jaar gemeld. Dit jaar staat de teller al op 44. We kunnen dus zeker van een recordjaar spreken. Dat geldt ook voor de kapjesmorielje. 

Nog meer ongewone paddenstoelenwaarnemingen

In Averbode Bos & Heide werd de grote voorjaarsbekerzwam waargenomen. Deze forse bekerzwam die op naaldhout groeit, was in Vlaanderen al lang niet meer gezien. In de Rode Lijst van Walleyn & Verbeken (1999) werd deze zelfs nog als uitgestorven gewaand in Vlaanderen. 


Afbeelding
Grote Voorjaarsbekerzwam

Grote voorjaarsbekerzwam (foto: Katleen Verbeeck)

Daarnaast gebeuren er her en der nogal wat waarnemingen van paddenstoelen die normaliter vooral in de herfst opduiken. Zo werden er al veel gewone zwavelkoppen gespot. Uitzonderlijk is het verschijnen van wasplaten in de lente. Dat zijn zeldzame graslandpaddenstoelen die we gewoonlijk in de late herfst zien. Op 27 april verschenen er al papegaaizwammetjes in Oostduinkerke.  

Tenslotte zijn er ook al waarnemingen van symbionten die gewoonlijk vanaf de nazomer verschijnen. Symbionten (of boombegeleiders) zijn voor hun voedingsstoffen afhankelijk van de boom waarbij ze groeien. In het voorjaar investeren bomen zelf veel in de vorming van hun eigen bladeren, bloemen en vruchten. Eens die processen voltooid zijn (dus tegen de hoogzomer), kunnen de bomen extra suikers doorsluizen naar de ondergrondse zwamvlokken waarmee ze via hun wortels in contact staan. Daarom zien we symbionten vooral vanaf juli-augustus verschijnen (als het nat genoeg is). Maar nu krijgen we al meldingen van zilveren ridderzwam, gewone heksenboleet en de eerste russula’s en gordijnzwammen. 

Tekst: Wim Veraghtert en Roosmarijn Steeman (Natuurpunt Studie)