Afbeelding
Kustduinen
Reinhardt Strubbe

De duingroefbij herontdekt aan de Belgische kust

27 okt 2022
Categorieën
Natuurbericht
Duinen

De duingroefbij (Lasioglossum tarsatum) is een kleine, zwarte, solitaire bij die terug te vinden is in zandgebieden, vooral stuifzanden en duingebieden in zowel het binnenland als aan de kust. De laatste 100 jaar is deze soort nog maar 5 keer met zekerheid waargenomen in België, maar vorig jaar is ze herontdekt in Het Zwin.

Recente waarnemingen en verspreidingsgebied

De duingroefbij is in België een zeer zeldzame verschijning die de laatste 100 jaar vooral aan de kust is waargenomen, maar ook één keer in Genk. De meest recent waarneming dateert van Nieuwpoort (1993). In Europa is deze bij vooral terug te vinden in Nederland, Duitsland, Polen en de Alpen. Maar de waarnemingen zijn in deze landen ook beperkt.

De waarneming van Natuurpunter Maarten Wielandts, van een mannetje in de Zwinbosjes in Knokke-Heist in 2021 is dan ook een belangrijke vondst. Het bevestigt dat deze bij gelukkig nog altijd aanwezig in ons land. Extra bemoedigend is dat hij in 2022 ook een vrouwtje heeft waargenomen in het Dir. Generaal Willemspark in Knokke-Heist tijdens een inventarisatie in het kader van het LIFE DUNIAS project. Deze vondsten zorgden voor extra controles bij eerder gecollecteerd materiaal en dat leverde zowaar een extra waarneming op uit de Zwinbosjes! De soort werd er dus al in 2018 door Jens D'Haeseleer aangetroffen.

Stuifzanden als belangrijke habitat voor de duingroefbij

Stuifzanden in Europa komen vooral voor in België, Nederland, Duitsland en Polen en dit loopt deels gelijk met het verspreidingsgebied van de duingroefbij. Helaas staan deze gebieden al heel lang onder druk en zijn de meeste verdwenen.

Nederland heeft nog de meeste stuifzanden, maar waar er in de negentiende eeuw nog 80.000 ha stuifzanden waren (Koster, 1978) is dat nu minder dan 1.400 ha (Bakker et al., 2003). In Vlaanderen zijn er ook nog wat zandgronden te vinden, zoals o.a. delen van de Kalmthoutse heide, de Keiheuvel in Balen of de Mechelse heide in Maasmechelen. Maar door de aanwezige begroeiing is hier niet echt sprake meer van actieve zandverstuivingen.

De voornaamste redenen voor het verdwijnen van stuifzanden is de drastische wijziging van het landgebruik (vaak omvorming naar bos). Door te hoge stikstofdepositie is er ook een versnelde vegetatiegroei die voor bodemvorming zorgt maar ook voor een afname van de kwaliteit van de vegetatie met tekorten aan o.a. mineralen in het voedsel van diersoorten. Door bosaanplant en versnelde vegetatieontwikkeling heeft de wind ook minder vrij spel waardoor er minder zandverstuiving kan plaatsvinden. Klimatologische veranderingen (opwarming en veranderingen in neerslagfrequentie en -intensiteit) lijken dit proces verder te versterken.

Met het verdwijnen van de stuifzanden verliest de duingroefbij ook een belangrijke habitat en komt deze soort dan ook niet meer voor in het binnenland in België en Nederland. De meest recent inlandse waarneming in België dateert van Genk (1977). Ook in Nederland zijn er al geruime tijd geen waarnemingen meer van deze soort in het binnenland, de laatste waarnemingen dateren ook uit 1977 (Emmen en Bergen).

Afbeelding
Duingroefbij

Duingroefbij. Net als veel andere groefbijen kan de soort enkel op naam gebracht worden door minuscule details te bekijken met een stevige vergroting (m.b.v. een stereomicroscoop). Helaas kan dat enkel door exemplaren in te zamelen, die nadien worden bewaard in een wetenschappelijke collectie. © Maarten Wielandts

Kustduinen cruciaal voor het voortbestaan van de soort

De meeste waarnemingen van duingroefbijen zijn in duingebieden en met het wegvallen van de binnenlandse populaties op stuifzanden zijn deze nog belangrijker geworden voor het voortbestaan van de soort.

In Nederland, waar de meeste waarnemingen van de duingroefbij worden gedaan, zijn er nog redelijk wat grote en kwalitatieve goede duingebieden te vinden. Omdat veel van de grote duingebieden onderdeel zijn van een nationaal park, zijn ze vaak ook beter beschermd. Het is allicht ook niet toevallig dat de recente waarnemingen van deze soort in het nationaal park Hollandse duinen gebeurden.

In België zijn er nog weinig grote duingebieden, sinds het begin van de 20ste eeuw onderging onze kustlijn een grote metamorfose. Kleine vissersdorpen transformeerden naar toeristische badplaatsen die door de jaren heen steeds meer uitbreiden. Wat overbleef zijn vaak geïsoleerde duingebieden, omgeven door bebouwing, die meer gelijkenissen hebben met een park dan met een dynamisch duinlandschap. Enkel in de Westhoek en aan het Zwin zijn er nog redelijk grote duingebieden te vinden. Zo herstelde het Agentschap voor Natuur en Bos recent nog een 20 tal hectare stuifduin in het Westhoekreservaat.

Binnen de verschillende habitats die in onze duingebieden voorkomen, zijn het de wandelende duinen met helmgras die cruciaal zijn voor de duingroefbij. Er moet voldoende zandverstuiving plaatsvinden en vergrassing moet beperkt blijven. Door de doorgedreven versnippering is die dynamiek van zandverstuivingen ook zo goed als volledig stilgevallen op veel plaatsen. Het bewust vastleggen van duinen langs de vele wegen door aanplantingen heeft dit alleen maar versterkt.

De aanplantingen naast de wegen om zandverstuivingen tegen te gaan, zijn vaak ook gebeurd met exotische planten die later sterk invasief bleken te zijn. Rimpelroos, dat vaak gebruikt is, verspreidt zich niet alleen via worteluitlopers maar ook via zaden en koloniseert nu in ijltempo onze duingebieden. Hierdoor verdwijnen ook de laatste ideale leefgebieden van de duingroefbij.

Kansen voor de duingroefbij, LIFE DUNIAS zet in op herstel van onze duinen

DUNIAS staat voor DUNe restoration by tackling Invasive Alien Species’, vrij vertaald: het herstel van onze duinen door het verwijderen van uitheemse woekerplanten.

In het kader van dit natuurherstelproject zullen duingebieden langs de volledige Vlaamse kuststrook vrijgemaakt worden van struikachtige invasieve uitheemse planten.  Soorten zoals rimpelroos, mahonie en boksdoorn overwoekeren volledige duingebieden. Op sommige locaties zijn zelfs haarden van meer dan 1 hectare in oppervlakte gekend!

 

 

Afbeelding
Duinen met rimpelroos Reinhardt Strubbe

Duinen overwoekerd met rimpelroos © Reinhardt Strubbe

Het effect van deze woekerplanten is veelvoudig. Zonlicht kan de duinbodem niet meer bereiken door het dense bladerdek van deze woekeraars, waardoor de biodiversiteit hieronder nihil wordt. Ook worden Europees beschermde duinhabitats, zoals duingraslanden en helmduinen door deze planten sterk bedreigd. Door de woekerplanten te verwijderen zullen voornamelijk open duinhabitats lokaal hersteld worden. Dit komt natuurlijk de vele bijensoorten ten goede die we aan de kust terugvinden zoals o.a. de duingroefbij, het zilveren fluitje, de kustbehangersbij en duinmaskerbij maar ook soorten zoals de heivlinder en de rugstreeppad.

Het Agentschap Natuur en Bos (ANB) coördineert dit project en zal samen met 15 partners, waaronder Natuurpunt, deze woekerplanten verwijderen. Het DUNIAS project ontvangt financiële steun via het LIFE-programma van de Europese Unie.

De vooruitgang van het project kan je volgen op de projectwebsite www.natuurenbos.be/lifedunias   of via Facebook en Instagram.

Tekst: Maarten Wielandts (Natuurpunt) en Reinhardt Strubbe (Life DUNIAS)

Afbeelding
logo_banner_dunias-groefbij.jpg