Afbeelding
Slurfbij
Jens d'Haeseleer

Al zes bijen herontdekt in 2023

11 aug 2023
Categorieën
Natuurbericht

In 2019 verscheen de Belgische Rode Lijst voor wilde bijen. Daaruit bleek dat zo’n 52% van de bijen (sterk) achteruit gaat of reeds uitgestorven is. Sindsdien hebben vrijwilligers van Aculea, de wilde bijen en wespenwerkgroep, getracht om enkele uitgestorven gewaande of erg zeldzame bijensoorten opnieuw op de kaart te zetten, en dat niet zonder succes. De afgelopen jaren werden dan ook verschillende bijensoorten herontdekt. Daarnaast werden ook enkele nieuwe bijensoorten voor ons land aangetroffen, waarschijnlijk als resultaat van klimaatverandering. Ook in 2023 was het opnieuw prijs, met voorlopig al zes soorten herontdekt voor ons land.

Longkruidmetselbij (Osmia pilicornis)

De longkruidmetselbij werd al sinds 1972 niet meer waargenomen in ons land en werd dus als uitgestorven beschouwd. De laatste waarneming werd verricht in Ciergnon in de provincie Namen. Deze soort heeft een erg sterke voorkeur voor stuifmeel van longkruidsoorten, maar vult haar dieet aan met onder meer hondsdraf. Ze komt voor in loofbossen met voldoende open, warme, plekken (het liefst met middelhoutbeheer). Ook de gespecialiseerde manier van nesten, geknaagd uit vers afgevallen takjes, maakt deze soort uniek. Typerend voor de mannetjes is de behaarde achterrand van de antennes. De vrouwtjes hebben dan weer een behaarde tong, die helpt bij het verzamelen van stuifmeel.

In Noord-Frankrijk, iets ten zuiden van Rijsel, werd de soort de afgelopen jaren teruggevonden tijdens het Interreg-project SAPOLL, waar ook Natuurpunt bij betrokken was. Na enkele prospecties in de regio aan Belgische zijde de afgelopen jaren werd de soort dit jaar op 16 april 2023 effectief opnieuw waargenomen, meer bepaald in de omgeving van Brunehaut, in de provincie Henegouwen. Maarten Wielandts kon hier één mannetje vinden.

Afbeelding
Longkruidmetselbij

Longkruidmetselbij (foto: Maarten Wielandts)

Vlekpootwespbij (Nomada melathoracica)

De laatste waarnemingen van vlekpootwespbij in ons land dateren van begin de jaren ’50 van vorige eeuw. De soort werd toen in de ruime regio van de Sint-Pietersberg waargenomen. Ook deze soort werd intussen als uitgestorven beschouwd.

De vlekpootwespbij is een zogenaamde koekoeksbij, die een parasitaire levenswijze op een andere bijensoort kent. De specifieke gastheer van de vlekpootwespbij is de blauwe zandbij. Deze soort is op zich dan weer gespecialiseerd in het verzamelen van stuifmeel van kruisbloemigen zoals koolzaad, raapzaad en gewoon barbarakruid. Ze is vooral langsheen de Maas in de Limburgse grensregio en in de omgeving van de stad Luik aangetroffen.

Vlekpootwespbijen werden de afgelopen jaren in enkele gebieden rond Maastricht herontdekt, dus het was een kwestie van tijd vooraleer ze ook in ons land herontdekt zouden worden.  Op 27 mei 2023 vond Maarten Wielandts twee mannetjes van de soort in Kanne, meerbepaald op het Plateau van Caestert, een natuurgebied in beheer bij Natuurpunt. Hopelijk kunnen we deze soort in de toekomst op meer plaatsen in de regio terugvinden.

Afbeelding
Vlekpootwespbij

Vlekpootwespbij (foto: Maarten Wielandts)

Harige maskerbij (Hylaeus pilosulus)

Van de harige maskerbij is erg weinig geweten. Zeker is dat de soort in ons land als uitgestorven gewaand werd. Het is een kleine zwarte bijensoort met een weinig opvallend uiterlijk. Typerend voor de soort is de lange beharing op kop en borststuk. De soort nestelt in spleten in rots- en steilwanden, vertoeft graag op snel opwarmende plaatsen en bezoekt wilde reseda.

Maarten Wielandts vond de soort op 27 mei 2023 eerder per ongeluk langsheen een steilwand in Visé, in een van de deelgebieden van de Sint-Pietersberg. Deze vondst werd bevestigd door een tweede waarneming door Jens D’Haeseleer op 10 juni 2023. Hierdoor lijkt het alsof er een levensvatbare populatie aanwezig is.

Neushoornwespbij (Nomada pleurosticta)

Ook de neushoornwespbij werd als uitgestorven beschouwd in ons land. De laatste waarneming dateerde alweer van 1987 in Hensies in de provincie Henegouwen. Ook dit is een koekoeksbij, meer bepaald op de grote glimmende zandbij. Deze soort is op zich dan weer gespecialiseerd in het verzamelen van stuifmeel van gele composieten zoals groot streepzaad, bitterkruid en havikskruiden. De grote glimmende zandbij werd de afgelopen jaren enkel in enkele gebieden rond de Sint-Pietersberg waargenomen.

