Afbeelding
Francois Van Bauwel

Daarom blijven de vogels weg uit je tuin

16 nov 2016
Categorieën
Natuurbericht
Vogels


Een rijkelijk gevulde voederplank, de eerste vriesnachten maar toch nog geen of nauwelijks vogels in je tuin te bespeuren. Bijna dagelijks ontvangt Natuurpunt berichten van bezorgde mensen. Wat is er aan de hand?

Het is nog vroeg op het seizoen en de echte winter is nog niet begonnen, maar het lijkt erop dat twee factoren de opvallende afwezigheid van tuinvogels op dit moment kunnen verklaren: het grote noten- en zadenaanbod en een rotslecht broedseizoen.

Vooral zaadeters zoals mezen en vinken laten zich voorlopig maar moeilijk verleiden tot een tuinbezoek. Logisch: met een ongezien topjaar voor beukennootjes en een ruim aanbod van bessen is er relatief veel voedsel te vinden in de natuur. Vogels besparen zich dan de risicovolle onderneming om zich in de buurt van mensen, ramen en huiskatten te laten zien. Ze zijn daarnaast ook veel meer vertrouwd met natuurlijk voedsel.

Daarnaast beleefden veel typische tuinvogelsoorten een barslecht broedseizoen als gevolg van het koude en natte voorjaar. Dat sommige Koolmezen twee weken geleden nog een broedpoging ondernamen, toont aan dat ze tot op het laatste ogenblik hebben geprobeerd om de slechte resultaten nog enigszins recht te zetten. Vogels laten zich dus niet alleen minder zien: dit jaar zijn er wellicht ook minder.  

Dan blijft het nog afwachten wat de noordelijke gasten gaan doen. Wordt het koud en zakken er nog grote aantallen Kepen en Sijzen af? Kunnen we nog meer Pestvogels of lijsters verwachten eens de bessen ten noorden van ons opgeraken? Dat zijn vragen waar alleen de winter een antwoord op kan brengen.

Wat dan met het voederen? Vogels voederen is iets wat je best niet tijdelijk doet maar de hele winter door. Als je op regelmatige basis voedsel aanbiedt, krijgen vogels zekerheid. Het is een stok achter de deur voor wanneer de natuurlijke voedselbronnen om één of andere reden niet meer voldoen of plotseling onbereikbaar worden, door sneeuw bijvoorbeeld.

Bovendien kan de kou snel toeslaan. In koude periodes verliezen vogels tot 10% van hun lichaamsgewicht; ze moeten immers hun lichaamstemperatuur van 40° Celsius behouden. Kleine vogels verliezen meer energie omdat hun contactoppervlak met de koude omgeving verhoudingsgewijs groter is in vergelijking met hun volume.

Zeker wanneer de dagen kort zijn, zoals nu, moeten ze snel en efficiënt aan hun voedsel geraken. Een garantie op regelmaat is dan mooi meegenomen. Vogels die weten waar ze terecht kunnen, moeten minder lang zoeken naar voedsel. Dat spaart energie en zo maken ze een grotere kans om het te halen wanneer de koude plots aanbreekt.

Op sommige voederplaatsen neemt het aantal vogels wel al toe, maar vergeet niet dat bepaalde factoren daar een belangrijke invloed kunnen hebben: voldoende variatie in het aanbod, de afwezigheid van katten, een voldoende veilige en rustige tuin, vegetatie als schuilplaats.

Voederen blijft dus belangrijk, al zijn er wel een paar extra aandachtspunten nu het gefladder nog op zich laat wachten. Voeder in deze aanloopfase met mondjesmaat en regelmatig - en houd nauwlettend in de gaten wanneer de voorraad slinkt. Voedsel dat niet opgegeten wordt kan gaan ontkiemen of beschimmelen, dat vervang je dus best regelmatig.

Meer tips over vogels voederen - en hoe je kan meetellen tijdens Het Grote Vogelweekend op 28 en 29 januari 2017

Tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt Studie
Foto: François Van Bauwel