Betonrapport 2024

Antwerpen
Limburg
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Brussel
Afbeelding
Betonrapport 2024
Natuurpunt
Soort
Samenleving
Looptijd
Actief
Werking
Beleid

Vlaanderen verhardt

Elk jaar komt er evenveel verharding bij als het volledige grondgebied van Mechelen. In totaal kwam er tussen 2013 en 2021 maar liefst 15.000 hectare verharding bij, of gemiddeld meer dan vijf hectare per dag. Dat zijn de harde cijfers uit het Betonrapport 2024 van Breekijzer en Natuurpunt. Om de doelstellingen van de betonstop te kunnen halen, zullen we tot 2050 jaarlijks 1 m² per Vlaming moeten ontharden.

Afbeelding
Cover betonrapport
Natuurpunt

311 m² verharding per inwoner

Vlaanderen kent een verhardingsgraad van maar liefst 15,2%. Daarmee is het één van de slechtste leerlingen van de Europese klas. 1/4de van de verharding ligt in zachte bestemmingen (landbouw- en natuurgebied), de overige 3/4de in harde bestemmingen (woon- en industriegebied). Dit komt gemiddeld neer op 311 m² verharding per inwoner (wonen, industrie, recreatie, infrastructuur). Zoveel verharding zorgt voor meer overstromingen en hetere, drogere zomers. Bovendien versnippert een verspreide bebouwing ons landschap steeds meer, wat landbouw en natuur stevig onder druk zet. In plaats van al dat beton is er nood aan meer ruimte voor water en groen, onze natuurlijke spons en airco.

Vijf hectare verharding per dag

Op basis van de laatst beschikbare cijfers en in samenwerking met HOGENT brachten Natuurpunt en Breekijzer de verharding op gemeentelijk niveau in kaart. Tussen 2013 en 2021 kwam er in totaal in heel Vlaanderen 14.827 hectare verharding bij, of meer dan 5 hectare per dag. Gemiddeld genomen werd er in Vlaanderen gedurende deze acht jaar dus een oppervlakte van meer dan tien voetbalvelden extra verhard, iedere dag opnieuw. Dat is een zeer hoog cijfer. 

Van de 5 hectare verharding, belandt 4 hectare in harde bestemming en 1 hectare in zachte bestemming. Verontrustend is ook de vaststelling dat tussen 2013 en 2021 de verharding steeg met 10 m²/inwoner, de bevolkingsgroei meegenomen. Deze trend dient dringend te worden gekeerd. Vlaanderen kent nu al een torenhoge verhardingsgraad van maar liefst 15,2%. Dit komt neer op 311 m² verharding per inwoner (wonen, industrie, recreatie en  infrastructuur). 

Afbeelding
Verharding per inwoner
Natuurpunt
Verhardingstoestand volgens de indicator ‘verharding (m²) per inwoner’ in 2021. De voetafdruk is opvallend hoog in de provincie West-Vlaanderen, en het laagst in de provincies Vlaams-Brabant en Antwerpen.

Onthardingsopgave: 1 m² per Vlaming per jaar

De voortdurende verharding maakt dat de onthardingsopgave verder aantikt. Zowel in de zachte bestemmingen als in de harde bestemmingen zal er netto onthard moeten worden. Sinds de aankondiging van de Betonstop in 2016 gaat het al over een verdubbeling van de totale opgave: van pakweg 10.000 naar een dikke 20.000 hectare netto te ontharden. Daarvan ligt 9.608 hectare in harde bestemmingen en 11.267 ha in zachte bestemmingen zoals landbouw- en natuurgebieden.

20.000 ha netto betekent een onthardingsinspanning van 1 m² per Vlaming per jaar, en dit vol te houden tot 2050. Maar in de realiteit zien we een andere beweging. Tussen 2013 en 2021 nam de verharding per Vlaming jaarlijks toe met iets meer dan 1 m². Van een zuiniger ruimtegebruik is dus nog steeds geen sprake. Het is belangrijk om snel verhardingsneutraal te worden, om vervolgens werk te maken van netto ontharding. Deze ommezwaai zou heel eenvoudig kunnen, door een nieuwe vuistregel in te bouwen in het beleid: 1 m² verharden = elders 2 m² ontharden.
 

Afbeelding
Betonrapport van Vlaanderen 2024
Natuurpunt
Betonrapport van Vlaanderen 2024

Dat deze omslag mogelijk is, bewijzen een aantal positieve trends. Zo toont het Betonrapport dat de verhardingssnelheid de laatste jaren gelukkig wat stagneert. Ook blijken 43 gemeenten er anno 2021 in geslaagd om netto te ontharden in landbouw- en natuurgebieden. Dat wil nog niet zeggen dat zij de eindmeet hebben bereikt, maar het zijn alvast positieve, inspirerende voorbeelden voor Vlaanderen en andere lokale besturen.

Naast ontharden beveelt de Taskforce Bouwshift (2021) Vlaanderen aan om ook 30.000 ha harde bestemmingen om te zetten naar zachte. Dit om bijkomend ruimtebeslag en verharding op overtollige en slecht gelegen bouwgronden te vermijden. Hiervan zijn 11.000 ha prioritair te herbestemmen gedurende de aanbrekende legislatuur omdat ze erg water- en/of natuurgevoelig zijn.

Kerncijfers en boodschappen per provincie

Antwerpen

Verhardingstoestand

  • De provincie Antwerpen kent met 17,3% de hoogste verhardingsgraad van alle Vlaamse provincies, tegenover bijvoorbeeld 13,4% in Limburg en het Vlaams gemiddelde van 15,2%. 
  • Zo kent de provincie Antwerpen ook één gemeente in de top 3 van meest verharde gemeenten in Vlaanderen: met een verhardingsgraad van 42,7% valt Mortsel deze derde plaats te beurt. 
  • Omgekeerd scoort de provincie Antwerpen met 264 m² verharding/inwoner (net hetzelfde als in de provincie Vlaams-Brabant) wel het beste wat betreft de hoeveelheid verharding per capita. En blinkt Mortsel met 127m² per inwoner uit als beste leerling van Vlaanderen. Ook een andere Antwerpse gemeente, met name Borsbeek, bekleedt met 128m² per inwoner de zeer eervolle tweede plaats.

Verhardingsevolutie

  • De provincie Antwerpen kende de grootste verhardingssnelheid van alle Vlaamse provincies: gemiddeld maar liefst 1,5 ha per dag over de periode 2013-2021. 
  • Ook steeg in de periode 2013-2021 de gemiddelde verharding per inwoner met maar liefst 14m²/inwoner. Enkel Limburg doet het nog slechter. 
  • Opvallend zijn ook een aantal gemeenten in de Noorderkempen zoals Hoogstraten, Ravels, Wuustwezel, Merksplas en Rijkevorsel: zij laten zeer hoge verhardingssnelheden optekenen in zachte bestemmingen. Voor Hoogstraten is dat maar liefst 496m²/dag, ofwel elke 20 dagen een hectare verstening erbij. Nergens anders in Vlaanderen gaat het in zachte bestemmingen - in hoofdzaak landbouwgebied - zo hard. 

Onthardingsopgave

  • Om te voldoen aan de doelstellingen van de betonstop, moet in de provincie Antwerpen in totaal 5.299 ha onthard worden, waarvan 2.848 ha in harde bestemmingen en 2.451 ha in zachte bestemmingen 
  • Hiermee heeft Antwerpen de grootste totale onthardingsopgave van alle Vlaamse provincies. 
  • Van de 11.000 ha prioritair te herbestemmen gronden (van harde naar zachte bestemmingen) ligt er maar liefst 3.384 ha in Antwerpen. Ook hier draagt de provincie het grootste aandeel in deze Vlaamse opgave. 

Conclusie Antwerpen (provincie)

  • Antwerpen is de provincie die kampt met de hoogste verhardingssnelheid van alle Vlaamse provincies. Van alle Vlaamse provincies heeft Antwerpen het meeste werk op de plank: zowel wat betreft het actief ontharden, als het herbestemmen van harde naar zachte bestemmingen. 

Limburg

Verhardingstoestand

  • De provincie Limburg kent met 13,4% de laagste verhardingsgraad van alle Vlaamse provincies, tegenover bijvoorbeeld 17,3% in Antwerpen en het Vlaams gemiddelde van 15,2%. Zo kent de provincie Limburg één gemeente in de top 3 van minst verharde gemeenten in Vlaanderen: met een verhardingsgraad van 4,6% valt Voeren de tweede plaats te beurt. 
  • Omgekeerd scoort de provincie Limburg met 368 m² verharding/inwoner slecht ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde van 311 m² per capita. Enkel de provincie West-Vlaanderen doet het nog minder goed.

