Afbeelding
Gierzwaluw
Wesley Poelman

De eerste Gierzwaluwen doorkruisen het luchtruim

2 mei 2017
Categorieën
Natuurbericht
Vogels

De Gierzwaluwen zijn weer in het land. Volgens waarnemingen.be werd de eerste Gierzwaluw gespot op 8 april in Sint-Gillis-Waas, Oost Vlaanderen. Sindsdien wordt hij steeds vaker gemeld en dook hij al in elke Vlaamse provincie op. Je zal deze luchtacrobaten meer en meer horen en zien, tot ze eind juli weer zuidwaarts trekken.

De Gierzwaluw kan je gemakkelijk herkennen aan zijn karakteristieke schreeuw “srrierrr”, die hij uitstoot terwijl hij in groep door de lucht tuimelt. Korte glijvluchten, bruuske bochten en hoge snelheden vormen een onvoorspelbaar maar heel herkenbaar vliegbeeld. Zijn lange sikkelvormige vleugels en gevorkte staart geven hem de aerodynamische eigenschappen die hij nodig heeft om tot bij ons te geraken.

Want de route die hij aflegt is lang, heel lang. Zijn overwinteringsgebied ligt ten zuiden van de evenaar in Afrika. Omdat de Gierzwaluw de Sahara liefst vermijdt, vliegt hij er meestal in een grote bocht, langs de Afrikaanse westkust, omheen. Over die route doet hij ongeveer één maand. Gemiddeld legt hij 240 km per dag af, maar soms loopt dat op tot meer dan 600 km. Om die trek te overleven, eet de Gierzwaluw terwijl hij vliegt. Maar is er in bepaalde gebieden bijzonder veel voedsel aanwezig, dan vertoeft hij er langer. Vooral voor of na de oversteek van de Sahara neemt de Gierzwaluw wat tijd om een voorraad aan te leggen of opnieuw aan te dikken.

Wanneer de Gierzwaluwen bij ons aankomen, gaan ze op zoek naar een nestplaats. Omdat de Gierzwaluw van nature een holenbroeder is, bestaan die nestplaatsen in onze contreien voornamelijk uit kieren en spleten in de muren en daken van oude gebouwen. Daarom zie je ze ook vaak in oude stadswijken. Ze broeden in losse kolonies en zijn vrij honkvast. Ze nestelen het liefst in datzelfde gaatje in diezelfde muur als het vorige seizoen. En is het verdwenen, dan blijven ze zoeken in de hoop het toch terug te vinden.

Daar schuilt het probleem. Door de steeds betere isolatie van onze huizen hebben Gierzwaluwen het in onze contreien steeds moeilijker om een nestplaats te vinden. Natuurlijk moeten we niet stoppen onze huizen en bedrijfsgebouwen beter te isoleren uit medeleven voor de Gierzwaluw, want daar zou de rest van de natuur niet blij mee zijn. Je kan de Gierzwaluw beter helpen door bij nieuwbouw of renovatie gebruik te maken van speciale nestkasten die al dan niet ingemetseld kunnen worden. Het is aangeraden om die nestkasten op een plek te installeren die tijdens de warmste uren van de dag geen direct zonlicht krijgt.

Er zijn weinig gegevens beschikbaar over de broedaantallen in Vlaanderen, maar het gaat het met de Gierzwaluw niet de goede kant uit, ook al is hij bereid om in verstedelijkte gebieden te nestelen. Volgens experts daalt het aantal broedgevallen in België elk jaar. Dat is vooral te wijten aan het dalen van de hoeveelheid beschikbare broedholtes, maar ook het gebruik van pesticiden in de landbouw zal zeker niet helpen. Hierdoor vindt de Gierzwaluw minder voedsel voor zichzelf en voor zijn jongen.

De meeste Gierzwaluwen leggen hun ei in de tweede helft van mei. Moeder en vader broeden om de beurt terwijl de ander op zoek gaat naar voedsel. Gedurende 42 dagen voeden ze hun jongeren en al na ongeveer 20 dagen zijn deze zwaarder zijn dan hun ouders. Dat doen ze omdat de voedselvoorziening sterk kan afhangen van het weer. Bovendien vergt het groeien van een luchtwaardig verenkleed veel energie. Die reserves komen dus goed van pas.

De jongen vliegen uit vanaf eind juli en sommigen verlaten het luchtruim niet meer tot ze zelf hun eerste nest bouwen. De Gierzwaluw begint waarschijnlijk vrij snel aan zijn terugweg en de laatste Gierzwaluw voorspelt meteen ook het einde van de zomer.

Tekst: Wim Smits, Natuurpunt & Louis-Philippe Arnhem, gierzwaluwenexpert
Foto: Wesley Poelman