Volgen soorten habitatherstel? - Eerste test bij typische planten van vier Europese habitats

Auteurs
Pieter Vanormelingen
Publicatiedatum
apr 2019
Bron
Overig
Type publicatie
Rapport
Biotopen en habitats
LIFE BNIP
Meetnetten
Natura 2000
Studie

Rapport Natuur.Studie - nr 33I2018

 

De soortendiversiteit in voorheen meer uitgestrekte maar nu sterk gefragmenteerde habitats kan langzaam blijven achteruitgaan door een openstaande extinctieschuld. Natuurherstel van het historische habitat vooraleer de extinctieschuld is afgeleverd is een mogelijke oplossing om waardevolle biodiversiteit in Vlaanderen te behouden, maar is echter niet altijd succesvol door een zogenaamd kolonisatiekrediet. In deze studie werd een eerste poging gedaan na te gaan in hoeverre de waarnemingen.be databank voor natuurwaarnemingen kan gebruikt worden om te testen in welke mate soorten meeliften met het habitatherstel (de zogenaamde Meelifthypothese) dat in recente decennia in toenemende mate in Vlaanderen plaatsheeft, en welke verklaringen hiervoor gevonden kunnen worden. Datasets met telgegevens, beheerinformatie en soort-kenmerken werden voor goed onderzochte percelen in vier verschillende habitattypen in Vlaanderen (Europese habitats 6410, 6510 en 4010, en rbbhc) geanalyseerd. Eerst werd een lijst opgesteld met habitattypische planten- (en dier)soorten op basis van een combinatie van de voor Vlaanderen afgebakende typische soorten (INBO) en een eigen analyse van waarnemingen.be van de (gecorrigeerde) exclusiviteit van de soorten voor het habitat. Vervolgens werd een eerste test van de Meelifthypothese uitgevoerd op basis van een verschil tussen twee periodes (2008-2012 en 2013-2017) in (1) het geschat aantal typische plantensoorten per habitateenheid, en (2) de verspreiding van de typische plantensoorten. Gepaarde t-testen wezen op een algemene stijging van het Chao1 geschatte aantal habitattypische plantensoorten per ruimtelijke eenheid in de tweede periode t.o.v. de eerste periode voor elk habitattype, maar niet voor het rarefied aantal. Er kon eveneens een toename in verspreiding van de habitattypische plantensoorten tussen beide periodes aangetoond worden voor drie van de vier habitats. De mogelijkheid van een soort om zich in de tijd (zaadbank) en ruimte (luchtdispersie) door te zetten kon binnen habitats verschillen tussen soorten niet verklaren. Tot dusver staat dit rapport. Het verder uitwerken van sets van verklarende variabelen op zowel perceelsniveau als wat betreft soortkenmerken, het gebruik van meer gesofisticeerde statistische methodes voor analyse van (verklaringen voor) trends in het aantal soorten per habitateenheid en van habitattypische soorten, en tenslotte de uitbreiding naar alle relevante habitattypes en bijkomende soortgroepen moeten kunnen resulteren in een meer uitgebreide en robuuste test van de Meelifthypothese.

 

OPDRACHTGEVER
BEGELEIDING Pieter Vanormelingen
ANALYSES Erika Vercammen
TEKST Erika Vercammen en Pieter Vanormelingen
EINDREDACTIE Pieter Van Dorsselaer

Wijze van citeren:
Vercammen, E. & P. Vanormelingen, 2018. Volgen soorten habitatherstel? Een eerste test bij typische planten van vier Europese habitats. Rapport Natuurpunt Studie 2018/33, Mechelen.

© November 2018