Verhardingsevolutie

  • Op dit vlak toont Limburg zich een gemiddelde leerling in de klas: haar verhardingssnelheid van 1 ha/dag ligt exact op het gemiddelde over alle vijf provincies heen. Een aantal steden springt er sterk bovenuit: Hasselt (897 m²/dag), Lommel (704 m²/dag) en Beringen (628 m²/dag). Zij dragen sterk bij aan de verharding van een noord-zuid as in centraal Limburg.
  • Wat ook opvalt is dat in de periode 2013-2021 de gemiddelde hoeveelheid verharding per inwoner in de provincie Limburg steeg met maar liefst 22m²/inw. In geen enkele andere provincie evolueerde dit zo slecht. Dit is meer dan het dubbele van het gemiddelde voor de vijf provincies.

Onthardingsopgave

  • Om te voldoen aan de doelstellingen van de Betonstop, moet in de provincie Limburg in totaal 3.057 ha onthard worden, waarvan 1.597 ha in harde bestemmingen en 1.460 ha in zachte bestemmingen: hiermee heeft Limburg van alle Vlaamse provincies de laagste onthardingsopgave in zachte bestemmingen. Niettemin blijft de opgave in absolute cijfers hoog.
  • In absolute cijfers heeft Limburg de laagste totale onthardingsopgave van alle Vlaamse provincies. 
  • Van de 11.000 ha prioritair te herbestemmen gronden (van harde naar zachte bestemmingen) ligt er 2.588 ha in Limburg. 

Conclusie Limburg

Limburg scoort op vlak van ruimtelijke voetafdruk (verharding/inwoner) niet goed, en evolueerde op dit punt het slechtste van alle Vlaamse provincies. De weg naar zuinig ruimtegebruik (afname hoeveelheid verharding per inwoner) is hier de grootste uitdaging. Haar grote ruimtelijke voetafdruk biedt wel veel kansen tot ontharding.

Oost-Vlaanderen

Verhardingstoestand

  • Anno 2021 scoort de provincie Oost-Vlaanderen in Vlaamse context zeer gemiddeld op vlak van de verhardingstoestand.  Met een verhardingsgraad van 15,8% scoort de provincie net iets hoger dan het Vlaamse gemiddelde (15,2%). Terwijl uitgedrukt per inwoner Oost-Vlaanderen met 310 m²/inw net onder het Vlaamse gemiddelde valt.

  • Net als in de overige provincies zijn er ook binnen de provincie Oost-Vlaanderen onderling grote verschillen tussen de verschillende steden en gemeenten. Zo spannen Gent (37,4%), Denderleeuw (26,8%) en Zelzate (25,3%) binnen de provinciegrens de absolute kroon wat betreft de hoogste verhardingsgraad. Sint-Laureins (5,3%), Maarkedal (6,9%) en Assenede (7,4%) scoren dan weer het beste op deze parameter.

  • Omgekeerd scoort Sint-Laureins in de eigen provincie dan weer zeer slecht met 573m² verharding per inwoner. Enkel Beveren doet het met 651m²/inw binnen Oost-Vlaanderen nog slechter. De zeehaven op de linkeroever van de Schelde zit daar uiteraard voor iets tussen. Wortegem-Petegem vervolledigt de Oost-Vlaamse top-3 met met een gemiddelde verharding van 526 m² per inwoner.

Verhardingsevolutie

  • Ook op dit vlak toont de provincie Oost-Vlaanderen zich een gemiddelde leerling in de klas, al ligt haar verhardingssnelheid van 1,2 ha/dag toch net iets hoger dan het gemiddelde over alle vijf provincies heen (1 ha/dag). 
  • Verder wordt in Oost-Vlaanderen vastgesteld dat in de periode 2013-2021 de gemiddelde hoeveelheid verharding per inwoner steeg met haast 10 m²/inw. Hoewel ook dit naadloos aansluit bij het gemiddelde over alle vijf provincies heen, moet dit cijfer snel evolueren onder nul. Anders blijft de onthardingsopgave voor de provincie verder aantikken.

Onthardingsopgave

  • Om te voldoen aan de doelstellingen van de betonstop, moet in Oost-Vlaanderen in totaal 3.544 ha onthard worden, waarvan:
  • 1.383 ha in harde bestemmingen: hiermee heeft Oost-Vlaanderen van alle Vlaamse provincies de laagste onthardingsopgave in harde bestemmingen. Niettemin blijft de opgave in absolute cijfers hoog.
  • 2.161 ha in zachte bestemmingen
  • Van de 11.000 ha prioritair te herbestemmen gronden (van harde naar zachte bestemmingen) ligt er 2.642 ha in Oost-Vlaanderen. Hiermee staat de provincie op de tweede plaats wat betreft de hoeveelheid te herbestemmen gronden. Enkel Antwerpen heeft een nog groter aandeel in de totale opgave voor Vlaanderen.

Conclusie Oost-Vlaanderen

Betreft verharding blijkt Oost-Vlaanderen een gemiddelde leerling van de klas. Haar uitdagingen op vlak van ontharding liggen zowel in harde als zachte bestemmingen. Daarnaast heeft de provincie wel een groot aandeel in de prioritaire herbestemmingsopgave voor Vlaanderen, dat is de omzetting van harde naar zachte bestemmingen.

Vlaams-Brabant

Verhardingstoestand

  • Met een verhardingsgraad van 14,5% doet Vlaams-Brabant het net iets beter dan het Vlaamse gemiddelde van 15,2%. 
  • De Vlaams-Brabantse gemeente Drogenbos kent met maar liefst 55,8% verharding wel de hoogste verhardingsgraad van alle Vlaamse gemeenten. Met een verhardingsgraad van 52,7% in Machelen, valt ook de tweede plaats op dit lijstje een Vlaams-Brabantse gemeente te eer. 
  • Omgekeerd scoort de provincie Vlaams-Brabant met 264m² verharding/inwoner (net hetzelfde als in de provincie Antwerpen) wel het beste wat betreft de hoeveelheid verharding per capita.

Verhardingsevolutie

  • De provincie Vlaams-Brabant kende gemiddeld over de periode 2013-2021 de laagste verhardingsnelheid van alle Vlaamse provincies: maar toch nog meer dan 0,5 ha per dag. In de provincie Antwerpen lag deze snelheid een factor 3 hoger.
  • In de periode tussen 2013 en 2021 steeg de hoeveelheid verharding met ‘slechts’ 0,3 m²/inw. Geen enkele andere provincie doet het op dit vlak beter.

Onthardingsopgave

  • Om te voldoen aan de doelstellingen van de betonstop, moet in Vlaams-Brabant in totaal 4.056 ha onthard worden, waarvan:
  • 2.169 ha in harde bestemmingen
  • 1.187 ha in zachte bestemmingen 
  • Van de 11.000 ha prioritair te herbestemmen gronden (van harde naar zachte bestemmingen) ligt er 1.136 ha in Vlaams-Brabant. Hiermee heeft de provincie de kleinste opgave van alle provincies. Niettemin blijft de uitdaging in absolute cijfers groot.

Conclusie Vlaams-Brabant

Vlaams-Brabant maakt kans om als eerste Vlaamse provincie verhardingsneutraal te worden, maar de actieve onthardingsopgave blijft uiteraard hoog. Wat betreft het omzetten van harde naar zachte bestemmingen heeft de provincie de minst zware opgave van allemaal, al blijft prioritair herbestemmen altijd een uitdaging.

West-Vlaanderen

Verhardingstoestand

  • De provincie West-Vlaanderen scoort met een verhardingsgraad van 14,7% onder het gemiddelde van 15,2% voor heel Vlaanderen. De West-Vlaamse gemeente Zuienkerke kent met amper 4,4% verharding de laagste verhardingsgraad van alle Vlaamse gemeenten. Ook Lo-Renige valt met 5,0% net in de top-3 van Vlaamse gemeenten met de laagste verhardingsgraad. 
  • Omgekeerd kent de provincie West-Vlaanderen met 389 m² verharding per inwoner wel de hoogste verhardingsgraad per capita. Dat is per inwoner maar liefst 125 m² verharding meer dan in de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant (elk 264 m²/inwoner).
  • Maar liefst 15 van de 20 Vlaamse gemeenten met de meeste verharding per inwoner liggen in West-Vlaanderen. 
  • In 34 Vlaamse gemeenten ligt er meer verharding in landbouw- of natuurbestemming dan in harde bestemmingen: ook hier liggen maar liefst 17 van die 34 gemeenten in West-Vlaanderen, met Alveringem, Lo-Reninge en Vleteren aan de kop. Meer duiding lees je in het Betonrapport.

Verhardingsevolutie

  • Met 0,7 ha/dag ligt de verhardingssnelheid in de provincie West-Vlaanderen wel wat lager dan het provinciale gemiddelde (1,0 ha/dag).
  • Ook wordt in provincie West-Vlaanderen vastgesteld dat in de periode 2013-2021 de gemiddelde hoeveelheid verharding per inwoner steeg met meer dan 8m²/inw. Hoewel dit net onder het gemiddelde van de provincies ligt, moet dit cijfer snel evolueren onder nul. Anders blijft de onthardingsopgave voor de provincie verder aantikken.

Onthardingsopgave

  • Om te voldoen aan de doelstellingen van de Betonstop, moet in West-Vlaanderen in totaal 4.918 ha onthard worden, waarvan:
  • 1.610 ha in harde bestemmingen
  • 3.308 ha in zachte bestemmingen: hiermee heeft West-Vlaanderen van alle Vlaamse provincies de grootste onthardingsopgave in zachte bestemmingen. Deze opgave ligt bijna 1.000 ha hoger dan Antwerpen, de tweede provincie in de rij.
  • Van de 11.000 ha prioritair te herbestemmen gronden (van harde naar zachte bestemmingen) ligt er 1.207 ha in West-Vlaanderen. Dit is een beperkt aandeel in vergelijking tot de andere provincies, maar in absolute aantallen blijft de uitdaging uiteraard zeer groot. 

Conclusie West-Vlaanderen

De provincie kampt met een zeer hoge verhardingsgraad per inwoner en zeer veel verharding in zachte bestemmingen: de grootste uitdaging voor West-Vlaanderen ligt bij ontharding binnen de zachte bestemmingen, met name het landbouwgebied.
 

Tijd voor actie

Vlaanderen kampt met een immens verhardingsprobleem. Dit leidt tot meer overstromingen in winters, en meer droogte in zomers. De  Vlaamse regering kondigde reeds in 2016 een onthardingspolitiek aan op twee sporen: in harde bestemmingen, zoals woon- en industriegebieden mag er netto geen verharding meer bij, en in zachte bestemmingen als landbouw- en natuurgebieden dient er tegen 2050 netto twintig procent te worden onthard. Beide doelen vertrekken van de verhardingssituatie in 2015 en zijn een belangrijk onderdeel van de Betonstop of Bouwshift. Maar uit het Betonrapport blijkt echter in geen van beide bestemmingen beterschap. 

In een periode dat er net veel te doen is rond grond- en bodemgebruik brengt het Betonrapport heldere cijfers over oprukkende verharding, ook in zachte bestemmingen. Landbouw en natuur zijn beiden gebaat bij de betonstop, waarvan de uitrol veel te lang op zich laat wachten. Breekijzer en Natuurpunt lanceren het rapport niet toevallig in 2024: lokale en bovenlokale verkiezingen bieden een uitgelezen kans om de handen in elkaar te slaan en om de juiste acties uit te rollen. Het rapport en de fiches per gemeente (zie verder op deze pagina) bieden besturen daartoe alvast een concrete onthardingsopgave, en tal van goede voorbeelden en aanbevelingen.

Ons advies aan alle beleidsniveaus is helder: hanteer vanaf nu het principe '1 m² verharden = elders 2 m² ontharden'.

Afbeelding
Verharding ontharding
Natuurpunt

Betonfiches per gemeente

In samenwerking met de HOGENT brachten we de verhardingstoestand, - evolutie en -opgave van elke Vlaamse gemeente in kaart. Hieronder kan je de 300 betonfiches downloaden.

Enkele opvallende resultaten uitgelicht:

  • Buiten de faciliteitengemeenten is Machelen de meest verharde gemeente van Vlaanderen met een verhardingspercentage van 53%. Per inwoner ligt er de meeste verharding in Lo-Reninge, 974 m2 per inwoner.

