Natuurbeheer werpt vruchten af.
Onderstaande beheermaatregelen en resultaten haalden we uit de jaarrapporten, waarin de monitoring van een gebied opgenomen is.
Kleine Netevallei
In het kader van het LIFE-project werden hier inrichtingswerken uitgevoerd voor het herstel van natte, voedselrijke ruigte en broekbos. Hiervoor werden weekendvijvers gedempt, wilgenopslag en populierenaanplanten verwijderd. Deze inrichtingswerken zorgden voor een toename van zomerklokje, moeraswederik, lange ereprijs en hazenzegge.
Meer info: Wout Opdekamp, [email protected]
Tikkebroeken
In 2013 werd er een bloeiende plant van klokjesgentiaan waargenomen. De soort was achteruitgegaan vanwege stikstofdepositie die zorgt voor verzuring en vermesting. Om deze soort terug kansen te geven, werd er op een tiental plaatsen manueel geplagd (3x3m) en werd de helft van de oppervlakte bekalkt om de verzuring tegen te gaan. Vervolgens werden deze plekken ingezaaid met zaad van klokjesgentianen van een gezonde genetische populatie. In 2015 kwam deze plant massaal tot bloei, tot zelfs 1000 bloemknoppen op een oppervlakte van 3x3 meter. Zonder intensive care beheer is het in de kleine gebieden niet mogelijk om meer kritische soorten van het heidelandschap te bewaren.
Meer info: Frederik Naedts, [email protected]
Visbeekvallei
In het kader van LIFE Visbeek is er tussen 2013 en 2015 meer dan 20 ha voormalige landbouwgrond afgegraven tot op de schrale bodem om heide en blauwgrasland te te herstellen. Enkele jaren na deze ingrijpende maatregelen worden de eerste resultaten zichtbaar. Het klimopklokje dat enkele jaren verdwenen was uit het gebied, is spontaan gekiemd met een honderdtal planten. Op dezelfde percelen is er ook maaisel van het blauwgrasland van het Vrieselhof gestrooid waardoor klokjesgentiaan, heidekartelblad en karwijselie gekiemd zijn. In de vochtige heidesfeer heeft het afgraven gezorgd voor de spontane terugkeer van de moeraswolfsklauw, bruine snavelbies en kleine zonnedauw. Hier was de zaadbank dus nog intact ondanks het voormalige landbouwgebruik.
Een bestaand blauwgrasland is verbeterd door schaduwbomen te kappen en de historische greppels te herstellen. Hierdoor vergrootte de invloed van kwelwater waardoor brede orchis en kleine valeriaan uitgebreid zijn.
In dezelfde periode zijn tussen 2013 en 2015 de oevers van twintig weekendvijvers afgegraven tot op het historisch maaiveld om vennen te herstellen. Ook deze maatregel was succesvol met de kieming van veelstengelige waterbies, stijve moerasweegbree en moerasstreepzaad uit de zaadbank. Verder kiemden er ook massaal geelgroene zegge, waterpunge en pilvaren. Tot slot is er 35 ha naaldbos omgevormd naar heide wat zorgde voor 5 broedparen van de nachtzwaluw. Op de toplocaties zijn liggende vleugeltjesbloem, kruipbrem en bruine snavelbies gekiemd.
Om de herstelde habitats te beheren groeide er een goede samenwerking tussen landbouwers, de terreinploegen en vrijwilligers. Deze laatste zorgen jaarlijks voor het hooien van een aantal graslanden en begrazen van boomopslag en bramen met een geitenkudde.
Meer info: Frederik Naedts, [email protected]
Raspaillebos
De populatie vuursalamander gaat erop vooruit. In 2015 werden er 172 dieren waargenomen, tegenover 186 in 2014. Wat te verklaren valt door de weinig geschikte avonden in het vrij droge najaar. Sinds de start van de monitoring eind 2010 liep het aantal waargenomen individuen op tot 306. Het vrijhouden van de poelen is hier de voornaamste beheermaatregel. Verder profiteren de vuursalamanders van de aanwezigheid van dood hout in het bronbos.
Meer info bij Carlos D’Haeseleer, [email protected]
Boelaremeersen
In 2015 werden er 7 zangposten van blauwborst waargenomen, dit als gevolg van het herstel van moerasland.
Meer info bij Carlos D’Haeseleer, [email protected]
Kastanjebos
De maaidata van de verschillende percelen worden jaarlijks herbekeken na een grondige inventarisatie van de aanwezige soorten. De vrijwilligers gebruiken hiervoor de veldgids “Ontwikkelen van kruidenrijk grasland”. Door het aangehouden maaibeheer op het “groot hooiland” werden er in 2015 33 exemplaren brede orchis geteld, tegenover 9 exemplaren in de periode 1992-2012.
Meer info: Iris Verstuyft, [email protected]
Wijgmaalbroek
Door hakhoutbeheer toe te passen, neemt gulden boterbloem toe. Gele lis, dotterbloem, blaartrekkende boterbloem, egelboterbloem en watertorkruid, profiteerden van het ruimen van de grachten.
Meer info: Iris Verstuyft, [email protected]
Mene-Jordaanvallei
Voor het eerst was er een succesvol broedgeval van de grauwe klauwier. Het beheerteam zorgt ervoor dat het biotoop van de grauwe klauwier aanwezig is. Dit bestaat uit een mozaïek van structuurrijke en bloemrijke graslanden verweven met verspreide doornstruwelen, moerassige ruigten, kleine bosjes maar ook (begraasde) halfopen landschappen.
- Bekijk het natuurbericht
- meer info: Pieter Abts, [email protected]
Snoekengracht
De populatie van de zeldzame Texelse zandbij, die voorkomt op groot streepzaad in beschutte glanshaverhooilanden, breidde uit naar een nieuwe weide, waar groot streepzaad in 2015 in groot aantal doorbrak. In 2014 telden we er niet minder dan 25 foeragerende vrouwtjes Texelse zandbij verdeeld over twee deelpopulaties. Deze soort heeft baat bij een aangepast (verschralend) maaibeheer waarbij de waardplant groot streepzaad wordt bevoordeeld en volop tot bloei kan komen voor de bij. Maaien mag vanaf 15 juni, maar zeker niet vroeger. Een tweede maaibeurt volgt in het najaar.
Meer info: Pieter Vanormelingen, [email protected]
Grote Getevallei, deelgebied Viskot
Tijdens een lang volgehouden monitoring over een periode van drie jaar (2013-2015) werden maar liefst 135 unieke individuen van kamsalamander, aan de hand van het vlekkenpatroon op hun buik, onderscheiden in het Viskot. De totale populatiegrootte werd zo geschat op ca. 370-730 individuen. Hiervoor werden eerst de oude poelen hersteld en vervolgens nieuwe poelen in de nabijheid aangelegd. Hiervoor bestond een nauwe samenwerking met de gemeente Linter, provincie Vlaams-Brabant en Regionaal Landschap Zuid-Hageland. Daarbij was ruim aandacht voor variatie qua diepte en er werden experts betrokken bij de aanleg. Het is belangrijk om de poelen visvrij te houden en inspoeling van voedingsstoffen of overmatige bladval te voorkomen. Ook belangrijk is voldoende schuilmogelijkheden en overwinteringsplaatsen op het land te voorzien. Enkele nieuw aangelegde poelen werden reeds gekoloniseerd.
Meer info: Kevin Lambeets, [email protected]
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief