Afbeelding
Harkwesp
Femke Batsleer

De harkwesp zoemt op ongekend terrein

22 jul 2019
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Biotopen en habitats
Insecten en ongewervelden
Inventarisatie & monitoring
LIFE BNIP
Natura 2000
Provincie Antwerpen
Strand en zee

De harkwesp is een grote solitaire graafwesp die haar nestjes graaft in het zand. Vroeger kwam ze in alle zandstreken in Vlaanderen voor, maar door het dichtgroeien van zandige plekken ging ze sterk achteruit. Ze hield slechts stand langs een deel van de kust en een enkele locatie in de Kempen. De afgelopen paar jaar werden harkwespen gevonden in verschillende nieuwe gebieden. En ook in 2019 wordt deze trend verdergezet, wellicht door een combinatie van warme zomers en natuurherstel van droge heides en landduinen.

De harkwesp (Bembix rostrata) is een grote solitaire graafwesp die nestjes maakt in het zand. Hierbij gebruiken ze de hark-vormige voorpoten. Ze verkiezen plekken met open zand waar al wat vegetatie aanwezig is en genoeg zon invalt. Zogenaamde mosduinen aan de kust vormen de nestplaats bij uitstek. In het binnenland zijn open landduinen favoriet. Ze zijn dan wel solitair, maar graven nesten vlak bij elkaar in clusters van vaak tientallen nesten. De harkwesp vrouwtjes leggen in elk nest één eitje en doen aan broedzorg. Naarmate de larve groeit en meer voedsel nodig heeft brengen ze meer en meer prooien aan, vooral vliegen. Dergelijke broedzorg is uitzonderlijk voor solitaire insecten. Zo zullen de meeste andere graafwespen de hele nestcel in 1 keer volsteken met alle voedsel die de larve nodig zal hebben, en vervolgens na het leggen van een eitje afsluiten. Naast open zand en een goed jachtgebied hebben harkwespen ook nood aan voldoende bloemen als nectarbron voor de eigen energievoorziening in de nabije omgeving.

Zo’n honderd jaar geleden kwam de harkwesp in alle zandige streken in Vlaanderen voor. Na een sterke achteruitgang bleven de laatste decennia slechts populaties over in de duinen van de Westkust en het stuifzand van Geel-Bel. Oorzaken van de historische achteruitgang zijn wellicht veranderingen in landgebruik, het dichtgroeien van landduinen en daarmee het wegvallen van zanddynamiek. Tijdens goede zomers wordt af en toe een harkwesp buiten de gekende plaatsen gemeld, maar de laatste jaren lijken ze zich echt terug uit te breiden. Na een eerste vondst in 2016 van een kleine populatie op een landduin in Wetteren, doken vorig jaar in West-Vlaanderen nest-gravende vrouwtjes op in Veurne en het Vloethemveld rond Brugge, en werden er grote clusters nesten gevonden in het Zwin. Deze zomer zien we ze werkelijk op elk mogelijk geschikt plekje aan de Westkust nesten maken. In 2019 zijn ook al harkwespen opgedoken op 4 nieuwe locaties in de Kempen: Averbode Bos en Heide en de Vallei van de Drie Beken in Asdonk (provincie Vlaams-Brabant), de Keiheuvel in Balen (Antwerpen) en de Beverbeekse heide in Hamont-Achel (Limburg).

Afbeelding
Nestcluster harkwesp

Cluster van harkwespnesten in de Westhoek. Elk hoopje zand markeert een nestje (Foto: Femke Batsleer).

Harkwespen zijn heel honkvast en zullen dezelfde plaatsen voor vele jaren bezetten. De afgelopen warme zomers, en zeker de uitzonderlijke zomer van 2018, zullen er zeker mee te maken hebben dat ze ongekende oorden zijn gaan opzoeken, waarvan we nu de volgende generatie zien. Ook van belang is het heide- en landduinherstel in de Kempen, waarbij er in gebieden als Averbode Bos en Heide en de Keiheuvel weer open zandige plekken gecreëerd zijn met de overgangen naar begroeide plekken die de harkwesp nodig heeft voor haar nestjes. Het moeilijk evenwicht met natuurbeheer bij deze soort is dat ze deze open plekken nodig heeft die zonder beheer geleidelijk dichtgroeien, maar ook moeilijk tegen vertrappeling kan. Aangezien het op de meeste plaatsen niet mogelijk is om grootschalige zandddynamiek door de wind te herstellen, is het ideaal voor de harkwesp, en bij uitbreiding andere in het zand nestelende bijen en wespen, om een dynamische mozaïek in het landschap te hebben van tijdelijk begraasde/vertrappelde en gevrijwaarde open nestplaatsen.

De harkwesp is gemakkelijk te herkennen aan de golvende geel en zwarte lijnen op het achterlijf en de felgroene ogen. Het zijn vrij grote wespen maar ze zijn zeer zachtaardig en zullen niet snel steken. We verwachten dat ze deze zomer op nog heel wat plaatsen kunnen opduiken. Hou dus zeker de rest van de zomer je ogen open voor deze mooie wesp, foeragerend op bloemen of nestjes harkend in het zand. Meld je waarneming, liefst met foto, op waarnemingen.be.

Tekst: Femke Batsleer & Pieter Vanormelingen

Femke doet een doctoraatsonderzoek rond het gedrag en de ecologie van de harkwesp aan de UGent, gesteund door het FWO; Pieter is bijenexpert bij Natuurpunt Studie.