Afbeelding
Grote stern
Hans Matheve

Zeebrugge: een veilige haven voor grote sterns

14 sep 2022
Categorieën
Natuurbericht
Strand en zee
Vogels

In 2022 hield de hoog-pathogene vogelgriep voor het eerst stevig huis onder onze broedvogels. Het zogenaamde H5N1-virus werd in Europa bij vele tientallen wilde vogelsoorten vastgesteld, maar de zwaarst getroffen groep was zondermeer die van de zeevogels. Uit kolonies in heel West-Europa kwamen alarmerende berichten over honderden tot duizenden stervende en dode vogels. Hele broedkolonies werden soms op een paar weken tijd gedecimeerd.

Zeevogels zwaar getroffen

De zwaarst getroffen soorten lijken grote jager, Jan-van-Gent en grote stern te zijn, maar ook zeekoet, visdief, Dougalls stern en zilvermeeuw deelden in de klappen. Bij grote jagers werd in sommige kolonies een sterfte tot 85% van de lokale populatie vastgesteld. Van Jan-van Gent kwamen beklijvende beelden binnen van de grootste kolonie ter wereld op Bass Rock in Schotland, waar van de ruim 75.000 broedparen na een paar weken nog maar een fractie over bleef.

Dichter bij huis kregen vooral de grote sterns het zwaar te verduren. In Nederland stierf mogelijk tot driekwart van de broedpopulatie. Ook kolonies in Frankrijk, Groot-Brittannië, Denemarken en Duitsland werden getroffen. Gelukkig bleef ook een aantal grotere kolonies gespaard, vooral in het Middellandse Zeegebied en in Groot-Brittannië. Deze vogels kwamen waarschijnlijk (nog) niet in contact met het virus.

813 nesten grote stern in Voorhaven Zeebrugge

Ook langs onze kust werden vele honderden zeevogels geveld door het virus. Het ging daarbij vooral om sterns en meeuwen. Toch was het niet alleen kommer en kwel. Op het Sternenschiereiland in de voorhaven van Zeebrugge vestigde zich in mei een kleine kolonie van 13 paar grote sterns. De laatste succesvolle broedpoging van deze soort dateerde alweer van 2007, de blijdschap was dan ook groot. Dit gevoel verdween echter snel toen ook deze vogels begonnen te sterven aan vogelgriep. In totaal werden 11 dode adulte vogels gevonden, uiteindelijk vlogen er toch nog twee kuikens uit. Halfweg juni verschenen er echter steeds meer grote sterns op het Sternenschiereiland en begon zich gaandeweg een kolonie te vormen. Uiteindelijk vestigden er zich op deze locatie maar liefst 805 koppels.

Afbeelding
grote-sternen_hansmatheve.jpg

De kolonie grote sternen op het Sterneneiland in de Voorhaven van Zeebrugge (foto: Hans Matheve)

Kadavers ruimen en stranden vol kuikens

Om verspreiding van het virus tegen te gaan, werd de kolonie elke twee dagen kort bezocht om alle kadavers weg te halen. Dode vogels bleken namelijk een belangrijke broeihaard van het virus. In totaal werden 203 dode adulte vogels verwijderd om te worden vernietigd door een gespecialiseerd bedrijf. Hierdoor kon erger worden voorkomen en konden de resterende broedparen worden gevrijwaard van een besmetting door het H5N1-virus. Vanaf de tweede week van juli nam de sterfte sterk af en werden er jongen geboren. Het grootste deel hiervan bleef in leven. Begin augustus waren op het strand van het Sternenschiereiland ruim 500 vliegvlugge grote sternkuikens te zien. Daarbij kwamen nog eens de kuikens van ruim 1.100 paar visdief, 230 paar kokmeeuw en 25 paar zwartkopmeeuw. Bovendien heeft het Sternenschiereiland de laatste jaren een sterke aantrekkingskracht voor juveniele meeuwen en sterns uit andere Europese kolonies. In juli en augustus was het daar een drukte van jewelste.

Uitzonderlijk broedsucces

Het huidige succes van Zeebrugge als broedgebied komt niet uit de lucht vallen. De voedselsituatie voor sterns in en rond het havengebied behoort tot één van de beste van Europa. Dat zorgt niet alleen voor hoge aantallen broedvogels maar ook voor een goed broedsucces. Helaas vormden landroofdieren enige tijd spelbreker, maar jarenlange inspanning door het Agentschap Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), het Agentschap Natuur- en Bos (ANB), de UGent en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) om het Sternenschiereiland zo geschikt mogelijk te maken, werpt nu zijn vruchten af. Een belangrijk facet hierin was het plaatsen van een geëlektrificeerde afsluiting op het schiereiland, door het windenergiebedrijf Aspiravi van gratis netstroom voorzien. Dit hield grondpredatoren weg uit de kolonie, wat essentieel is voor een succesvolle vestiging. De grote sterns zelf werden dan weer aangetrokken door de kolonie kokmeeuwen (grote sterns broeden nagenoeg uitsluitend in de nabijheid van deze soort) die zich door alle beschermingsmaatregelen eindelijk een beetje heeft hersteld. Zeebrugge was hiermee één van de enige kolonies in de zuidelijke Noordzee waar grote sterns dit jaar succesvol hebben gebroed.

Duurzaam beheer broedplaatsen en verder onderzoek

Voor het herstel van de populatie grote stern zal het in de toekomst van erg groot belang zijn om succesvolle broedlocaties zoals die in Zeebrugge duurzaam te behouden. In Europa zijn er maar enkele tientallen van dergelijk plekken en die zullen, zelfs wanneer er een tijdlang geen grote sterns broeden, beschermd moeten blijven en in een optimale toestand worden gehouden. Het herstel van de Europese populatie na de zware verliezen door de vogelgriep zal hoe dan ook vele tientallen jaren duren, gesteld dat deze calamiteiten geen jaarlijks terugkerend fenomeen zullen worden. Even belangrijk als een duurzaam behoud van alle broedlocaties is een goede opvolging van de soort. Hoe evolueren de aantallen? Zijn er andere knelpunten? Is de overleving van de jongen en de oudervogels voldoende groot? Hoe en waarom verplaatsen de sterns zich tussen potentiële broedplekken?

Immuun voor de vogelgriep?

Om zicht te krijgen op de overleving van de Zeebrugse vogels werden er ruim 180 kuikens en 60 adulte vogels voorzien van een rode kleurring met een unieke code. Deze codes zijn gemakkelijk vanop afstand af te lezen. Als dit op Europese schaal gebeurt, laat dit toe om zowel de overleving als de verplaatsingen van deze vogels in kaart te brengen. Aflezingen van dit type ringen in Zeebrugge in 2022 toonden aan dat de kolonie bestond uit een mix van vogels die eerder in het seizoen al in een Nederlandse kolonie hadden gebroed en jonge vogels die voor het eerst een broedpoging waagden. Vooral de eerste categorie is hierbij erg interessant. Dit zouden immers vogels kunnen zijn die immuun zijn geworden voor het virus. Mogelijk zullen deze exemplaren van cruciaal belang zijn voor het herstel van de populatie. Het wordt in elk geval bang afwachten om te zien hoeveel grote sterns er in 2023 nog in onze contreien zullen broeden. We hopen alvast dat de Zeebrugse kolonie ook in 2023 druk bezet zal zijn door grote sterns & co.

Tekst: Wouter Courtens & Eric Stienen (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek)