Afbeelding
Stuw in de Netevallei
Leo Vaes

De nood voor een spons in ons Vlaams waterlandschap: stuwen & co to the rescue

24 aug 2023
Categorieën
Natuurbericht
Landbouw
Landschap
Water


Jarenlang dachten we dat water zo snel mogelijk naar de zee moest. We voerden het af via grachten, beken en kanalen. Het gevolg? Een dalend grondwaterpeil aan de ene kant. En overstromingen aan de andere. Land- en tuinbouwers zijn een cruciale speler om het water langer ter plaatse te houden wanneer het regent. Via het strategisch plaatsen van het juiste type stuw op de juiste plaats kunnen landbouwers het Vlaamse watersysteem ombouwen naar een veerkrachtiger spons die water buffert in natte periodes en afgeeft bij droogte. Enkele lessen vanuit het onderzoeksproject TURQUOISE.

Als oplossing om ons watersysteem veerkrachtiger te maken, stellen we voor om het huidige afvoersysteem te transformeren tot een sponsachtig systeem. Dit kan worden bereikt door combinaties van stuwen, infiltratie- en waterdrempels te bouwen in de haarvaten van ons watersysteem: de kleine grachten en waterloopjes. Daar kunnen we in periodes van regenoverschot (de natte maanden) meer tijd geven aan het water om in de grond te sijpelen en dus het dieper gelegen grondwater aan te vullen, wat resulteert in een toename van waterreserves. Daarnaast vertragen deze maatregelen ook de afvoer van water, wat zorgt voor een langere lokale waterbeschikbaarheid aan de oppervlakte in de regio waar ze worden geplaatst en helpt het bij het voorkomen van overstromingen stroomafwaarts.

Zoals de bevers en hun dammen

Stuwen en aanverwante ingrepen kunnen een oplossing bieden. De vraag is dan waar en hoe deze stuwen gebouwd moeten worden. Zoals bevers hun dammen steeds strategisch op de juiste plek bouwen voor maximale impact, moet het type stuw ook worden afgestemd op de locatie waar het wordt gezet. Ten eerste is de plek in het watersysteem, bovenstrooms op de heuvel of benedenstrooms in de vallei belangrijk. Water bovenstrooms ophouden en infiltreren heeft bijvoorbeeld een groter effect op het volume dat kan infiltreren naar het grondwater en het waterpeil van de waterlopen in het hele watersysteem tot de monding. Ten tweede bepaalt het grondtype ook hoe sterk we het water kunnen en willen bijhouden of infiltreren: zand draineert snel, leem en klei heel traag. Een boer op dichte leemgrond zal eerder willen draineren, een op zandgrond zal meestal het water op het perceel willen bijhouden. 

Uit vele voorbeelden in het buitenland leren we dat maatregelen die gericht zijn op efficiëntere irrigatie, zelden of nooit leiden tot meer waterbeschikbaarheid voor de rivieren zelf. Op zich is er niets mis mee om ervoor te zorgen dat er méér gewassen gebruik kunnen maken van het beschikbare water, maar het zorgt er dus niet voor dat er méér water in onze rivieren geraakt. Men kan zich dan ook de vraag stellen of men daar dan zwaar op moet inzetten. Deze paradox wordt uitvoerig gedocumenteerd in een artikel van Quentin Grafton in het tijdschrift Science.

We moeten daarom telkens kijken naar het effect van een stuw op het hele watersysteem. Het huidige beleid om stuwen te implementeren op landbouwgrond richt zich zeer lokaal op de percelen waar een stuw of gracht moet zorgen voor meer of minder water rondom de ingreep. Terwijl een combinatie van stuwen op landschapsniveau een veel groter effect kan hebben op het watersysteem, zonder dat de grondeigenaren of waterbeheerders hier enige ‘waterwinst’ van voelen. Wat goed is voor het landbouwperceel waarlangs de stuw gebouwd is, is daarom niet goed voor het watersysteem en andersom. 

Desondanks moeten we blijven kijken naar het hele watersysteem en de verschillende doelen voor ogen houden. Het is belangrijk dat voorgestelde maatregelen bijdragen aan biodiversiteitsbescherming en het handhaven van minimale debieten in waterlopen en natuurgebieden op lange termijn, maar ook in evenwicht zijn met andere doelen zoals het voorzien van water- en droogtenoden voor landbouw, drinkwater en grondwateraanvulling.

