Bijeneters broeden in regel in Zuid-Europa en met minder dan 20 broedgevallen of –pogingen zijn Belgische broedgevallen van deze tropisch ogende vogelsoort zeldzaam. Dankzij goed overleg met de verkavelaar die aan het werk was op de bouwwerf, konden de Bijeneters ongestoord hun gang gaan.
In 1996 vonden de eerste twee Belgische broedgevallen plaats in Adinkerke. Sindsdien gebeurde het nog een aantal keer. De laatste broedgevallen in Vlaanderen dateren van 2005 in Oostakker en 2004 in Wachtebeke. Voor 2015 is dit Harelbeeks broedgeval het enige zekere van de soort voor België. Een toename van het aantal broedgevallen van de Bijeneter ligt al langer binnen de verwachting; het is één van de zuidelijke vogelsoorten die haar broedgebied dankzij de klimaatopwarming langzaam naar het noorden uitbreidt.
Eén van de Harelbeekse Bijeneters op jacht naar voedsel voor de jongen. Prooien worden uitsluitend in de vlucht gevangen (Foto: Wim Deloddere)
In juni werden nogal wat Bijeneters opgemerkt in Zuid-West-Vlaanderen. Op 24 juni ging vrijwilliger Filip Goussaert uit Kortrijk gericht op zoek in geschikte broedbiotopen voor de soort: zandgroeves en zandhopen. Meteen was het prijs: in de verkaveling Bistierland in Harelbeke-Deerlijk ontdekte hij een broedholletje en enkele Bijeneters in de onmiddellijke buurt.
Aanvankelijk waren het er vijf. Maar één koppel bleef opvallend vaak in de buurt en werkte naarstig verder aan het nesthol. Gemiddeld is zo’n nestgang 118 cm diep en meestal loopt de nestpijp ietwat omhoog om te vermijden dat het vol water stroomt. Ook bij heet zomerweer zitten ze er lekker fris, ze zijn er bovendien veilig voor hun vijanden.
Rond 30 juni moet het koppeltje zijn beginnen broeden. De andere drie vogels verlieten het gebied. We schatten dat het legsel rond 9 juli volledig was. Uit de literatuur blijkt dat het vrouwtje een zestal eieren legt, waarna het broeden begint. Sinds 28 juli wordt vastgesteld hoe ze voedsel aandragen en dus voor minstens één jong zorgen. De verwachting is dat het hele vogelgezin rond 20 augustus weer richting Afrika vertrekt.
De Harelbeekse Bijeneters voeden zich vooral met dikke hommels en libellen. Soms verschalken ze eens een vlinder of een bij. Ze grijpen stekende insecten tussen de puntjes van hun lange, kromme snavel, zodat ze niet kunnen gestoken worden.
Meteen na de ontdekking van het broedgeval in juni was er intens contact tussen verkavelingsfirma Stadsbader uit Harelbeke, het Stadsbestuur van Harelbeke en Vogelwerkgroep Zuid-West-Vlaanderen van Natuurpunt. De aannemer bleek onmiddellijk bereid om de broedhoop en de hopen er rond nog te laten liggen tot 20 augustus. De Stad Harelbeke zette dadelijk de omgeving van de aardehopen af en plaatste educatieve borden.
Het behoud van de zandhopen en een goede signalisatiewaren cruciaal om dit broedgeval te doen slagen (foto: Bruno Marchal)
Sindsdien zijn honderden mensen komen genieten van de kleurrijke vogels. De toeschouwers komen uit het hele land, maar ook uit Nederland, Frankrijk, Hongarije en een enkeling zelfs van Cyprus. Tientallen fotografen maakten er hun foto’s van het jaar. En iedereen hield zich keurig aan de aangeduide afstandsperimeter. Dit broedgeval, de samenwerking met Stadsbader en de Stad Harelbeke, en ook het respectvolle gedrag van de waarnemers en fotografen bewijzen een schoolvoorbeeld te zijn van hoe natuur en mensen perfect samen kunnen.
Tekst: Christoph Wintein & Yann Feryn, Natuurpunt Vogelwerkgroep Zuid-West-Vlaanderen
Foto’s: Francis Pattyn, Wim Deloddere & Bruno Marchal
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief