Kanaalbermen Aalter

Toegankelijkheid

Het gebied ligt tussen fietsknooppunt 97 en 94 Meetjesland en tussen wandelknooppunten 82 en 12 van wandelnetwerk Bulskampveld.

Beschrijving van het natuurgebied

De geschiedenis van het kanaal Gent-Brugge begint in de 13de eeuw. Het is daarmee één van de oudste kanalen van Vlaanderen. In 1604 werden de Vlaamse steden het eens over een kanaal dat Gent, Brugge en Oostende met elkaar en de zee zou verbinden. In 1625 werd het kanaal (42 km) opengesteld.

In het verleden werden de zandige kanaalbermen in Aalter-Brug begraasd en gemaaid. Naarmate deze beheersvormen wegvielen, werden graslandjes met heide, brem en gaspeldoorn vervangen door bos en bramen. Er worden open plekken gecreëerd, door exoten zoals Amerikaanse vogelkers te kappen, zo krijgt de oorspronkelijke begroeiing optimaal de kans om zich te ontwikkelen. Broedvogels, zoals de grasmus en de bosrietzanger, en dagvlinders, zoals het koevinkje, profiteren mee van deze facelift.

Dieren en planten

In Bellem bestaan de kanaalbermen vooral uit grasland. De zandige bermen zijn plaatselijk verrijkt met kalk uit de aarde, die lang geleden aan de oppervlakte kwam bij het graven van het kanaal. Dit zorgt voor een unieke plantengroei met onder meer wilde tijm, goudhaver en kattendoorn. In het voorjaar en de zomer zorgen deze planten voor een prachtig gekleurde berm. Typische vlindersoorten zijn hier zwartsprietdikkopje, icarusblauwtje en bruin blauwtje.

De aangeplante houtkant aan de landbouwzijde is een meerwaarde voor vogels en insecten. Wilg, sleedoorn en meidoorn bieden een groter voedselaanbod aan de verschillende soorten zandbijen die in grote aantallen langs de kanaalberm te vinden zijn.

Natuurbeheer

Het beheer is erop gericht om een voedselarm grasland te behouden en verder te ontwikkelen door maai- en graasbeheer met schapen, geiten en koeien. Snel oprukkende boomsoorten zoals Amerikaanse vogelkers en esdoorn worden verwijderd, omdat ze verhinderen dat kwetsbare plantensoorten zich hier ontwikkelen. Door een geleidelijke afwisseling van open plekken, ruigtes en bos kan begroeiing ontstaan die aan vlinders en vogels, voedsel en beschutting biedt.