Afbeelding
Bonte vliegenvanger
Mark Zekhuis/Saxifraga

Bonte vliegenvangers rukken op naar het westen

7 jul 2021
Categorieën
Natuurbericht
Vogels

De bonte vliegenvanger is in Vlaanderen een schaarse broedvogel die lange tijd vooral tot de Kempen beperkt bleef. De laatste jaren (en vooral dan in 2020 en 2021) werden opvallend veel broedgevallen geregistreerd. Hierbij werden vooral ook nieuwe gebieden in Oost- en West-Vlaanderen ingenomen. 

Zwart-witte Afrikaganger

De bonte vliegenvanger is een trekvogel die hier in de loop van april en mei arriveert en vanaf juli tot september weer vertrekt. Deze nachttrekker overwintert in West-Afrika. Hij komt in Vlaanderen als broedvogel in zowel loof- als naaldbossen voor. Alhoewel hij ook soms in natuurlijke holtes broedt legt hij een uitgesproken voorkeur aan de dag voor nestkasten. In gebieden waar veel nestkasten aangeboden worden kunnen zo heuse broedclusters ontstaan. Domein Prinsenpark in Retie (165 ha) is hier een mooi voorbeeld van met in 2020 bijvoorbeeld 62 broedsels (gemiddeld 6 pulli per nest).

Kempen-soort

De opmars van de bonte vliegenvanger is al enkele decennia bezig. In Vlaanderen werd de soort voor 1980 slechts sporadisch broedend aangetroffen. In 1980 werden 36 broedparen geteld, vooral in de Kempense bossen. Begin 2000 was de bonte vliegenvanger nog steeds een schaarse broedvogel in Vlaanderen, al werd de Vlaamse populatie toen al op 600-1000 broedparen geschat. In de periode 2013-2018 waren dat al 700-1200 territoria. Toch bleef het broedgebied in hoofdzaak beperkt tot het noordoostelijke deel van Vlaanderen. De meeste zaten toen dus nog steeds in de Kempen.

Flexibiliteit

Maar ging de soort er toen nog wel echt op vooruit? In een aantal goed opgevolgde gebieden werd immers een (lichte) afname vastgesteld. Hiervoor werd een link gelegd naar de klimaatverandering. De bonte vliegenvanger overwintert in Afrika en zou zijn terugkeer naar de broedgebieden niet voldoende hebben kunnen afstemmen op de vervroegde lentes. Hierdoor zou er een mismatch zijn ontstaan: op het ogenblik dat de jongen in het nest zitten, zou de rupsenpiek immers al voorbij zijn met lager broedsucces tot gevolg. Maar daar vond de bonte vliegenvanger wat op: hij verhuisde van zuivere loofbossen naar gemengde naaldhoutbossen met loofhout. In deze bossen verloopt de rupsenpiek immers meer gespreid, waardoor het voedselaanbod voor de jongen in een langere periode kon worden gegarandeerd. Intussen kon ook worden aangetoond dat de bonte vliegenvanger zich ook deels heeft weten aan te passen aan vervroegde lentes door vroeger in de broedgebieden aan te komen en vroeger aan het broedsel te beginnen. Maar de trend bleef onduidelijk: enkele regionale nestkaststudies leken eerder te wijzen op stabiele tot licht toenemende aantallen, terwijl in traditioneel goede loofbosgebieden afnames werden gemeld. Op Europese schaal is de trend wel duidelijk: daar namen de aantallen op 40 jaar met ca. 40% af. Zo behoudt deze soort de status ‘kwetsbaar’ in de pas gepubliceerde vernieuwde Rode lijst voor Duitsland. Wat in Vlaanderen gebeurt is dus redelijk a-typisch.

Ruk naar het westen

In 2020 werd op heel wat plaatsen een opvallende toename van bonte vliegenvangers gemeld. De soort verscheen op heel wat nieuwe plaatsen, ook buiten het Kempens kerngebied. Deze trend lijkt zich ook in 2021 door te zetten. Uit een analyse van gegevens uit www.waarnemingen.be blijkt dat er zich vooral een westwaartse opmars aan het voltrekken is, met toenames in Oost- en West-Vlaanderen. Een analyse op basis van de ecoregio’s geeft een verdere verduidelijking. In het bolwerk in de Kempen deed de soort het de laatste drie jaar heel goed, maar we zien in die periode ook een opvallende uitbreiding naar de Zandstreek (in het noorden van Oost- en West-Vlaanderen), die ecologisch het meest op de Kempen lijkt. In de overige ecoregio’s van Vlaanderen komt de soort maar sporadisch voor, en een uitbreiding naar de loofbossen in de Leemstreek is amper merkbaar. Het wordt uitkijken of deze evolutie zich verder zal doorzetten. Een vergelijking van drie momentopnames maakt de ‘ruk naar het westen’ duidelijk zichtbaar.


Afbeelding
Kaart atlas Bonte vliegenvanger

Verspreidingskaart territoria bonte vliegenvanger in 2000-2002 (bron Atlas van de Vlaamse broedvogels 2004).

 

Afbeelding
Bonte vliegenvanger kaart

Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de vergelijking niet helemaal opgaat. Het aantal waarnemers neemt elk jaar immers toe en zeker met het veldwerk voor de nieuwe vogelatlas dat momenteel plaatsvindt, ligt de inventarisatiegraad in 2021 opmerkelijk hoger dan in voorgaande jaren. Een correcte vergelijking is enkel mogelijk indien de gegevens worden gecorrigeerd voor de zoekinspanning. 

Afbeelding
bonte vliegenvanger grafieken

Aantal bonte vliegenvangers van 1 april tot 13 juni per jaar. Enkel waarnemingen met een broedcode hoger dan ‘adult in broedbiotoop’ werden weerhouden. De aantallen werden gecorrigeerd voor zoekinspanning (daghokbezoeken km-hokken).(bron: www.waarnemingen.be)

Het wordt afwachten of deze opmars zich zal consolideren en eventueel nog verder doorzetten. Met de nieuwe broedvogelatlas zal dit alles duidelijker in beeld gebracht worden.

Tekst: Koen Leysen (Natuurpunt CVN) [email protected]

 

Afbeelding
ecoregiokaart

Kaart van de ecoregio's van Vlaanderen zoals gebruikt voor deze analyse.