Afbeelding
Eurobirdportal
Eurobirdportal

Eurobirdportal: ook digitaal verlaten trekvogels voortaan ons land

8 sep 2020
Categorieën
Natuurbericht
Vogels

De tijd dat natuurbeschermers zich moesten vergapen op statische, getekende kaartjes in atlassen, of ellenlange lijsten van gepubliceerde waarnemingen moesten napluizen, ligt nog niet zo lang achter ons. Gelukkig heeft het digitale tijdperk het verzamelen van natuurdata in een enorme stroomversnelling gebracht. Een portaal van natuurdata zoals waarnemingen.be is vandaag de dag zelfs gewoon niet meer weg te denken. De ontwikkeling van dynamische weergaven van verplaatsingen van of veranderingen bij soorten, is een recent ontwikkelde, nieuwe dimensie.

Natuurgegevens hebben een grote waarde gekregen, niet alleen omdat ze zo in aantal zijn toegenomen, ook kwalitatief zijn ze sterk verbeterd: ze zijn doorgaans voorzien van een exacte puntlocatie, exact tijdstip en almaar meer data worden snel gevalideerd door soortenexperts of gedocumenteerd met foto’s, filmpjes of geluidsopnamen.

Dat opent uiteraard nieuwe perspectieven want niet alleen nationaal zijn die gegevens belangrijk, ook op Europese schaal worden ze meer en meer aangewend. In april 2019 lanceerde de European Bird Census Council (EBCC) een eerste online live update van het EuroBirdPortal (EBP). Nu, anderhalf jaar later, worden nieuwe data wekelijks ingeladen in het systeem en kan men vrijwel live volgen hoe een 100-tal vogelsoorten zich doorheen Europa bewegen.

Voor België leverden Natuurpunt en de Waalse zustervereniging Natagora zowel monitoringsgegevens als losse waarnemingen uit waarnemingen.be aan voor het EuroBirdPortal project. Het resultaat is een jaarrond verloop van waarnemingen van de gepresenteerde soorten. Naast de timing en het verloop van de trek is ook de zomer- en winterverspreiding van deze soorten in Europa te zien. Onderaan het beeld kan je de snelheid van de simulatie aanpassen en staat de datum van de weergave vermeld.

In deze simulatie zien we de aankomst en het vertrek van Boerenzwaluw (links) en Koekoek (rechts) over de laatste 52 weken. Boerenzwaluwen zitten nog volop in onze broedgebieden, maar volwassen Koekoeken, die uiteraard gemakkelijk gedetecteerd worden door hun roep, verlaten reeds vanaf juli onze streken en trekken dan snel door naar Afrika. De jongen blijven nog een tijdje achter.

Hier zien we twee trekvogels die nu volop West-Europa verlaten: links de Gierzwaluw die in april bij ons arriveert en vooral vanuit het Iberisch Schiereiland Europa overspoelt. Op dit moment verlaten ze terug massaal Europa via het zuidwesten, om de winter te gaan doorbrengen tot in Mozambique of zelfs Zuid-Afrika (!). Rechts zien we de Bosrietzanger, een kleine, bruine zangvogel die pas vanaf eind april in onze contreien opduikt, want hij komt steevast vanuit de Oost-Afrikaanse overinteringsgebieden, via het Midden-Oosten naar de Europese broedgebieden. Al vanaf begin juli verlaat hij terug onze streken in zuidoostelijke richting. Dat geeft hem maar net voldoende tijd om de jongen groot te brengen.

Met instrumenten als het EuroBirdPortal kunnen we veel beter de timing van verplaatsingen op continentale schaal in kaart brengen en de variaties van jaar tot jaar en tussen regio’s. Het kan ook  helpen om bepaalde blokkades tijdens de trek te identificeren en hun impact na te gaan. Ook verschuivingen of veranderingen in het broedareaal van soorten komen beter in beeld. Het rapporteren van je waarnemingen in een databank als waarnemingen.be is dus zeer waardevol. Dat onze landen voor zowat alle soorten dieprood kleuren illustreert dat de datacaptatie in België en Nederland naar Europese normen nu al op een zeer goed pad zit. In veel andere landen begint dat nu pas goed op gang te komen.

Het EBCC is een Europees consortium van vrijwilligersorganisaties die de vogelmonitoring in hun land organiseren. De raad wordt bijgestaan door 81 ornithologische instellingen uit 29 Europese landen, zoals SOVON uit Nederland, BirdLife International en de British Trust for Ornithology (BTO) in Groot-Brittannië.

Tekst: Gerald Driessens (Natuurpunt Studie)