Afbeelding
Bontbekplevier
Filip De Ruwe

Eerste resultaten van 120 ha Zwinuitbreiding ronduit indrukwekkend!

27 mei 2020
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Inventarisatie & monitoring
LIFE BNIP
Natura 2000
Strand en zee
Vogels


In februari 2019 kregen Vlaanderen en Nederland er een indrukwekkend stuk topnatuur bij: de Zwinuitbreiding. Hierdoor werd het deel van het Zwin dat onder invloed staat van een dagelijkse stroom van zeewater in één klap 120 hectare groter. Intussen is dit gebied al uitgegroeid tot een trekpleister van internationaal belang.

De Zwinuitbreiding kwam er om de verzanding van het Zwin duurzaam aan te pakken en de oppervlakte aan ‘getijdennatuur’ aanzienlijk te vergroten. Tegelijk werden een betere kustbescherming en extra beleving voor bezoekers beoogd.  Het project integreerde daarmee de realisatie van Vlaamse en Nederlandse beleidsdoelstellingen. Het was het sluitstuk van een jarenlange, intensieve, grensoverschrijdende samenwerking van diverse overheden. 

Broedeilanden met nesten
In 2019 werden op de nieuw aangelegde broedeilanden al 16 nesten van dwergstern geteld. Op de broedeilanden in de ‘oude’ Zwinvlakte kwamen nog eens acht paar tot broeden. Het gaat hier om de enige broedkolonie van deze soort in België. Voor het eerst sinds 2000 werd in het Zwin ook weer een broedgeval van de strandplevier vastgesteld, eveneens op één van de nieuwe broedeilanden. Dwergstern en strandplevier zijn twee uitgesproken pioniersoorten die afhankelijk zijn van niet of weinig begroeide zandige ondergronden. Beide staan ze op de Rode Lijst van broedvogels in Vlaanderen in de categorie ‘Met uitsterven bedreigd’.

Aantrekkelijk voor heel wat vogels
Maar de nieuwe slikken en schorren van de Zwinuitbreiding hebben vooral een grote aantrekkingskracht op doortrekkende en overwinterende steltlopers. In het najaar van 2019 werden al maxima van 400 bontbekplevieren, 112 zilverplevieren en 383 bonte strandlopers vastgesteld. Er overwinterden ook 116 zilverplevieren en 380 bonte strandlopers. De voorjaarstrek van 2020 leverde nog hogere totalen op, met o.a. 960 bontbekplevieren, 177 zilverplevieren, 246 tureluurs en 45 groenpootruiters. Dit zijn aantallen die slechts zelden in ons land worden vastgesteld en in de Zwinuitbreiding gebeurt het op regelmatige basis. Het gebied ligt dan ook ideaal, vlakbij de kust. Veel steltlopers die pendelen tussen de Afrikaanse overwinteringsgebieden en de noordelijk gelegen broedgronden kunnen er dan ook gemakkelijk even bijtanken alvorens hun trektocht verder te zetten. Het gaat o.a. om  krombekstrandlopers, kleine strandlopers, steenlopers en rosse grutto’s. Dergelijke ‘stop-overs’ zijn voor trekkende steltlopers van essentieel belang.

Naar verwachting zal de voedselsituatie voor vogels in dit nieuwe grensoverschrijdende natuurontwikkelingsgebied de volgende jaren nog verder verbeteren. Maar de Zwinuitbreiding is zelfs nu al - zeker voor doortrekkende steltlopers -één van de belangrijkste gebieden van België. Er wordt ook vol verwachting uitgekeken naar o.a. de ontwikkelingen op het vlak van flora en de evolutie van macro-invertebraten van strand en schor. Misschien is ook de permanente aanwezigheid van gewone en grijze zeehonden wel mogelijk. Om een vinger aan de pols te kunnen houden, werd een grensoverschrijdend monitoringsprogramma van de Zwinuitbreiding opgezet.

Het Zwin is een ecologisch erg waardevol natuurgebied dat zich uitstrekt over Knokke-Heist (België) en Cadzand (Nederland). Het Vlaamse gedeelte wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), het Nederlandse deel door Stichting Zeeuws Landschap. Tussen 2002 en 2015 zorgden aankopen en natuurherstelprojecten rondom de ‘oude’ Zwinvlakte voor een grondige metamorfose. De uitbreiding van de Zwinvlakte werd gerealiseerd tussen 2016 en 2019. Door de realisatie van dit ambitieus project werd het Zwin (incl. de aangrenzende duinen) een grensoverschrijdend topgebied van zo’n 770 ha. Meer info vind je op www.zwin.be.

Tekst: Wouter Faveyts (Zwin Natuur Park), Hannah Van Nieuwenhuyse (Agentschap voor Natuur en Bos) & Eric Cosyns (West-Vlaamse Intercommunale)