Voor elk plekje een stuw

Stuwen op infiltratiegrachten bovenstrooms (grachten waar het grondwater onder het peil van de bodem van de gracht ligt) kunnen effectief zijn om water te laten infiltreren en grondwater aan te vullen. Het plaatsen van stuwen op drainagegrachten (grachten waar het grondwater boven de bodem van de gracht ligt) kan helpen bij het vasthouden van water en het verminderen van afvoer (van grondwater) in regenrijke periodes. Peilgestuurde drainage is dan weer geschikt voor vlakke landbouwpercelen die momenteel worden ontwaterd met traditionele drainagebuizen. Door het waterpeil hoog te houden, kan meer water in de bodem worden vastgehouden terwijl overtollig water toch kan worden afgevoerd tijdens natte perioden.

Om de juiste wateringreep te doen op de juiste plaats, is het cruciaal om lokale opvolging te doen van waterpeilen, zowel van het grondwater als oppervlaktewater. De recent gepubliceerde Blue Deal praktijkgids monitoring is een handige praktijkgids voor iedereen die kleinschalige wateringrepen plant en uitvoert om het watersysteem te monitoren voor en tijdens de implementatie. Enkel door de honderden of zelfs duizenden kleine ingrepen optimaal in te passen in ons watersysteem kunnen we het omvormen naar een grote veerkrachtige spons.

Er bestaan uiteraard nog vragen over zowel de effectiviteit van deze maatregelen (hoeveel grondwateraanvulling is er voor een stuw op elke locatie? Hoe groot is het effect op het bodemvochtgehalte?) als het doel van deze maatregelen (willen we vooral water ophouden, laten infiltreren, vertragen of laten afvloeien? Doen we dit best voor natuurbehoud, landbouw of drinkwaterproductie?). Door massaal stuwen te implementeren én correct de impact te meten en evalueren kunnen we stap voor stap richting de spons bouwen. Ondanks deze open vragen kunnen we door ons Turquoise-onderzoek al enkele concrete beleidsaanbevelingen aangeven richting Vlaams beleidsmakers om de stuwwerking te versnellen:

  • Stimuleer en verplicht zowel lokale overheden als grondeigenaren en -beheerders stuwen op landschapsschaal te implementeren.
  • Werk de juridische en financiële drempels weg om op landschapsschaal stuwen en aanverwanten te implementeren.
  • Investeer in monitoring, management en onderhoud van stuwennetwerk op bekken niveau.
  • Creëer een duidelijke implementatie en beheerstrategie voor een stuwennetwerk met de verschillende doelstellingen van de verhoogde sponswerking in evenwicht.

Conclusie: De overgang naar een sponsachtig watersysteem is cruciaal om duurzaam waterbeheer in Vlaanderen te bevorderen. Door middel van doordachte implementatie van blauwgroene maatregelen zoals stuwen kunnen we biodiversiteit beschermen, waterbeschikbaarheid verbeteren en zowel overstromingen als watertekorten tegengaan. Een holistische (water)systeemaanpak met oog voor ecologie en menselijke behoeften zal de sleutel zijn tot een veerkrachtig watersysteem.

Tekst: Prof. dr. Jan Staes (Ecosphere, Faculteit Wetenschappen, Universiteit Antwerpen, promotor TURQUOISE) en Dr. Vincent Bellinkx (Instituut voor Milieu en Duurzame Ontwikkeling, Universiteit Antwerpen, onderzoeker TURQUOISE)

Natuurpunt en Algemeen Boerensyndicaat (ABS) hebben de voorbije twee jaren samengewerkt om landbouw en natuur dichter bij mekaar te brengen, weg van de polarisatie, in het project Boer zoekt natuur, natuur zoekt boer. In dat kader is er veel kennis en ideeën uitgewisseld en acties uitgevoerd. Met deze reeks natuurberichten willen we een aantal goede voorbeelden van samenwerking en acties ruimer onder de aandacht brengen om de bredere toepassing te stimuleren. Deze samenwerking wordt ondersteund door de Vlaamse Landmaatschappij.