Afbeelding
Kleine weerschijnvlinder
Robin Septor

2021: een uniek vlinderjaar

18 feb 2022
Categorieën
Natuurbericht
Vlinders


Normale jaren bestaan niet meer, en dat geldt ook op vlindervlak: 2021 was een heel apart jaar. Na een hoopvolle start kwam een koud voorjaar en een natte zomer. Hoe hebben de vlinders het er vanaf gebracht?

Bij de start van de lente zag het er aanvankelijk goed uit: de winterprik van februari had klaarblijkelijk weinig schade aangericht in vlinderland en bovendien werden er meer grote vossen dan ooit gemeld. Deze zeldzaamheid was in grote delen van Vlaanderen algemener dan de kleine vos, die ooit banaal was. 

Maar de lente bracht verder vooral wisselvallig weer. Dat zorgde ervoor dat vliegtijden verschoven. Vooral bij vlinders die later in het voorjaar (in mei) vliegen, was er een duidelijke verschuiving. Dat merkten we bij het bont dikkopje, maar bijv. ook bij de veldparelmoervlinder. 


Afbeelding
Veldparelmoer 2021

De vliegtijd van de veldparelmoervlinder startte twee weken later dan gemiddeld, maar eindigde niet uitzonderlijk laat. (foto: Jos Van de Ven)

Ook voor de meeste nachtvlinders was het geen topvoorjaar. Van veel algemene soorten werden eerder lage aantallen gemeld. Dat neemt niet weg dat er toch ook bijzondere soorten gezien werden. In de Westhoek werd een populatie van de Stalkruidspanner ontdekt, een primeur voor Vlaanderen. 


Afbeelding
Stalkruidspanner

Op 17 juni fotografeerde Arnout Zwaenepoel de eerste Stalkruidspanner voor Vlaanderen. 

Na een late lente viel ook de zomer deels in het water. Gelukkig was er eind juli nog een week goed weer om de Grote Vlindertelling enigszins te redden. De uitzonderlijke regenval zette heel wat valleigebieden onder water. Het effect daarvan op bijv. graslandvlinders zal wellicht pas dit jaar duidelijk worden. Het is afwachten hoe bijv. de recente vestiging van het zeldzame klaverblauwtje in de Getevallei de zomerse overstromingen overleefd heeft; in september werd er in die regio nog één exemplaar waargenomen. Ook bosvlinders lieten het in de regenachtige zomer afweten. Voor de grote weerschijnvlinder, die in 2018 een absoluut recordjaar kende, betekende 2021 een dieptepunt. Zelfs in de voormalige bolwerken zoals de Dijlevallei werden er maar weinig exemplaren gemeld. Daartegenover staat dat de kleine weerschijnvlinder, ooit een echte Ardennensoort, in Vlaanderen blijft toenemen. Iets soortgelijks zien we bij de nachtvlinders, waar het spectaculaire blauw weeskind zich in enkele jaren ontpopte van Ardennensoort tot een wijdverbreide (maar nog steeds zeldzame) vlinder die zowat overal in Vlaanderen kan opduiken.  

Vanaf eind augustus doken er links en rechts rouwmantels op. Tot een grote invasie kwam het echter niet; het merendeel bleef in Noord-Europa hangen. Na de natte zomer volgde nog een korte, maar mooie nazomer; september werd de maand met de hoogste vlinderaantallen van het jaar en zelfs het hoogste sinds jaren, al zijn die wel nagenoeg volledig op het conto van twee soorten te schrijven: dagpauwoog en atalanta.

2021 bracht ook een update van de Vlaamse Rode Lijst Dagvlinders. Daarin worden een aantal patronen die zich al iets langer aftekenen, bevestigd: met de bosvlinders gaat het grosso modo goed, met de soorten van open leefgebieden slechter. Heidesoorten zoals kommavlinder en gentiaanblauwtje blijven echte zorgenkindjes. 

De populariteit van de app ObsIdentify blijft toenemen en dat resulteert in steeds meer waarnemingen. Het gros van de waarnemingen betreft algemene soorten, al zitten er soms ook krenten in de pap. Zo werd in Sint-Niklaas toevallig een micro-nachtvlinder gefotografeerd die nog nooit in ons land gezien was: Denisia stroemella. Het melden van waarnemingen wordt ook gestimuleerd via ‘challenges’ in de app. In het najaar liep ondermeer de rupsenchallenge, waarbij werd opgeroepen om uit te kijken naar een twintigtal rupsensoorten (van nachtvlinders). De meest opvallende rupsen werden in recordaantallen gemeld. 



De rupsen van twee algemene nachtvlinders werden dankzij ObsIdentify in recordaantallen gemeld. De toename in het aantal meldingen weerspiegelt dus geen reële toename van de soorten. Foto’s: Paul Wouters/Marianne Horemans. 



Tekst: Wim Veraghtert (Vlinderwerkgroep Natuurpunt)

Hoofdfoto: Kleine weerschijnvlinder (Robin Septor)