Afbeelding
Edwig Vanhassel

Zwartkoprietzanger bezoekt België voor het eerst

17 jun 2015
Categorieën
Natuurbericht

Op 7 juni werd door Edwig Vanhassel, lid van de Belgische ringwerkgroep Halle, een Zwartkoprietzanger geringd in Pepingen (Vlaams-Brabant). Een klein bruin vogeltje in eerste opzicht. Maar een heel bijzonder vangst en een eerste vaststelling van deze soort op Belgische grondgebied. De dichtste waarnemingen de afgelopen decennia werden verricht in het Groothertogdom Luxemburg.

De Zwartkoprtietzanger is een kleine bruin vogeltje, 13 cm groot, uit de categorie van de zelfs door vogelkijkers gevreesde Kleine Bruine Vogeltjes. In vergelijking met de Rietzanger, die in België een broedvogel is van moerassen en rietkanten, is de Zwartkoprietzanger een fractie rosser met een zwartere kruin en een wittere wenkbrauwstreep. Detail: de vleugels zijn opvallend korter, en net daar schuilt de verklaring van zijn zeldzaamheid in onze streken: het zijn geen lange afstandstrekkers. De kans dat ze hier verzeild geraken is daardoor klein.

Op 7 juni werd het vogeltje door Edwig Vanhassel, lid van de Belgische ringwerkgroep Halle, geringd in Pepingen (Vlaams-Brabant). De westelijke populatie van de Zwartkoprietzanger broedt in Zuid-Europa; van Oekraïne en Turkije westwaarts tot Spanje en Marokko. Heel verbrokkeld wel want de soort is nergens heel algemeen. Zwartkoprietzangers broeden onopvallend en laag in rietvelden en ze voeren geen opvallende zangvlucht uit zoals onze Rietzanger. De dichtste broedplaatsen situeren zich in Oostenrijk; naar schatting ca. 9000 paren broeden aan de Oostenrijkse zijde van het Neusiedlermeer. De vogels van de westelijke, Europese populatie trekken hooguit over korte afstand. Om te overwinteren verplaatsen ze zich over minder dan 1000 km., vaak naar de dichtstbijzijnde kustgebieden aan de Middellandse Zee. De Oostelijke populatie broedt vanaf de Kaspische Zee oostwaarts en trekt gemiddeld over langere afstand.

Ver verdwalen doen de Europese Zwartkoprietzangers dus niet, maar recent waren er ringvangsten van de soort in het Groot-Hertogdom Luxemburg, in Uebersyren op 7 oktober 2010. Verrassing alom wanneer er op diezelfde plek een tweede vangst van een vogel met Italiaanse ring plaatsvond op 4 mei 2012. Zeker een ander individu dus. In Duitsland doken er vogels op in 2011, 2012 (2) en 2013. Er bestond dus al enige hoop dat de soort ook in België zou kunnen verschijnen. Door het stiekeme gedrag van de soort wordt hun aanwezigheid doorgaans vastgesteld door ringvangsten. De vraag is dus hoeveel Zwartkoprietzangers er ongezien door het land bewegen. De Belgische vangst had nog een extra verrassing in petto, want de Zwartkoprietzanger bleek een Franse ring te dragen. Op 24 oktober 2014 werd hij als eerste kalenderjaars geringd in het departement Aude aan de Middellandse Zee (mededeling van Didier Vangeluwe, hoofd van de Belgisch ringcentrale, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen). Het is klassiek dat vogels met weinig ervaring op weg naar het broedgebied wel eens ‘te ver’ vliegen: overshooting in het vakjargon. Al hopen we stiekem dat de recente toename van ‘noordelijke’ waarnemingen wijzen op een geleidelijke verkenning van nieuwe broedgebieden. De soort breidde gevoelig uit begin jaren ’80 en kent nu een stabiele populatie.

Tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt en Edwig Vanhassel, Belgische ringwerkgroep Halle
Foto: Edwig Vanhassel