Neushoornwespbijen werden de afgelopen decennium in enkele gebieden rond Maastricht ontdekt, dus het was een kwestie van tijd vooraleer ze ook in ons land herontdekt zouden worden. Op 23 juni 2023 vond David De Grave één mannetje van de soort in Bassenge, meerbepaald in Heyoule, een natuurgebied in de omgeving van de Sint-Pietersberg, in beheer bij Natagora.


Afbeelding
Neushoornwespbij

Neushoornwespbij (foto: David De Grave)

Doornloze wespbij (Nomada emarginata)

Nog zo’n uitgestorven gewaande koekoeksbij is de doornloze wespbij. Van deze soort zijn slechts weinig waarnemingen bekend in ons land. De laatste waarnemingen dateren van 1982 en 1985, in Plombières in de provincie Luik. De doornloze wespbij is de specifieke koekoeksbij van de klokjesdikpoot. Die is op zich dan weer gespecialiseerd in het verzamelen van stuifmeel van klokjes, vooral van grasklokje en rapunzelklokje.

Na enkele eerdere pogingen om de soort in de provincie Luik opnieuw aan te treffen vond David De Grave op 7 juli dit jaar één vrouwtje in Kelmis, een buurgemeente van Plombières.

Afbeelding
doornloze_wespbij_vrouwtje_david_de_grave.jpg

Doornloze wespbij (foto: David De Grave)

Slurfbij (Rophites quinquespinosus)

De laatste soort die al een tijd niet meer was gezien is de slurfbij. Deze soort werd in 2003 nog in Furfooz en in 2005 in Han-sur-Lesse waargenomen en staat dus in de Rode Lijstcategorie ‘met uitsterven bedreigd’. De soort nestelt in zelfgegraven gangen in open plekjes bodem. Stuifmeel wordt enkel verzameld op lipbloemigen. In ons land zijn betonie en stinkende ballote de voornaamste stuifmeelbronnen. De vrouwtjes hebben een erg lange tong waarnaar de soort genoemd is. Daarnaast hebben ze kleine stekeltjes op de kop die helpen bij het verzamelen van stuifmeel. Het kopschild is erg kort, waardoor de antennes laag ingeplant zijn. Dit onderscheidt deze soort van alle andere in ons land voorkomende bijen. 

Vorig jaar nog werd een zoektocht georganiseerd op de gekende plaats in Furfooz. Ook de gebieden in Han-sur-Lesse waar de soort vroeger gevonden werd, is opnieuw afgespeurd, helaas zonder resultaat. Op 27 juli dit jaar vond Jens D’Haeseleer, eerder per ongeluk, een volledige populatie in Matagne-le-Grande. In het nabijgelegen Treignes, in de Viroinvallei, werden slurfbijen in 1991 nog waargenomen. De huidige vindplaats betreft een gebied waar habitatherstel voor dagvlinders plaatsvond in de afgelopen jaren in het kader van het LIFE+ Papillons-project. Ook dit gebied is in beheer bij Natagora.

Afbeelding
Slurfbij

Achteruitgang bijen gestopt?

De recente herontdekking van uitgestorven gewaande bijen in ons land zou het beeld kunnen geven dat de achteruitgang van bijen gestopt is (zie https://www.natuurpunt.be/nieuws/was-2020-een-boerenjaar-voor-wilde-bijen-20210107 , https://www.natuurpunt.be/nieuws/klimaatverandering-blijft-zuiderse-bijen-opleveren-2021-20220117 en https://www.natuurpunt.be/nieuws/bijzondere-vondsten-2022-20230327). Niks is minder waar. Het heeft meer te maken met een toegenomen zoekinspanning dan met een groei van de bijenpopulaties. Vier van de zes hierboven besproken vondsten zijn immers het resultaat van minutieus voorbereide zoektochten waarbij literatuurstudie, kennis van de ecologie en de vliegperiode en het raadplegen van kaarten met oude waarnemingen de sleutels tot succes waren. We verwachten ook in de nabije toekomst nog enkele soorten te ‘herontdekken’ voor ons land, waaronder de duinmaskerbij.

Opvallend is ook dat 5 van de 6 herontdekte soorten gevonden werden in Wallonië. De soorten die er teruggevonden werden, betreffen mogelijk de laatste relictpopulaties van soorten die al lang uit Vlaanderen verdwenen zijn en bij een gebrek aan habitatherstel en bij blijvende habitatdestructie volledig uit ons land dreigen te verdwijnen.

Door deze extra inspanningen verdwijnen deze soorten dan wel uit de Rode Lijstcategorie ‘Regionaal uitgestorven’, maar ze komen hierdoor in de weinig benijdbare categorie ‘Met uitsterven bedreigd’ terecht. Specifieke inspanningen zullen dan ook nodig zijn om al onze bijen veilig te stellen en deze ook in de toekomst te vrijwaren.

Tekst en foto’s: Maarten Wielandts, David De Grave, Jens D’Haeseleer en Win Vertommen (Natuurpunt Studie en Aculea, de wilde bijen en wespenwerkgroep van Natuurpunt)

Afbeelding
webbanner_1377_x_414_px_insectenzomer_4-2023_0.jpg