Afbeelding
Velduil
Koen Devos

2023 op één na beste jaar voor velduil aan de Westkust

30 okt 2023
Categorieën
Natuurbericht
Vogels

Niet voor het eerst berichten we over broedende velduilen in de Westkustpolders. Net als in 2014, 2019 en 2020 kwam de soort er dit jaar opnieuw tot broeden. Meer nog, 2023 was het op één na beste jaar voor de soort. Begin september hield de teller na een lang broedseizoen halt op minstens 19 broedgevallen en/of territoria! Dat waren er slechts iets minder dan in 2014 toen een recordaantal van 21 tot 23 territoria werd genoteerd.  

Hoog voedselaanbod

De velduil is een nomadische soort die zich bij de keuze van overwinterings- of broedgebieden vooral laat leiden door de aanwezigheid van een hoog voedselaanbod. Ook in Vlaanderen vallen goede jaren voor velduil steevast samen met een piek in het (veld)muizenbestand die zich doorgaans om de drie à vijf jaar voordoet. 2023 was blijkbaar opnieuw zo’n piekjaar. Opvallend is de sterke voorkeur van de velduilen voor het komgrondengebied van Lampernisse (Diksmuide). De combinatie van een grote oppervlakte aan historisch permanente graslanden (waarvan een deel in eigendom van het Agentschap Natuur en Bos) en relatief droge omstandigheden biedt hier wellicht een verklaring voor de regelmatig uit hun voegen barstende muizenpopulaties. Maar ook op nog een 4-tal andere plaatsen in de kustpolders werd territoriaal gedrag van velduilen vastgesteld.   

Spectaculair territoriaal gedrag en goed verstopte nesten

Begin april leek de lucht in de omgeving van Lampernisse wel gevuld met velduilen. Aan de hand van territoriumgevechten en baltsvluchten konden na langdurig observeren niet minder dan een 20-tal territoria onderscheiden worden.

De eerste waarnemingen van baltsende velduilen betekenden voor een beperkte groep vrijwilligers meteen ook het startschot van een uitdagende beschermingsactie en een race tegen de tijd. Velduilen maken hun nest immers op de grond in het gras en het vinden van de exacte nestlocatie is een absolute must voor een succesvolle bescherming. Een niet gevonden nest betekent in een intensief landbouwlandschap met veelvuldig maaien immers zo goed als altijd een verloren nest. Het lokaliseren van één enkel nest vergt al gauw vijf tot soms meer dan tien uur observatiewerk.

Op enkele nestlocaties werd aanvullend ook gebruik gemaakt van een drone met warmtecamera. Deze methode bleek vooral geschikt om een bevestiging te krijgen van mogelijk aanwezige nesten. Voor het opsporen van nesten waarvan de locatie nauwelijks of niet gekend was, bleek de drone minder effectief.

Afbeelding
dronebeeld

Dit dronebeeld toont hoe moeilijk zichtbaar de nesten zijn. © Falcoflight/Wannes Dermout

Doordat het opsporen van nesten zo tijdrovend is, is het bij een hoog aantal broedparen zoals in 2023 zo goed als onmogelijk om alle nesten te vinden vooraleer de eerste maaiactiviteiten plaatsvinden (wat soms al eind april is). Hoogstwaarschijnlijk zijn hierdoor een aantal nesten in het beginstadium uitgemaaid en/of territoria vroegtijdig verlaten. Uiteindelijk konden toch 11 nesten gelokaliseerd worden, waarvan er 9 succesvol waren. 

Landbouwers cruciaal in succesverhaal

Daar waar nesten gelokaliseerd werden, contacteerde de gebiedsverantwoordelijke akkervogels van het Agentschap Natuur en Bos (ANB) de betrokken landbouwers. Voor elk afzonderlijk nestperceel werden de nodige afspraken gemaakt. Landbouwers stelden het maaien van hun percelen vaak tot twee maanden[CD1]  uit om de vogels alle kansen te bieden om uit te vliegen. Voor hun inspanningen en opbrengstderving op eigen percelen konden landbouwers beroep doen op de subsidie nestbescherming van het ANB. Meer info : https://natuurenbos.vlaanderen.be/subsidies/overige-subsidies/bescherming-nesten-en-jongen-broedvogels

Dankzij de gezamenlijke inspanningen van vrijwilligers en landbouwers konden uiteindelijk niet minder dan 30 à 40 jonge velduilen uitvliegen.

Zenderonderzoek

In 2020 werden in Vlaanderen de allereerste velduilen voorzien van een GSM-GPS-zender. Het betrof toen twee adulte vogels van eenzelfde broedkoppel. Het mannetje werd wellicht gepredeerd in zijn broedgebied en het contact met het vrouwtje ging verloren in Marokko.

Dit jaar ging het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) aan de slag met een nieuwe generatie zenders met een nog kleiner gewicht. In de loop van het broedseizoen werden in totaal drie adult en drie jonge vogels gezenderd. Aan de hand van de zendergegevens hopen we interessante info over o.a. trekbewegingen, overwinteringsplaatsen alsook toekomstig broedhabitat te verzamelen.

Afbeelding
velduil-gezenderd_dietercoelembier.jpg

Mannetje velduil met zender op de rug. © Dieter Coelembier

Woord van dank

In dit succesverhaal is een speciaal woord van dank weggelegd voor alle betrokken landbouwers waar we mochten op rekenen. Daarnaast danken we ook graag enkele vrijwilligers van Natuurwerkgroep De Kerkuil die mee ondersteuning boden op enkele cruciale momenten.

Tekst: Dieter Coelembier, Koen Devos, Kjell Janssens, Wim Bovens, Wim Debruyne