  • Tussen 2013 en 2021 lag de betonsnelheid het hoogst in stad Antwerpen, waar om de vier dagen 1 ha verharding bij kwam, of 2.513 m2 per dag. Bekeken per inwoner kwam er in die periode in Beveren de meeste verharding bij: voor iedere Bevernaar was er op acht jaar tijd 91 m2 verharding bij gekomen.
  • Als het aankomt op de snelheid waarmee er verhard werd in de zachte bestemmingen - waaronder landbouw-, bos- en natuurgebied - dan lag deze extreem hoog in Hoogstraten met 496 m2 extra verharding per dag of 1 ha verharding per twintig dagen.
  • Drie gemeenten laten over de periode 2013-2021 een netto ontharding optekenen, waarvan Hemiksem de meest opvallende positieve resultaten heeft. Als enige gemeente in Vlaanderen heeft Hemiksem de onthardingsdoelstelling in zachte bestemmingen al gehaald.
  • Naast de 20.000 hectare die effectief onthard moet worden, moet er minstens 30.000 ha slecht gelegen bouwgrond preventief herbestemd worden om bebouwing te voorkomen. 11.000 ha van deze bouwgronden hebben een matig tot hoge ecosysteemwaarde. In gemeenten als Mol en Zwijndrecht wordt bijzonder veel van dit waardevol landschap bedreigd door bebouwing.
Afbeelding
Verhardingssnelheid per gemeente
Natuurpunt
Verhardingsevolutie volgens de indicator ‘verhardingssnelheid’ in harde en zachte bestemmingen (m²/dag, gemiddeld over de periode 2013-2021). De snelheid ligt het hoogste in de provincie Antwerpen: bijna drie keer hoger dan de provincie Vlaams-Brabant.

Download: de volledige lijst met per verhardingsaspect een rangorde van alle 300 gemeenten

Meer inzichten in de cijfers? Check de data achter elke betonfiche op www.betonmeter.be

Vragen of reacties? [email protected], www.breekijzer.be 
 

Afbeelding
Voorbeeldfiches Aartselaar
Natuurpunt
Voorbeeldfiche van de gemeente Aartselaar

Q&A Betonrapport

1. Van waar komen de cijfers uit het Betonrapport 2024?

Het bronmateriaal dat Natuurpunt, Breekijzer en HOGENT gebruiken, omvat de officiële cijfers van het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid. Sinds 2013 brengen zij ieder jaar een verhardingskaart uit voor Vlaanderen via de ‘JaarBAK-kaart’ (of jaarlijkse bodemafdekkingskaart). De JaarBAK is beschikbaar voor 2013 tot en met 2021, in een resolutie van zowel 1m2 als 5 m2. Meer info over de methodologie achter de JaarBAK-kaarten vind je op pagina’s 44-45 van het Betonrapport.

2. Waarom werden de cijfers uit 2021 gebruikt (en niet 2022)?

Voor de cijfers in het Betonrapport beperkten we ons tot de laatste definitieve cijfers, de cijfers uit 2021. Bij het schrijven van dit rapport was er ook al een voorlopige JaarBAK-kaart beschikbaar voor het jaar 2022. Maar op deze kaart wordt nog een continuïteitscorrectie doorgevoerd, die mogelijke afwijkingen doorheen de tijd rechtzet. Omdat deze voorlopige JaarBAK-cijfers voor 2022 dus nog kunnen wijzigen, beperken we ons in het Betonrapport 2024 tot de laatste definitieve cijfers. De webviewer van HOGENT (www.betonmeter.be) toont al de voorlopige cijfers voor 2022. Deze webtoepassing zal geüpdatet worden met de definitieve JaarBAK-cijfers van 2022, van zodra die beschikbaar zijn (naar inschatting in april 2024).

3. Waarom is 2013 het startjaar voor het Betonrapport? Waarom de tijdsreeks 2013-2021?

Simpelweg omdat 2013 het eerste jaar is waarvoor onze brondata (de JaarBAK-kaarten) beschikbaar zijn. Het eerste Betonrapport (uit 2018) beschreef onder andere de verhardingsgraad in 2012, dus de periode 2013-2021 sluit hier naadloos bij aan. Door in onze analyse een zo groot mogelijke tijdsspanne te overbruggen, middelen we bovendien de foutenmarge van onze brondata uit, al is die sowieso erg beperkt: de JaarBAK-kaarten hebben een hoge nauwkeurigheid van 98%.

4. Hoe krijg ik zicht op de ‘prioritair te herbestemmen’ gebieden in mijn gemeente?

Een eerste belangrijke stap bij de realisatie van de betonstop (a.k.a. bouwshift) is de neutralisatie van de slechtst gelegen bouwgronden (bijvoorbeeld overstromingsgevoelige gebieden) en de bouwgronden met de hoogste ecologische waarde (bijvoorbeeld wetlands of waardevolle bossen) en/of landbouwwaarde. Dat is de bedreigde open ruimte die de komende legislatuur alle aandacht verdient. HOGENT, dat een belangrijke bijdrage leverde aan de Taskforce Bouwshift (2021), bracht deze gebieden in kaart. Wil je zicht krijgen op de gebieden in jouw gemeente, neem dan contact met hen op via https://betonmeter.be/contact/

5. Hoe komt het dat de gemiddelde verhardingssnelheid (een beetje) hoger ligt dan de gemiddelde ruimtebeslagsnelheid?

Onder ruimtebeslag wordt de totale oppervlakte verstaan die ingenomen wordt door ‘nederzettingenstructuur’, dus de oppervlakte voor gebouwen en wegen, maar ook voor tuinen, recreatiegebieden, middenbermen van snelwegen, … Anders gesteld: alles wat geen landbouw-, natuur- of bosgebied is, valt onder ruimtebeslag. Vanaf wanneer een perceel deels bebouwd is, wordt ervan uitgegaan dat dit ingenomen wordt. Dit is nieuw ruimtebeslag of ingenomen open ruimte.

Intuïtief lijkt het logisch dat de snelheid van bijkomende verharding altijd lager moet liggen dan de snelheid van het nieuwe ruimtebeslag. Dit klopt echter niet, want ook in het bestaande ruimtebeslag kan de verharding toenemen. Denk aan bijgebouwen, extra terrassen, het verbreden van wegen, … Tussen 2013 en 2021 kwam er dus erg veel verharding bij binnen het reeds bestaande ruimtebeslag.

6.Hoe ga ik verder met deze cijfers aan de slag voor een lokale/regionale analyse?

Let the numbers do the talking! Op deze pagina vind je de volledige resultatentabel achter de betonfiches, net als de gemeente-rangschikkingen per indicator uit het Betonrapport. Hiermee kan je aan de slag gaan om jouw gemeente te vergelijken met gemeenten bij jou in de regio. Let daarbij op de volgende aandachtspunten:

  • In geen enkele gemeente zou de verharding per inwoner mogen stijgen. Vlaanderen heeft per inwoner al veel meer verharding dan nodig (en dan bv. Nederland). Integendeel, die indicator is de eerste die moet dalen.
  • Een tweede indicator die absoluut niet mag stijgen, is die van de verhardingssnelheid in de zachte bestemmingen. Alle verharding die er hier bij komt, betekent minder beschikbare natuur- of landbouwgrond.
  • Afhankelijk van de ligging van jouw gemeente (is dit een centrumstad, een landelijke gemeente of iets daartussen?) zegt de ene indicator meer dan de andere. Op centrumlocaties is een hogere verhardingsgraad beter te verantwoorden dan in landelijke gemeenten.
  • Algemeen genomen verspillen we in Vlaanderen veel te veel open ruimte en wordt er een extra verkaveling aan de rand van het dorp gebouwd in plaats van het verkommerende dorpscentrum aan te pakken. Er wordt bijgebouwd, terwijl vlakbij oude bedrijvensites of grote oude woningen al jarenlang leegstaan. Probeer de algemene cijfers in het rapport te onderbouwen met voorbeelden uit jouw gemeente.
  • Voor een gezonde leefomgeving, en om extreme hitte of overstromingen te vermijden, mogen onze woonwijken, dorpen en steden niet teveel verharding hebben. Via www.provincieincijfers.be kan je de verhardingscijfers terugvinden per statistische sector in jouw gemeente.
  • Eis samen met ons dat de verharding die er nu nog ergens bij komt, lokaal gecompenseerd wordt door dubbel zoveel ontharding. Enkel zo kunnen we zeker zijn dat de verharding in Vlaanderen niet verder blijft toenemen. Zo’n compensatiemechanisme zal er meteen voor zorgen dat leegstand beter benut wordt en zal zorgen voor nog veel meer onthardingsprojecten.
  • Meer beleidsaanbevelingen vind je op pagina’s 40 en 41 van het Betonrapport.

Wil je nog meer cijfers en inzichten ga dan naar webviewer van HOGENT op www.betonmeter.be. Hier zullen toekomstige, nieuwe indicatoren en cijfers over verharding en ruimtebeslag toegevoegd worden.