Afbeelding
Riemwier
Misjel Decleer

Zeespaghetti spoelt aan op Belgische stranden

17 sep 2021
Categorieën
Natuurbericht
Noordzee
Strand en zee

Op het strand kan je er de laatste weken niet naast kijken. De vloedlijn ligt vol riemwier (Himanthalia elongata). Maak kennis met dit intrigerend organisme.

Riemwier groeit niet in België of Nederland. Het groeit in de lage getijdenzone in het Kanaal en aan de Atlantische kust van het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk, Spanje en het noorden van Portugal. Dit lange wier is slechts met een kleine basis van zowat een vierkante centimeter aan een rots vastgehecht maar bij storm laat het uiteindelijk los en gaat het op drift. Het wier zelf (hierna ‘voetje’ genoemd) bestaat uit een hoogstens 5 cm hoge gesteelde knoop met diameter tot 3 cm. Het lijkt wat op een paddenstoeltje.  Het groeit vastgehecht aan rotsen in het laagste deel van het getijdengebied.  In het midden van de winter ontwikkelen zich vanuit het centrum bovenop het voetje tot 4 meter lange en 1 cm brede, platte, donkergroenbruine, leerachtige slierten die gevorkt vertakt zijn. Deze slierten zijn de voortplantingsorganen waarin de sporen worden gevormd.

Zeespaghetti

De slierten groeien ongelooflijk snel. In de lente zijn ze op hun zachtst, meest smaakvol en voedzaam. In 125 gram zeespaghetti zitten vezels (5% Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid), vitamine C (400% ADH), kalium (40% ADH), magnesium (29% ADH), calcium (25% ADH) en jodium (56% ADH). Het smaakt ziltig, als schelpdieren, en kan zowel rauw als gekookt gegeten worden. Zeespaghetti is goed te combineren met vis, groenten, groenteschotels en zeevruchten en kan worden gebruikt als ingrediënt in salades, rijst of pasta. Het wordt ook gebruikt bij de bereiding van soep, crèmes en sauzen. Het wordt in de lente geoogst. Let wel: aangespoeld riemwier is niet voor consumptie geschikt.

Op drift

Losgeslagen riemwier gaat op drift, meegevoerd door de stroming. Doordat de reststroom noordwaarts is, verplaatst het wier zich doorheen het Kanaal richting Noordzee. Het meeste riemwier drijft doorgaans onopgemerkt voorbij onze kust. Bij Helgoland, een eiland ter hoogte van Denemarken, wordt drijvend riemwier soms in grote pakketten gevonden, met onderaan de voetjes het bloedrood plooimosdiertje (Watersipora subatra). Het wier en het mosdiertje wijzen op een herkomst 800 km zuidelijker, met name Bretagne. Als de wind een langere tijd uit een noordelijke richting komt, spoelt het ook op onze stranden aan en dat kan dan best massaal zijn. Aangespoeld riemwier hoeft niet geruimd te worden. Een groot deel gaat met het volgend tij weer de zee in. Wat blijft liggen, wordt uiteindelijk opgegeten door strandvlooien of larven van wiervliegen. Het houdt overwaaiend zand vast en helpt bij duinvorming doordat het de voedingsbodem vormt voor embryonale duinplanten.

Size does not matter

Vermoedelijk is riemwier de wiersoort met het grootste voortplantingsorgaan. Maar voor strandjutters is vooral het kleine voetje van belang, niet die lange slierten. Helaas is het voetje vaak niet aanwezig. Op het juiste ogenblik kan je op de slierten twee soorten wiertjes vinden: Ceramium pallidum (een soort hoorntjeswier) en het bruin pluchewier (Herponema velutinum). De onderzijde van het wiertje garandeert bescherming tegen zonlicht en uitdroging voor de vele soorten organismen die er zich op vestigen. Ze herbergen vaak ook kleine wiertjes en zeedieren die niet aan onze kust groeien.

 

Afbeelding
riemwier Hans De Blauwe

Riemwiervoetjes met slakjes en roze kalkkorstwier (foto: Hans De Blauwe)

12 tinten roze

En die wiersoorten zijn vaak roze van kleur. Je vindt er de korstjes van roze kalkkorstwier (Phymatolithon lenormandii) of struikjes van koraalwier (Corallina officinalis) of fijn koraalwier (Jania rubens). Ook rendiergeweiwier (Osmundea pinnatifida) en rood worstjeswier (Lomentaria articulata) kan je er op vinden. Op de onderzijde van de schijf staan meestal mosdiertjes, die zijn vaak roze, wit, oranje of doorschijnend. Op de eerste plaats staat Celleporella hyalina, die voorkomt op 44 % van de voetjes, op de tweede plaats Callopora lineata (op 40 %), daarna komt het harig mosdiertje (Electra pilosa) (op 24 %). Af en toe is er nog een klein slakje meegereisd. Riemwiervoetjes zijn echte schatkamers van mariene organismen. Vooral de voetjes die op een ruwe schaalhoren (Patella aspera) vastzitten en rijkelijk begroeid zijn met koraalwier leveren soms prachtige vondsten op.

Tekst: Hans De Blauwe

Foto’s: Misjel Decleer, Hans De Blauwe